Episoder

  • TRAILER - Podcast ONBEPERKT MEEDOEN! van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

    Aflevering 3 – Onbeperkt genieten

    Eva Eikhout: Welkom bij de derde aflevering van de podcast ‘Onbeperkt meedoen!’, met als onderwerp van vandaag: onbeperkt genieten. Ik ga vandaag aan tafel met...

    Jeroen van de Koppel: Jeroen van de Koppel, ik werk voor HandicapNL en ik ben daar druk bezig om onze ambitie, om alle festivals toegankelijk te maken voor mensen met een handicap, om die na te jagen.

    Johan Kampman: Ik ben Johan Kampman, ik zit onder andere in de organisatie van de Zwarte Cross.

    Eva Eikhout: Want eerlijk Niek, bij een festival... ik vind: daarbij hoort een overnachting. Niek de Jonge: Ja, ja, ja, zeker weten.

    Johan Kampman: Ja, daar ga je al. Daar proberen we dus met het Miva Las Vegas een beetje beter te maken.

    Eva Eikhout: Dat klinkt wel echt... daar zou ik me meteen inschrijven.

    Eva Eikhout: Inmiddels zijn er twee nieuwe gasten bij mij aan tafel aangeschoven.

    Koen Sanders: Ik ben Koen, ik ben binnen de Efteling verantwoordelijk voor Commercie, Creatie en Ontwikkeling.

    Richard de Witte: Ik ben Richard de Witte, ik ben secretaris van de NVA Noord-Brabant en Zeeland. Als ik gewoon kijk puur en alleen naar de Efteling hoe toegankelijk ze zijn, ik denk dat heel veel daar een voorbeeld aan kunnen nemen.

    Eva Eikhout: Je hoeft het dus niet 100% goed te doen, als je maar ziet dat er überhaupt over nagedacht is.

  • Iedereen in Nederland moet de vrijheid hebben om te kunnen genieten: op festivals, bij concerten, in een dierentuin of in een pretpark. Ook als je door je beperking in een rolstoel zit, of als je door je autisme een rustige omgeving nodig hebt. Toch liggen er wel problemen op de loer. Want hoe kan je in je rolstoel zien wat er op het podium gebeurt als je favoriete band optreedt? En hoe ervaar je een dagje Efteling als alle prikkels, kleuren, geuren en geluiden je soms teveel worden?

    Jeroen van de Koppel van HandicapNL, Johan Kampman van Zwarte Cross en ervaringsdeskundige en festivalliefhebber Niek de Jonge vertellen alles over het zo inclusief mogelijk organiseren van een festival. Hoe zorg je ervoor dat een festival toegankelijk is voor iedereen, ook als het terrein niet goed begaanbaar is? Wat kan je doen voor festivalliefhebbers met een beperking die willen overnachten op de camping? En welke mogelijkheden heb je allemaal als organisatie? De Zwarte Cross gaf in 2019 het goede voorbeeld met het enige echte 'Miva Las Vegas': een zorghotel voor minder-validen.

    Later schuiven directeur Commercie, Creatie en Ontwikkeling van de Efteling Koen Sanders en ervaringsdeskundige Richard de Witte - werkzaam bij de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) - aan bij Eva, om hun tips en tricks voor een toegankelijk pretpark met iedereen te delen. Je hoeft het niet 100% goed te doen, als er überhaupt maar over wordt nagedacht. Want alle sprekers hebben één gedeelde missie: iedereen onbeperkt laten genieten!


    Transcript:

    Podcast ONBEPERKT MEEDOEN! van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

    Aflevering 3 – Onbeperkt genieten

    Eva Eikhout: Welkom bij de derde aflevering van de podcast ‘Onbeperkt meedoen!’. Het onderwerp van vandaag: onbeperkt genieten! We gaan er een dagje op uit. We gaan het hebben over vrije tijd, festivals en pretparken. Hoe kun je hier met een beperking het best en het meest van genieten? Verderop in deze aflevering spreek ik met Koen Sanders van de Efteling en ervaringsdeskundige Richard de Witte over de toegankelijkheid van het park. Maar eerst duik ik in een onderwerp dat me nauw aan het hart ligt: festivals. Hoe werken festivals zoals Zwarte Cross aan een zo inclusief mogelijke beleving?

