エピソード

  • Ongelooflijk, maar dit is de tiende aflevering en het is ook de laatste. We made it. Le temps passe si vite, zong Marcel Mouloudji en zeker in Parijs is dat zo. Maar de verhalen houden nooit op en nadat we al hoorden dat er rechtvaardige misdaden gepleegd werden, doen we er in dit einde nog een schepje bovenop. Met nieuwe rechtvaardige misdaden. Om tenslotte nog één vrouw recht te doen. Een vrouw die in New York staat, maar die in Parijs gemaakt werd. Vive ma liberté.

    Knallende pistolen en karabijnen, gierende motoren en schurende banden, bevelen van schutters, gekerm van gewonden en gereutel van stervenden. In Parijs luidt een orgie van geweld de heropstanding in van een fenomeen waarvan iedereen dacht dat het uitgestorven was: de rechtvaardige misdadigers. Ze zijn terug. In de laatste dagen voor Kerstmis 1911 ontbinden de anarchistische bandits tragiques al hun duivels. Met extreem geweld houden ze de stad vier maanden in hun greep. Met een innovatief wapen ook: de automobiel. Aan het stuur: Jules Bonnot. Aan de trekker: zijn bende, La Bande à Bonnot.

    De rue de Chazelles, begin jaren 1880. In tegenstelling tot wat men zou
    denken, ergeren de inwoners zich niet aan het oorverdovend kloppen en
    slaan. Integendeel, het vervult hen met trots. In hun quartier, La Plaine
    Monceau, tussen Les Ternes en Batignolles, rijst uit de Ateliers Gaget
    et Gauthier, aan de overkant van het parc Monceau, een gedaante ten
    hemel. Hoger en hoger. Door de stellingen heen kijkt weldra een reusachtige
    vrouw over de daken van Parijs. Op haar hoofd draagt ze een kroon
    met zeven pinnen. Tegen haar hart houdt ze een tablet waarin een datum
    is gegrift: 4 juli 1776 – the Fourth of July – de dag van de Amerikaanse
    onafhankelijkheidsverklaring. Hoog boven haar hoofd houdt ze een fakkel.
    Om de wereld te verlichten. Zoals de Eiffeltoren in 1889 het symbool
    wordt van Frankrijk, zo wordt zes jaar eerder het Vrijheidsbeeld, een
    cadeau van de Fransen aan de Amerikanen, het symbool van een heel
    continent. Noord-Amerika.

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'Suite Bergamasque, L.75_III_Clair De Lune', Claude Debussy'Waltz No. 3 in A Minor Op 23 No 2', Frédéric Chopin'Foster Favourites Medly', Stephen Foster'Apres un Reve Op 7 No 1', Gabriel Fauré'Requiem For 3 Cellos and Piano, Op 66', Frédéric Chopin'Give Me Your Tired, Your Poor', Tekst: Emma Lazarus, Muziek: Irving Berlin

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • Parijs en recht en rechtvaardigheid, dat is een verhaal op zich, in hun ‘justice’ klinkt Vrouwe Justitia nog erg goed door. En ook ‘juste ici’, hier dus, in deze prachtige stad, zijn er onzichtbare en onderhuidse littekens van opstand en verzet. Parijs is daarvoor bij uitstek de uitgelezen plek. In de straten van deze stad heerste altijd woede en diepe haat omwille van het lot van gesneuvelden, geëxecuteerden, bannelingen of gevangenen. Vinden de Parijzenaars hun behandeling onterecht of onrechtvaardig, dan trekken ze ten strijde. Zeker ook als ze zélf verminkt, geslagen of gebroodroofd werden. Daar gaat deze aflevering over. Over het tragische lot van de familie de Camondo en over, u gelooft het nooit, een paar overtuigde anarchisten.