    Ja lieve mensen, ik zit hier met drie tukkers aan tafel. Niek, Jeroen en Johan, welkom! Fijn dat jullie er zijn. Niek, ik begin even bij jou, of je even kort jezelf zou willen voorstellen. Niek de Jonge: Ja hoor, ik ben Niek de Jonge, ik ben afgelopen zondag 29 jaar oud geworden.

    Eva Eikhout: Gefeliciteerd!

    Niek de Jonge: En ik woon dus in Oldenzaal.

    Eva Eikhout: En wat doe je in het dagelijks leven?

    Niek de Jonge: Ik ben bezig met de studie technicus engineering. En voordat ik in een rolstoel zat, voor ik mijn dwarslaesie had, was ik eigen mechanisch monteur. Altijd met grote machines aan het werk en dat wil nou niet meer natuurlijk. Maar in plaats van sleutelen aan de machines, kan ik wel machines ontwerpen.

    Eva Eikhout: Ja, dus wel een beetje in dezelfde branche gebleven. Heel even voor de mensen die aan het luisteren zijn, ze kunnen jou natuurlijk niet zien. Je zei het natuurlijk net zelf al even, je zit in een rolstoel, hoe komt dat?

    Niek de Jonge: Ik heb drie keer kanker gehad en de tweede tumor zat laag in m’n rug en heeft zenuwen beschadigd, vandaar een dwarslaesie. Een hele lage dwarslaesie.

    Eva Eikhout: Jeroen, kun jij jezelf ook even voorstellen?

    Jeroen van de Koppel: Ja, ik ben Jeroen van de Koppel en ik werk voor HandicapNL en ik ben daar druk bezig om onze ambitie, om alle festivals toegankelijk te maken voor mensen met een handicap, om die na te jagen. We hopen daar over een paar jaar zover te zijn, dat iedereen welkom is op een festival en ook er gewoon naar toe kan.

    Eva Eikhout: Klinkt letterlijk en figuurlijk als muziek in m’n oren. Last but not least, Johan. Johan Kampman: Ja, ik ben Johan Kampman, ik zit onder andere in de organisatie van de Zwarte Cross, Mañana Mañana. En met beide heren trouwens wel al veel contact gehad de laatste jaren, omdat wij ook bezig zijn om het zo toegankelijk mogelijk te maken, ondanks dat het 320 voetbalvelden groot is.

    Eva Eikhout: Ja, dat is het inderdaad vaak.

    Johan Kampman: En dat is niet makkelijk, maar dat is eigenlijk waarom ik hier zit. Ik zit in de organisatie.

    Eva Eikhout: Johan, dan begin ik even bij jou. Festivals en toegankelijkheid, kan datwel samen gaan?

    Johan Kampman: Het kan wel samengaan, we proberen het zo goed mogelijk te doen endat is tot op heden niet genoeg. Dus daarom gaan we met zoveel mogelijk mensen in gesprek om het zo toegankelijk mogelijk te maken, maar er zijn nog veel stappen te maken.

    Eva Eikhout: Ja, want hoe zorg je als organisator van een festival... hoe pak je zoiets aan? Johan Kampman: Het is voornamelijk in gesprek gaan en in dit geval was het met iemand in een rolstoel, om te kijken hoe kunnen zij overnachten op de Zwarte Cross. Maar ja, daarin kan het ook een visuele beperking zijn, of al dat soort zaken. Daar hebben wij eigenlijk, nou ja, vind ik, de laatste jaren te weinig over nagedacht. En wat we wel willen gaan doen, want we zeggen altijd dat het voor iedereen toegankelijk moet zijn. Moet kunnen zijn, voor zover dat kan.

    Eva Eikhout: Want je bent met Niek in gesprek gegaan om te kijken hoe hij bijvoorbeeld kon overnachten bij jullie op de camping, toch?

    Johan Kampman: Nou, Niek niet, want die stond op de camping. Dus dat was al mooi, omdat wij bijvoorbeeld niet hadden nagedacht over: oké, iemand zit in een rolstoel en ja, die gaan dus elke avond naar huis. Of je moet hele goede vrienden hebben die jou in een tent trekken en je daar helpen. Ik weet niet of jij zulke vrienden had trouwens?

    Niek de Jonge: Nou, ik kan zelf wel op de grond gaan zitten of in mijn rolstoel komen, dus ik had voor de Zwarte Cross ook wel op festivals overnacht. En het is wat lastig.

    Eva Eikhout: Maar is dat te doen voor jou?

    Niek de Jonge: Het is wel te doen, maar het is lastig. En vooral het stukje naar een toilet gaan.