    Om een beter zicht te krijgen op de bewegingen onder hen jaagt luitenant Nissim de Camondo zijn toestel hoger. Hij vliegt nu op 2.800 meter. Voorzien van een krachtige Renault V8-motor kan zijn verkenner, een Dorand AR1-tweezitter, tot vijfduizend meter hoog. Achter hem neemt onderluitenant Louis Desessard foto’s van de vijandelijke linies tussen Lunéville en de Duitse grens. Na de Franse nederlaag tegen de Pruisen in 1870 loopt die dwars door het departement Meurthe-et-Moselle. Steden als Metz, Thionville, Mulhouse en Colmar liggen nu in het Duitse keizerrijk. Nissim checkt zijn dashboard. Hij glimlacht. In vogelvlucht is hij slechts 300 kilometer verwijderd van zijn familie in Parijs. Tegen de gemiddelde snelheid van de Dorand zou het hem net geen twee uur kosten om zijn vader Moïse en zijn zus Béatrice in de armen te sluiten. Een blik in zijn spiegel veegt de glimlach brutaal weg. Achter hem hangen drie Duitse jagers.

    Het petit-hôtel van madame Herbelin en madame Lemaire in de rue de
    Monceau 31 is zeker niet het meest prestigieuze pand aan het chique parc
    Monceau. Maar het heeft charme. In de kleine voortuin bloeien seringen.
    Die zijn net vertrapt. Voor de charme zijn Clément Duval en zijn kompaan
    hier niet gekomen. “Houd die lantaarn hoger!” Wanden vol schilderijen.
    “Rozen en nog rozen, pfff.” Madeleine Lemaire, de eigenares, stelt
    haar werk tentoon op de Salon de Paris, illustreert boeken van Marcel
    Proust en is niet onverdienstelijk op het vlak van stillevens en bloemen.
    Nutteloze rommel van petit-bourgeois. Elke dinsdag van april tot juni
    houdt ze salon. Adellijke telgen en andere fripons eersteklas struikelen er
    over elkaars voeten. Het verhoogt de weerzin van de mannen. Als achter
    hun hielen de vlammen madame Lemaires eigendom likken, zijn al haar
    juwelen en zilverwerk ‘in veiligheid gebracht’. Voor de rechter staat Duval
    met opgeheven hoofd. Hij is geen dief, integendeel. Hij brengt rechtvaardigheid.
    “Waarom hebt u het huis ook nog in brand gestoken?” vraagt de
    rechter. “En effet, c’était inutile,” geeft de anarchist toe, “les parasites
    n’y étaient pas."

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx en Anne-Sophie Moerman

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'La carmagnole', revolutionair lied uit 1792

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • エピソードを見逃しましたか?

    フィードを更新するにはここをクリックしてください。

  • Carlos, Ho, Deng en Pablo, het zijn voornamen als klokken die allemaal een belletje deden luiden in Parijs. Als u soms denkt dat er veel doden vallen in deze podcastreeks, dan heeft u dat goed opgemerkt. Er is al wat bloed gevloeid en, heel eerlijk, vandaag komt daar nog wat bij. Agenten Raymond Dous en Jean Donatini overleven deze aflevering immers niet, zij hebben de pech op Carlos te stoten. Later stoten we met Deng Xiao Ping en Ho Chi Min op revolutionaire rebellen. Gelukkig passeren we aan het slot bij Picasso, Pablo. De schilder. Maar als u denkt dat u zijn schilderijen en zijn verhaal wel kende, dan moet u toch blijven luisteren.

    “Allons-y !” Commissaris Jean Herranz van de DST [Direction de la surveillance du territoire] gebaart zijn collega’s kort. En tegen de verklikker die net ‘gezongen’ heeft: “Tu nous accompagnes!” De man moet zijn verraden kompaan identificeren. Bestemming is het huis nummer 9 in de rue Toullier, een rimpelloze straat tussen het Panthéon en de Sorbonne. De agenten laten hun wapens op kantoor en stappen in een anonieme wagen zonder radioverbinding. “Het ging om een verificatie,” zegt de enige overlevende van de nuit brûlante van 27 juni 1975, “niet om een aanhouding.”

    De Parijse universiteit La Sorbonne is voor velen onlosmakelijk verbonden met de studentenrevolte van mei ’68. Lang daarvoor, in de eerste jaren van de twintigste eeuw, ontkiemen er echter ook al revoluties in dit intellectuele broeinest. Ze worden zelfs een overzees exportproduct: strijders voor de Volksrepubliek China en voor de koloniale ontvoogding van Laos, Cambodja en Vietnam halen de revolutionaire mosterd rechtstreeks in Parijs. Dat is vooral te danken aan één man: Li Shizeng. In 1912 richt deze Chinese Sorbonne-alumnus de beweging Travail et Etudes op en haalt duizenden Chinese studenten naar Parijs, onder wie een zekere Deng en Zhou. Ook vanuit het naburige Indochina, dan onder Frans bewind, trekken jongeren naar Parijs om er te werken en tegelijk te studeren. Onder hen een zekere Ho. En dat heb je met studenten: al snel loopt Li’s goedbedoelde plan om de jongelui wetenschap, techniek en bestuurskunde te leren behoorlijk uit de hand. In de plaats van te leren besturen, leren ze in Parijs vooral hoe besturen omver te werpen.

    Na de Tweede Wereldoorlog staat de Parti communiste français [PCF] ijzersterk. Ze is niet alleen le parti de la Résistance, omwille van haar vooraanstaande rol in het verzet, ze is ook le parti des fusillés, omwille van de hoge tol die ze daarvoor heeft betaald. Tegelijk stelt ze zich op als de partij van de wederopbouw, le parti de la Renaissance française. Daarmee wint ze de stemmen van honderdduizenden arbeiders die weer dromen van brood op de plank. Met thema’s als antikolonialisme, anti-imperialisme, wereldvrede en volksverheffing tout court werkt ze ook als een magneet op wetenschappers, intellectuelen en kunstenaars. Een belangrijke aanwinst is Pablo Picasso. De partijkrant l’Humanité verwelkomt de schilder van Guernica en Les Demoiselles d’Avignon als: “Le plus grand des peintres aujourd’hui vivants dans le monde entier.” In haar rangen beleeft Picasso, die ook al een blauwe en een roze periode achter de rug heeft, er nu ook nog een rode. Die loopt niet altijd over rozen.

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Extra stem: Roan Van Eyck

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'Dimanche à Orly', Bécaud à l'Olympia, Gilbert Bécaud, 1963'Son Montuno', Tierra Va A Temblar, Johnny Colon, 1976'I'm a Fool for Loving you', E.A 1727, Fletcher Henderson, 1936'Singin' the Blues', A 500.389, Fletcher Henderson, 1932'You Fell Victim', Anton Arkhangelsky and Nikolay Ikonikov

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • Sommige uitdrukkingen worden zo vaak gebruikt dat we er niet meer bij stilstaan waar ze vandaan komen. Als we in deze aflevering aankondigen dat twee olifanten op het menu staan, klopt dat, maar het is helaas ook letterlijk het lot van Castor en Pollux. Twee prachtige namen voor twee dieren die het zwaar te verduren krijgen. En dat geldt ook voor deel twee van deze episode. In ‘De ziel van Parijs’ heet dit verhaal Lentebries. Dat klinkt zacht en hoopvol, maar het is kei- en keihard.

    Hoewel Kerstmis in het jaar 1870 ook nog op een zondag valt, viert Parijs geen feest. Al 99 dagen houden de Pruisen de stad hermetisch afgesloten. De Parijzenaars zijn verkleumd en uitgehongerd. Na paarden verschijnen ook honden, katten en ratten op het bord. In de betere restaurants, zoals bij Voisin op de hoek van de rue Saint-Honoré en de rue Cambon, mag het vanavond voor de meest vermogenden zelfs iets meer zijn: heldere soep van olifant en gebraden kamelenbout. Het cynische van de Frans-Pruisische oorlog is dat het de Pruisische staatsman Otto von Bismarck noch om Parijs noch om Frankrijk te doen is, maar om zijn persoonlijke droom: de eenmaking van Duitsland. Om een volk aan elkaar te smeden, weet Bismarck, helpt niets beter dan een buitenlandse vijand. Na een oorlog met Denemarken en een met Oostenrijk laat de Pruisische minister-president nu zijn oog vallen op Frankrijk. Een beproeving voor de trotse hoofdstad Parijs.