    Johan Kampman: Ja, daar ga je al. Dat proberen we dus met het Miva Las Vegas, zoals dat mooi heet, een beetje beter te maken.

    Eva Eikhout: Miva Las Vegas? En dat is?

    Johan Kampman: Minder-validen Hotel Las Vegas. Dat was ons zorghotel, zoals we dat noemden.

    Eva Eikhout: Maar hoe ziet Miva Las Vegas er uit?

    Johan Kampman: Het was een hele mooie grote tent en daar stonden, ik geloof, 20 of 25 kamers in.

    Eva Eikhout: Kamers ook echt? Het was echt een hotel?

    Johan Kampman: Ja, het is een hotel. Het is een zorghotel, eigenlijk. En we hadden allerlei vrijwilligers, mensen van zorginstellingen uit de buurt, die een dagje wilden helpen.

    Niek de Jonge: Verpleging!

    Johan Kampman: Verpleging erbij.

    Eva Eikhout: Jij hebt er een nachtje geslapen, hoe was dat?

    Niek de Jonge: Ja, het was echt ideaal. Het was gewoon heel fijn dat je je eigen plekje hebt en gewoon de zekerheid dat alles goed komt, eigenlijk.

    Eva Eikhout: Ja, dat het gewoon lukt.

    Niek de Jonge: Ja, precies.

    Eva Eikhout: Maar neem me even mee: je stapt een tent binnen, en wat zie ik?

    Niek de Jonge: Ja, je hebt eerst al een vlonder. Een hele grote vlonder ervoor, het was heel gezellig aangekleed allemaal, en dan kon je de tent in. En in de tent had je dus allemaal verschillende hokjes, allemaal kamers eigenlijk, waar iedereen zijn eigen bed had. Zo’n hoog laag bed stond erin en een normaal bed en zo’n soort nachtkastje waar je je spullen kwijt kon.

    Eva Eikhout: Echt een hotel gewoon! Dit klinkt echt helemaal fantastisch voor iemand zoals ik, die gewoon niet van kamperen houd, omdat ze veels te veel op haar comfort gesteld is. Johan Kampman: En ook met douche, enzo.

    Eva Eikhout: Ja, nouja daarom! Ik ga dus stiekem, ja, ik weet niet of het de bedoeling is... maar ik ga dus altijd gewoon heel brutaal naar de EHBO en dan zeg ik gewoon van ja, ik kan echt niet in zo’n kleine douche douchen... Maar dit is natuurlijk helemaal crème de la crème. Niek de Jonge: Ja, het was echt super, het was ideaal.

    Eva Eikhout: Wat goed! Want ik was zelf een tijdje geleden op ADE, bij Into the Woods, en toen waren daar een aantal stages, en echt veel waren verhoogd zonder ramp. Dat moet er toch gewoon zijn?

    Jeroen van de Koppel: Ja, dat zou je zeggen en tegelijkertijd, het is gewoon nog niet het geval. Ik denk dat heel veel festivalorganisatoren er nog niet over nagedacht hebben en ook er nog niet naar gevraagd is. Ik denk dat heel veel mensen in een rolstoel een slechte ervaring hebben opgedaan, of denken van: nou ja, mij niet bellen, ik blijf wel thuis. Ik hoor later van m’n vrienden hoe het was, want het is gewoon voor mij niet goed geregeld. Kijk, een paar jaar geleden was het ook met milieu zo. Bij veel festivals moest je tot aan je knieën door de plastic bekers waden, en inmiddels heb je de vegan burgers en de hard cups en zo.

    Eva Eikhout: Moet je je muntje bewaren voor zo’n beker.

    Jeroen van de Koppel: Precies, dus het is allemaal gewoon echt tof geregeld. Ik denk dat het gewoon hard tijd is dat nu ook op het gebied van toegankelijkheid we die stappen gaan maken. Dat festivalorganisatoren echt gewoon kijken van: wat is er in de maatschappij aan de hand, en nu die stap naar toegankelijkheid en inclusie gaan zetten. Het i...

  • Manglende episoder?

    Klik her for at forny feed.

  • Iedereen in Nederland moet zich kunnen ontwikkelen door studie, stage of werk. Toch is het zo dat studenten en werkzoekenden met een beperking problemen hebben bij het vinden van een studie of stage en bij de overgang van school naar werk. Hoe kunnen onderwijsinstellingen en werkgevers de loopbaankansen van studenten met een beperking vergroten en waar kunnen studenten hulp vinden?



    Eva Eikhout gaat daarover in gesprek met Laura Metwally, adviseur bij Expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO), Roos Hoelen, werkzaam bij Stichting Incluvisie, en Marissa Burghardt-van der Tol, student, politica en ervaringsdeskundige. Ze praten over studeren, stagelopen en werken. Laura, Roos en Marissa zijn met elkaar verbonden door het project Maatschappelijke diensttijd loopbaankansen (MDTL). Ze vertellen wat dit project kan betekenen voor studenten, werkzoekenden, onderwijsinstellingen en werkgevers. Ook geven ze handige tips en tricks om mogelijke problemen aan te pakken. Met als missie: Onbeperkt Ontwikkelen! door studie en werk.

    TRANSCRIPT

    Podcast ONBEPERKT MEEDOEN! van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn enSportAflevering 2 – Onbeperkt ontwikkelen

    Eva Eikhout: Welkom bij de tweede aflevering van de podcast ‘Onbeperkt meedoen!’. Hetthema van vandaag: studeren, stagelopen en werken. Alles in het teken van onbeperktontwikkelen. Hoe kun je als student met een beperking zoveel mogelijk genieten van jestudentenperiode? Hoe kunnen onderwijsinstellingen daarbij helpen? En, hoe maak je alsstudent met een beperking de overgang van school naar een baan zo vlekkeloos mogelijk? Ik ga vandaag aan tafel met Laura Metwally, Roos Hoelen en Marissa Burghardt-van der Tolom hierover te praten. Roos, ik begin even bij jou. Zou jij je misschien even kort willenvoorstellen, wie je bent en wat je doet?

    Roos Hoelen: Ik ben Roos Hoelen, ik werk bij stichting Incluvisie en Incluvisie vindt en zietgewoon dat iedereen met een beperking kan werken, mits de juiste voorwaarden geschapenzijn, de juiste voorzieningen er zijn en de juiste wet- en regelgeving daar is. Nou, daarwerken we hard aan, en voor de rest geven wij aan iedereen die dat wil, van werkgever totwerkzoekenden, informatie over werken met een beperking en doen we ook mee aan hetproject Maatschappelijke Diensttijd Loopbaankansen voor studenten.

    Eva Eikhout: Laura?

    Laura Metwally: Ik ben Laura Metwally, en ik werk voor ECIO, het Expertise CentrumInclusief Onderwijs. Ik werk daar als adviseur. En ECIO is onderdeel van CINOP, dat is debrede organisatie, en CINOP is een onderwijskundig onderzoeks- en adviesbureau. ECIO specifiek richt zich op inclusie-vraagstukken richting het onderwijs en wij zijn ook een van deconsortium partners binnen het project Maatschappelijke Diensttijd Loopbaankansen.

    Eva Eikhout: En last but not least, Marissa, jij mag je ook nog even voorstellen?

    Marissa Burghardt-van der Tol: Ja, ik ben Marissa, ik ben 27 jaar, ik heb fibromyalgie en ikben dus ervaringsdeskundige op het gebied van van alles en nog wat. Het vinden van werkmet een beperking, het zoeken naar een stage, studeren met een beperking en ook werkenmet een beperking. Ik werk als politica in de gemeenteraad van Zoetermeer. Daar ben ik commissielid voor de Partij van de Arbeid en ik hoop raadslid te worden deze komendeverkiezingen.

    Eva Eikhout: Oh gaaf, spannend!

    Marissa Burghardt-van der Tol: Daarnaast ben ik ook student aan de TU Delft, daarstudeer ik technische wiskunde.Eva Eikhout: Jij noemde net de naam van je beperking, moeilijke naam?

    Marissa Burghardt-van der Tol: Fibromyalgie.

    Eva Eikhout: Voor de mensen die dit niet kennen, zoals ik. Kun je ons kort vertellen wat datis?

    Marissa Burghardt-van der Tol: Fibromyalgie is een chronisch pijnsyndroom, zo noem ikhet maar even. Ze weten eigenlijk niet zo goed waar het door komt. Het komt er op neer datik in al mijn spieren en de aanhechtingen chronisch pijn heb. En dat is de ene dag zwaarderdan de andere dag.