    Hoewel operatie Lentebries – Vent Printanier – op de warme zomerdagen
    16 en 17 juli valt, laat ze een vrieskou neerdalen over de moegetergde
    Joodse bevolking van Parijs. Op 13 juli 1942 stuurt Emile Hennequin,
    directeur de la police municipale, zijn geheime circulaire naar alle districtscommissarissen van Parijs en die van de voorsteden: “De bezettingsmacht
    heeft besloten tot de arrestatie en het bijeenbrengen van een
    bepaald aantal buitenlandse Joden.” In negen pagina’s zet hij uiteen
    hoe de verschillende politieafdelingen in deze klopjacht ook vrouwen
    en kinderen moeten arresteren. De hele operatie zal niet worden uitgevoerd
    door Duitsers, maar door Fransen. Drie dagen later vangen agents
    capteurs in een groots opgezette mensenjacht meer dan 13.000 Joden.
    Onder hen bijna 6.000 vrouwen en meer dan 4.000 kinderen. Ze zullen
    hun mannen of vaders, bij vorige razzia’s opgepakt en tewerkgesteld in
    Duitsland, vervoegen, zo wordt hen verteld. Hun echte bestemming is
    Auschwitz-Birkenau in Polen. Een uitroeiingskamp. De tienerzusjes Rosette
    en Paulette Goldfarb overleven het niet. Bij hen en bij de duizenden andere kinderen
    die hij uit Parijs meeneemt, blaast Lentebries het licht uit. Na de oorlog
    wordt het onderwerp taboe. De schuldigen komen ermee weg en maken
    carrière. Met dank aan de man die hen de hand boven het hoofd houdt,
    de machtigste van het land.

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Extra stem: Guillaume Cordeaux

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'Prelude Fugue et Variation Op. 18 - I Prulude', César Franck'Le Grand Duchess de Gerolstein - Act 1 (A cheval sur la discipline)', Jacques Offenbach'Waltz No. 3 in A Minor Op 23 No 2', Frédéric Chopin'Silent Night', Eden Symphony Orchestra Woodwind Quintet'Fugue in G Minor (BWV 558) - Traditional', J.S. Bach'Cello Suite No. 5 in C Minor BWV 1011 - I Prelude', J.S. Bach

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • De wereld staat alweer in brand, niet eens zo lang na ’14-’18. Er woedt opnieuw een oorlog, in de wereld, in Europa, in Frankrijk en natuurlijk in Parijs. En ook in deze aflevering wordt gevochten, gebombardeerd en gewonnen en verloren. We wandelen door de stad in de sporen van Pierre Bonny en Henri Lafont, van Violette Morris, beter bekend als de hyena van de Gestapo en stappen in een Benz-berline waar we op de achterbank naast Adolf Hitler zitten.

    “A partir du 24 décembre, un froid vif envahit toutes les régions du nord et de l’est - cette situation ne s’était pas produite depuis la fin du mois de novembre 1942.” Ook op tweede kerst 1944 vriest het weer de hele dag. Op de troosteloze binnenplaats van de kazerne van Montrouge is de sneeuw al even hard als de kasseien eronder. Als de kleine stoet naar buiten komt, vliegt een vlucht kraaien op. Iemand hoest, een man met een sigaret. Andere mannen dragen een geweer. Achteraan wordt getrokken en gesleurd, iemand wil duidelijk niet verder. Dat is niet omwille van de vrieskou, wel omwille van het vuurpeloton dat klaarstaat. De man met de sigaret laat zich gewillig vastbinden aan de eerste paal, de geweren op zijn hart gericht. Zelfs nu heeft Henri Lafont geen spijt. Net voor het “schouder het geweer” heeft hij de aalmoezenier nog uitgejouwd: “Les cons, faudrait moderniser tout cela. Envoyez une belle Nana à la place d’un curé!”1 Het teken wordt gegeven, de schoten weerkaatsen tegen de kazernemuren. Lafont zakt in elkaar. Zijn kompaan Pierre Bonny spartelt al de hele ochtend tegen, hij kermt en smeekt om genade. Aan de paal laat hij zich zakken, wat het richten bemoeilijkt. Daarom volgt snel het tweede teken. De geweren knallen opnieuw. Ook Bonny is dood.