    Eva Eikhout: Heel even, Laura en Marissa, wat verbindt jullie? Want jullie hebben allebeibest wel een aparte expertise op dit gebied, hoe zijn jullie met elkaar in contact gekomenMarissa Burghardt-van der Tol: Ik ben ook lid van de klankbordgroep van het project MDTL, dat is dat project waar ook ECIO bij verbonden is en ook Incluvisie bij verbonden is,en daar zorg ik als klankbordgroeplid dat het project een beetje in goede banen wordt geleid,daar adviseer ik ze over, wat ze het beste kunnen doen voor ons.

    Eva Eikhout: MDTL, Maatschappelijke Diensttijd Loopbaankansen, een hele mond vol. Roos, kun je ons even vertellen: wat is dat precies?

    Roos Hoelen: Maatschappelijke Diensttijd Loopbaankansen is een project waarin studentenén pas afgestudeerden, niet langer dan een jaar afgestudeerden, werkervaring op kunnendoen die studie- en vakgerelateerd is. En die werkervaring, die stelt hen in staat om watmakkelijker straks een stage of een baan te vinden. Je loopt zestig uur maximaal mee bij eenwerkgever, met een jongwerkende. Dat moet je binnen een half jaar afgerond hebben en jekrijgt er ook een erkend certificaat voor.

    Eva Eikhout: Laura, jij zit dan meer aan de kant om leerlingen en studenten teondersteunen, want het is nog niet waar het moet zijn.



    Laura Metwally: Nee, klopt. Studenten met een functiebeperking die we nu zien; er zijneigenlijk veel studenten met een opleiding, maar de studenten die dan afstuderen en dearbeidsmarkt bereiken, daar zit eigenlijk een gat tussen, dus dan vallen ze een beetje tussenwal en schip. En dat is natuurlijk eigenlijk heel gek, want ze hebben een opleiding. Vooral alsje ook kijkt nu in deze tijd, mensen hebben werknemers nodig. Ze zijn er, alleen blijkbaar isde overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt voor deze studenten lastig. Dat gaat opverschillende gebieden fout. En als we kijken vanuit de organisatie; we zien eigenlijk dat erverschillende partijen betrokken zijn bij die overgang, eigenlijk drie partijen. De onderwijsinstelling, de student en de werkgever/de arbeidsmarkt en alledrie dragen ze eenstukje verantwoordelijkheid daarin. En ja, dat gebeurt gewoon nog niet op de juiste manier,daar mist nog een stukje samenwerking. Een onderwijsinstelling is natuurlijk voor debegeleiding naar de arbeidsmarkt, stage, uitstroom...

    Eva Eikhout: Ja, cruciaal.

    Laura Metwally: Ja, cruciaal. De student zelf ook, niet alleen maar focussen op debeperking, maar ook op de kracht. Wat kun je, waar ben je goed in? Je hebt een diploma opzak. Dat mag je ook duidelijk maken en daarbij dus je ondersteuningsbehoefte helder kunnenformuleren. Maar ook uit vanuit de werkgevers en arbeidsmarkt is er een soort vanhandelingsverlegenheid naar deze doelgroep. Hoe ga je daarmee om, wat kun je bieden, wathebben deze mensen nodig? En het project dat we net al even benoemd hebben, daarmeeproberen we eigenlijk een stukje van dat gat te dichten. Om die studenten al watwerkervaring te bieden en ook werkgevers met deze studenten in aanraking te brengen.

    Eva Eikhout: Want Marissa, hoe belangrijk is het om te kunnen studeren?

    Marissa Burghardt-van der Tol: Ontzettend, ja. Als je studeert dan kom je van alles en nogwat tegen, daar loop je tegenaan en het is best lastig om daar je weg in te vinden. Want scholen, die zijn er vaak ook nog niet helemaal klaar voor eigenlijk, om met jouw beperkingom te gaan, terwijl we wel begonnen zijn met passend onderwijs. Dat is best lastig. Want zomaak je mee dat je vraagt om een goede stoel. Waarvan je denkt: nou, dat zou toch geenprobleem moeten zijn. Maar dat kan dan toch acht weken duren voordat zoiets voor elkaargebokst wordt, omdat ze moeite hebben met je aanvraag. Allerlei redenen bedenkenwaarvan ze denken: oh nee, wacht, dan moet hij in dat lokaal blijven staan. Maar we willenniet dat anderen hem ook gebruiken, dus… Moeilijk, moeilijk. En ja, uiteindelijk ben je achtweken verder en heb je nog geen stoel.

    Eva Eikhout: Je studeerde wiskunde, zei je net.