    Ook op de oorlogsdag woensdag 26 april 1944 verwarmt de zon het achterland van Deauville en Honfleur. Het is al een tijd uitzonderlijk droog in Normandië, waardoor opwaaiend stof elke naderende auto van ver verraadt. Het is na zessen. Op de départementale D27, tussen de ingedommelde gehuchtjes Epaignes en Lieurey, zien de mannen de zwarte Citroën traction avant tussen de velden aankoersen. La voilà! La is niet la voiture, maar elle: zij, de vrouw aan het stuur. Violette Morris is op terugweg naar Parijs als plots na een bocht een grote boerenkar dwars over de kasseien rolt. Salvo’s uit machinepistolen doorzeven auto, bestuurder en passagiers. Onder hen Claude en Henri Bailleul, veertien en twaalf. Zes weken voor de landing in Normandië schakelt de résistance de ‘hyena van de Gestapo’ uit. Maar de kinderen…

    Het is 6 uur ’s ochtends. Etienne haalt de rolluiken van zijn krantenkiosk
    op. Hij heeft hier een uitstekend plekje op het brede trottoir tegenover
    het Café de la Paix, waar de boulevard des Capucines uitmondt op de
    place de l’Opéra. Of hád. Want er komt steeds minder volk, nu veel van
    zijn klanten Parijs zijn ontvlucht. Vandaag is het 23 juni 1940, en dat
    is toch een speciale dag, vindt Etienne. Daags voordien ondertekende
    Frankrijk de wapenstilstand met de Duitsers, en hoewel ze nu al negen
    dagen in de stad zijn, heeft hij zelf nog geen boches gezien. Hij schikt zijn
    dagbladen voor zijn vroege klanten, als plots motorengeronk zijn routine
    verstoort. Hij versteent: “Mon dieu, c’est lui. L’homme qui vient de faire
    tomber la France!” Onder een veel te grote pet herkent Etienne hem aan
    het snorretje.

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx en Anne-Sophie Moerman

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Extra stemmen: Anne-Sophie Moerman, Bert Rymen

    Alle originele muziek in deze aflevering werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • In deze aflevering snijden we een nieuwe wereld aan. Rue de l’Odéon, dat is linkeroever. Van de ene kant naar de andere, van het ene metrostation naar het andere, dat is hoe het er hier aan toe gaat. Eigenlijk moet je een kaart bij je hebben om georiënteerd te blijven. Gelukkig is er de ervaren gids, gelukkig is er Dirk. Samen met Rik duiken ze vandaag in de levensverhalen van Sylvia Beach en Adrienne Monier. Weinig klinkende namen, maar zonder hen was er misschien zelfs nooit sprake van James Joyce en Ulysses. En wat te zeggen van Marthe Richard? Een ervaringsdeskundige die de bordelen van Parijs, waar aan drank en lust geen gebrek was, eigenhandig sloot.

    Heiligen zijn het niet. Wel patroonheiligen. Als er iemand is die de nieuwe lichting schrijvers van na de Eerste Wereldoorlog aanmoedigt, voedt, huisvest, financiert, uitgeeft of voor vervolging verstopt, dan zijn het Adrienne Monnier en Sylvia Beach. De boekhandelaren uit de rue de l’Odéon houden van hun schrijvers, boeken en lezers. En van elkaar. In ‘De onwaarschijnlijke avonturen van Adrienne en Sylvia’ wisselen geluk en zwarte bladzijden elkaar af. Moedig draaien de hartsvriendinnen die telkens om.