    Marissa Burghardt-van der Tol: Ja.

    Eva Eikhout: Je hebt het in eerste instantie niet kunnen afmaken vanwege je beperking of stage?

    Marissa Burghardt-van der Tol: Ik heb de Lerarenopleiding Wiskunde niet afgemaaktuiteindelijk, omdat het fysieke gedeelte, de beroepskant, voor mij best zwaar was. Endaarnaast moet je ook die studie blijven doen. Dus ik heb drie jaar lang in mijn laatste jaargezeten en het gewoon niet voor elkaar gekregen om het af te ronden. Ik heb daarbij heelvaak om aanpassingen gevraagd of dat ik het misschien vanuit huis kon volgen, of dat mijncurriculum iets aangepast zou worden zodat ik eerder kon beginnen met de vakken die ikdan in het najaar moest doen. Maar daar was de school niet toe bereid, om dat aan tepassen, en toen was ik nog niet zo goed op de hoogte van de mogelijkheden die je dan hebtom eventueel hogerop te gaan.

    Eva Eikhout: En daarom ben je toen gestopt met die opleiding.

    Marissa Burghardt-van der Tol: En daarom ben ik vorig jaar in maart gestopt met dieopleiding.

    Eva Eikhout: Nu Technische Wiskunde, ja, dat is voor mij zeg maar Chinees. Vind je dat welleuk? En gaat dat goed?Marissa Burghardt-van der Tol: Ja het is ontzettend leuk, en ik heb vorig jaar in ieder gevaleen topjaar gehad, waardoor ik mijn BSA gehaald heb.Eva Eikhout: Oh, wat goed!

    Marissa Burghard...

  • Iedereen in Nederland moet zich vrij kunnen bewegen op straat, in het vervoer of in een gebouw. Bruggen, tunnels, winkelcentra, kantoren, rotondes: soms zijn er maar kleine aanpassingen nodig om het voor iedereen toegankelijk te maken. Toch gebeurt het lang niet altijd en lopen mensen met een beperking regelmatig tegen problemen aan. Hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat gemeenten hier nog meer rekening mee houden? Vaak zit dit niet in lastige beleidskeuzes maar juist in pragmatische oplossingen.
    Marina Aalbers van de gemeente Amersfoort en Detmer Hoekstra van de gemeente Zwolle vertellen hoe zij dit aanpakken en ook waar zij tegen aan lopen. Esther Döll en Jan Pijnaker, beiden visueel beperkt, geven advies: handige tips en tricks om de mogelijke problemen al in de ontwerpfase aan te pakken. Met als missie: Onbeperkt Bewegen! in de openbare ruimte.

    Transcript
    Podcast ONBEPERKT MEEDOEN! van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn enSportAflevering 1 - Onbeperkt Bewegen

    Eva Eikhout: Hoi lieve luisteraar en welkom bij deze podcast ‘Onbeperkt meedoen!’. We zitten op dit moment in Hilversum, in een heel mooi hotel, en de zon schijnt buiten. Ik heb erheel veel zin in, ik vind heel erg leuk dat ik deze podcast mag hosten. Mijn naam is Eva Eikhout, jullie kunnen mij onder andere kennen van mijn werk dat ik bij BNN-VARA heb gemaakt en ik ben ook betrokken geweest bij het INC. Festival, waarna deze podcast is ontstaan. Tegenover mij aan tafel zitten Marina Aalbers en Esther Döll. Ik ga jullie zometeen zelf vragen jullie voor te stellen, maar allereerst: van harte welkom.

    Marina Aalbers: Dankjewel.

    Esther Döll: Dankjewel.

    Eva Eikhout: Esther, mag ik jou vragen jezelf eerst even kort voor te stellen? Wie ben je,wat doe je, en waarom zit je hier?

    Esther Döll: Ik ben Esther Döll, ik kom uit Amersfoort en ik ben ervaringsdeskundige bijToegankelijkheid Amersfoort, onder andere, en bij de Oogvereniging doe ik van alles optoegankelijkheid. Ik ben zelf visueel gehandicapt.

    Eva Eikhout: Wat voor een visuele beperking heb je?

    Esther Döll: Ik heb de oogziekte aniridie, dat is dat je geen iris hebt. Met mijn linkeroog zie ik niks, met mijn rechteroog zie ik een paar procent. Ik heb vroeger meer gezien, maar dat is achteruit gegaan.

    Eva Eikhout: Marina, mag ik jou dan ook vragen jezelf voorstellen? Wie je bent, wat je doet en waarom je hier zit?

    Marina Aalbers: Nou, ik ben Marina Aalbers, ik werk bij de gemeente Amersfoort. Ik was eerst projectleider toegankelijkheid, nu heet het beleidsregisseur - omdat het een vaste plek in de organisatie heeft gekregen. We werken aan negen aandachtsgebieden samen met collega’s en partijen in de stad. Wij proberen de stad echt toegankelijker te maken voor alle mensen, of alle inwoners en bezoekers, met een beperking.

    Eva Eikhout: Werken jullie ook veel samen?

    Marina Aalbers: Ja, we hebben regelmatig contact, maar dat is vaak omdat Esther onze ogen en oren in de stad is, en vaak meldingen doorgeeft waar ik dan weer mee aan de slag kan.

    Eva Eikhout: Wat betekent dat verdrag voor jullie werk?

    Marina Aalbers: Ja, dat betekent voor heel veel collega's dat er een aandachtsgebied bijgekomen is. En begin was het ook een beetje de zucht van: we hebben al duurzaamheid en nu ook toegankelijkheid er nog bij.

    Eva Eikhout: Ja? Dus daar werd het een beetje… ja, echt?Marina Aalbers: Nou, sommige mensen hadden wel zoiets van: jeetje, dat is een nieuwvakgebied, ik moet me daar in verdiepen. Ik wil er wel wat mee, maar het betekent ook iets voor budgetten en voor capaciteit.

    Eva Eikhout: Want duurzaamheid kwam eerst en daarna kwam pas toegankelijkheid?

    Marina Aalbers: Ja, duurzaamheid, daar zijn gemeenten denk ik al langer mee bezig en toegankelijkheid is natuurlijk... In 2016 heeft het pas wat voeten in aarde gekregen, zou ik maar zeggen, in Nederland.

    Eva Eikhout: Ja, het VN-verdrag, ja.

    Marina Aalbers: Ja, en daarna probeer je dat dan bij de collega's onder de aandacht te brengen, zodat ze er ook echt mee aan de slag gaan. Maar heel veel zien het nu wel als een leuke uitdaging, maar ook belangrijk om het te doen. Ze zien het belang ervan in en gaan er graag mee aan de slag. En soms moeten we nog wel even zoeken naar dingen als capaciteit en geld om dingen ook echt wel voor elkaar te krijgen. Maar de wil is er zeker wel.

    Eva Eikhout: Esther, kom ik even bij jou. Ik weet niet of je hem zo genereus of generaliserend kunt beantwoorden. Maar stel dat ik jou vraag: op een schaal van 1 tot 10, hoe toegankelijk is gemeente Amersfoort?

    Esther Döll: Ja, het is de laatste jaren wel steeds meer geworden en ze zijn er wel hard mee aan de gang. Dus ja, ik denk dat we wel naar een 7 of 8 gaan en we gaan wel een hele goede kant op.

    Eva Eikhout: Een 7,5?

    Esther Döll: Ja, een 7,5, gaan we aardig naar de 8 toe.

    Eva Eikhout: Ja, gaan we wel naar de 8?

    Esther Döll: Ja volgens mij wel, Marina is vooral flink alles uit de kast aan te halen om het goed toegankelijk te maken.

    Eva Eikhout: Mede dankzij jouw input als ervaringsdeskundige.Esther Döll: Ja, als ervaringsdeskundige, en als ervaringsdeskundigen hebben we ook contact met elkaar. Als ik ergens niet uitkom, dan geven anderen weer feedback, we betrekken elkaar ook heel erg.

    Eva Eikhout: Kun je een voorbeeld geven van wat voor een input je hebt gegeven?

    Esther Döll: We zijn in Amersfoort met verschillende dingen bezig. We zijn afgelopen jaardan bezig geweest met winkelcentrums toegankelijk maken. Wij hebben de geleidelijnen,voor visueel gehandicapten, dat hij weer toegankelijk is. En nou ja, daar gaan we nu meerwijkcentrums, winkelcentrums, op aanpassen. We hebben er nu vier en we zijn druk inAmersfoort nu bezig met station Amersfoort, dat gaat veranderen met de reorganisatie. Hetnieuwe stadhuis dat gaat veranderen en daar worden wij bij betrokken, van ja: hoetoegankelijk moet het zijn? Gewoon zulke dingen. Zowel binnen als buiten, het is heel breed.