    Sinds jaar en dag reist père Antoine, vicaire général, elke eerste donderdag van de maand voor twee dagen naar Parijs, waar hij het interdiocesaan overleg voorzit. Zo ook op deze oktoberdag van het jaar 1939. Op het perron van het Gare du Nord pikt Marcel de eerwaarde trouw op om zijn reiskoffer naar zijn taxi te sjouwen. “Aujourd’hui j’ai une bonne surprise pour vous, m’sieur l’vicaire!”: aan de overkant van het station staat een prachtige berline, donkerblauw met opvallend gele flanken en in het motorrooster ingebouwde koplampen – geheel nieuw voor die tijd – te glimmen voor Hotel Terminus Nord. De obers staan goedkeurend rond het nieuwste model Peugeot 402 version taxi te gesticuleren. “Qu’en pensez-vous m’sieur l’vicaire?” “Elle est de toute beauté mon cher, bravo!” De ronde, glooiende vormen van Marcels nieuwe beauté doen de gedachten van de vicaire général reeds uitgaan naar zijn bestemming. “Au Vatican, m’sieur l’vicaire?”

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx en Anne-Sophie Moerman

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'J'ai Deux Amours', Dis-moi Joséphine, Joséphine Baker, 1930

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • Parijs, dat is veel, maar zeker ook de Eiffeltoren. Al had het anders kunnen lopen toen een guitige gangster probeerde de toren te verkopen aan een nietsvermoedende ijzerhandelaar. Verder veel bloed in deze aflevering met een bruiloft waar vele doden vielen en tenslotte het verhaal waarom Parijs er vandaag uitziet zoals het eruit ziet. Met dank aan Georges-Eugène Haussman.

    April 1925. In het chique Hotel de Crillon aan de place de la Concorde komen zes heren samen om een uiterst geheime en gevoelige zakendeal te bespreken: de verkoop van de Eiffeltoren. Vanuit hun prestigieuze suite op de derde verdieping hebben ze een prachtig uitzicht op de trots van de Wereldtentoonstelling van 1889, een gigantische stalen bekroning van honderd jaar Franse Revolutie. Rond de tafel zitten vijf zaakvoerders van grote Franse schrootbedrijven. De zesde is een hoge functionaris van het ministerie van PTT (Postes, Télégraphes et Téléphones), dat de Eiffeltoren beheert. Hij heeft het gezelschap samengebracht. De sales pitch kan beginnen.

    Op zondagavond 7 mei 2017 is de 39-jarige Emmanuel Macron de nieuwe president van Frankrijk.1 Uitzinnig van vreugde stromen de Parijzenaars toe aan het Louvre, waar hun favoriet zijn dankwoord zal uitspreken. Langs de rue de l’Amiral de Coligny rijdt zijn wagen de discrete Cour Carrée op aan de achterzijde van het wereldberoemde
    museum. Dan verschijnt hij in gedempt licht, plechtig afdalend van de trappen naar de grote Cour Napoléon. Boven tienduizenden hoofden deinen tricolores mee op de tonen van de ‘Ode aan de Vreugde’, het Europese volkslied, waarop de nieuwe president naar het podium schrijdt. Zijn allereerste woorden, “Merci mes amis!”, zitten al even raak als zijn muziekkeuze. Het derde zinnetje van de hymne, “una in diversitate”, één in verscheidenheid, klinkt als een droom. Zeker tegenover het rabiate “Dood ze allen!”, enkele eeuwen voordien, op dezelfde plek.

    Op een avond in 1854 verlicht een zwak schijnsel een van de kleinere ramen in het dak van het Hôtel de Ville. Het is al laat, maar Georges-Eugène Haussmann is nog aan het lezen voor zijn belangrijke ontmoeting, morgen. Niet in zijn grote kantoor maar in zijn bescheiden privéstudeerkamer enkele gangen verderop in het stadhuis. Hij leest een paragraaf opnieuw: “Parijs is een immens atelier van verrotting, waar de miserie, de pest en de ziektes elkaar versterken, waar geen zonlicht noch lucht doordringt in de nauwe stegen, waar de planten verwelken en waar vier op de zeven kinderen sterven binnen het jaar.”