    Eva Eikhout: Ja. Wat betekenen al deze aanpassingen voor jou? Zorgt ervoor dat je daneen stukje onafhankelijkheid terugkrijgt? Zo'n stukje zelfredzaamheid?

    Esther Döll: Dat stukje zelfredzaamheid. Dat je er zelfstandig heen kan, zelfstandig hetgebouw in. Let op de contraverlichting. Het openbare, hoe toegankelijk is het, is hetopenbaar vervoer erheen... Niet alleen voor mij als visueel gehandicapte, maar ook voormensen met een rolstoel. Is het toegankelijk daarbinnen en zijn de deuren wel breedgenoeg?

    Eva Eikhout: Want vertel even hoe het werkt, zeg maar. Zegt de gemeente: oké, wij gaanbijvoorbeeld het zwembad aanpassen. Word jij dan gebeld van: hé, Esther, we gaan hetzwembad aanpassen, kun je ons vertellen wat we moeten doen? Of gaan ze eerst een planbedenken en zeggen ze dan pas tegen jou: hé, we hebben dit bedacht, wat vind je ervan?Esther Döll: Nou, dat was voor mij wel merendeel met het zwembad. Het was helemaalopnieuw gebouwd en daar hebben ze niet echt 100% naar ons geluisterd.

    Marina Aalbers: In het programma van eisen zijn toen eisen opgenomen voortoegankelijkheid en het moest ook met het ITS-keurmerk worden opgeleverd.

    Eva Eikhout: ITS-keurmerk?

    Marina Aalbers: Integrale Toegankelijkheid Standaard, dat is een hele goede richtlijn omoveral voor te gebruiken bij nieuwbouw en herinrichting, daar verwijzen wij vaak naar. En datstond hier ook voorgeschreven. En dat gebouw is uiteindelijk ook wel opgeleverd met eenITS-keurmerk. Maar het enige wat bijvoorbeeld nog niet goed is, is contrasten. Dus als jeeen lichte tegel op de wand doet en op de vloer kunnen mensen als Esther zich nietzelfstandig oriënteren in het zwembad. Sommigen gaan daardoor dus niet zwemmen. Stotende tenen bijvoorbeeld iedere keer. Supervervelend. Dat zijn dingen die achteraf ook niet teherstellen zijn, eigenlijk.

    Eva Eikhout: Nee, lastig in ieder geval, inderdaad.

    Marina Aalbers: Ja, dan moet je tegels gaan slopen. Dus daarom hebben we nu ookgezegd van... Nu gaan we het nieuwe stadhuis maken en dan gaan we ook weer strengereeisen opnemen in dat programma van eisen. We trekken ook onze ervaringsdeskundige eral bij, om de belangrijkste aandachtspunten echt helemaal uit te schrijven.


    Eva Eikhout: Aan de voorkant ze al betrekken, dus aan het begin. Want volgens mij, voormijn gevoel. Ik heb ook te maken met, ik heb zelf ook een lichamelijke beperking, hebgrotendeels afwezigheid van armen en benen. Ook veel te maken met toegankelijkheid. Ikheb toch altijd het gevoel dat als we vanaf het begin, ik weet niet hoe jij dat ervaart hoorEsther, maar als we niet vanaf de voorkant betrokken worden, dan gaan er achteraf altijdfoutjes komen.

    Esther Döll: Ja, dat zie je wel weer bij het zwembad. Daarom willen we nu vooral, als erweer wat nieuws is, worden wij er weer bij betrokken.

    Eva Eikhout: Precies. Ja, en dat is misschien een verbeterpunt in dit opzicht dan met hetzwembad dat het inderdaad nog eerder mag.

    Marina Aalbers: En het liefste van alle fases, eigenlijk van begin tot en met einde moet jegewoon proberen om een ontwerper en aannemer, een uitvoerder, projectleiders, iedereendie erbij betrokken is als specialist er gewoon scherp op te houden. Blijven bewaken, ookvragen om onafhankelijke toetsing per fase. Dat gaan we nu dus bij het stadhuis doen.Zodat het gewoon tussentijds ook kan worden bijgestuurd.

    Eva Eikhout: Ja precies. Esther, jij had net over dat je met meerdere ervaringsdeskundigensamenwerkt. Jullie hebben ook onderling contact, zijn dat dan alleen mensen die net zoals jijeen visuele beperking hebben? Of zijn dat ook verschillende beperking...