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Extra stem: Bert Rymen

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'Symphony #9 in D Minor, Op125 ‘Choral’. Ode to Joy', Ludwig Van Beethoven'Summer in G Minor RV315 - III Presto', Antonio Vivaldi'Requiem in D Minor, K.626. Sequence: VI. Lacrimosa dies Illa', W.A. Mozart'Suite Bergamasque, L.75_III_Clair De Lune', Claude Debussy

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • ‘De Ziel van Parijs’, die vind je niet alleen overdag. Ook, en misschien, soms vooràl, ’s nachts, vibreert de stad. Er is uiteindelijk licht genoeg en er waren altijd dames van lichte zeden die zich op horizontale wijze een weg door het leven baanden. Maar avonden en nachten geven ook de kans aan wie rauwe plannen heeft. Zoals die avond van de 31ste juli 1914 waarop één Parijse man het leven liet en zo onsterfelijk werd.

    Een Grande Horizontale is in Frankrijk geen begrip uit de meetkunde of de architectuur, maar uit de prostitutie. Voor de overgrote meerderheid van prostituees in het Parijs van halfweg de negentiende en begin twintigste eeuw is prostitutie een kwestie van overleven. De sector wordt geplaagd door bittere armoede en uitbuiting. Toch slagen enkele zeldzame gevallen erin vanuit hun horizontale positie een verticale klim op de sociale ladder te maken. Op chaises longues of in lits de parade werken deze keizerinnen der betaalde liefde zich op tot zogenaamde Grandes Horizontales. Schoonheid, zang- of acteertalent kunnen daarbij helpen, maar tomeloze ambitie en rücksichtslos doorzettingsvermogen zijn de echte troeven om als grisette, lorette, cocotte of demi-mondaine de top te bereiken en fortuinen te verdienen.

    Vrijdag 31 juli 1914: “Hoe is deze vreselijke ramp kunnen gebeuren? We moeten het vertellen. We moeten deze verschrikkelijke gebeurtenis hier vastleggen voor de geschiedenis!” Zwaar aangeslagen schrijft journalist Marcel Cachin zijn verslag over de moord op zijn baas, Jean Jaurès. Het socialistische parlementslid, medestichter van de Section française de l’internationale ouvrière (SFIO), oprichter en politiek directeur van de socialistische krant l’Humanité, is twee uur voordien neergeschoten in Restaurant du Croissant in de rue Montmartre, op twee huisnummers van de redactie. Het is middernacht, Cachins kopij moet naar de persen. Morgen staat Parijs op zijn kop.

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'Nocturnes, L91 #1 Nuages', Debussy

    Enkele strofen van het nummer 'Jaurès' (c) Jacques Brel, 1977, werden illustratief gebruikt van op het album Les Marquises, uitgegeven door Barclay.

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • ‘Vaut le détour’ lees je in Franse reisgidsen, maar dat lees je natuurlijk niet over Parijs. De stad zal door niemand overgeslagen worden en staat eeuwig in de Franse toeristische top 10. Maar binnen de hoofdstad zélf is het altijd kiezen waar je heen moet en dan is een echte kenner welkom om je mee te voeren naar die plekken waar je zelf nooit aan zou denken. Zijn vandaag de omweg waard: Théâtre des Bouffes-Parisiens met Arletty, Longjumeau met Lenin en de Eglise St-Roch met John Law.

    Eind augustus 1944, na de bevrijding van Parijs, worden rekeningen vereffend. Ook Arletty, de populairste actrice van Frankrijk, moet verantwoording afleggen, voor een liefdesrelatie met een Duits officier. De ster uit Hotel du Nord en tientallen andere films, theaterstukken, revues en musicals is voor ondervraging meegenomen. Maar Arletty vindt l’amour geen misdaad. Met haar felle theaterbek en haar pikante replieken bijt ze van zich af.
    “Vous avez couché avec un Allemand?”
    “Ah! Si vous ne vouliez pas que l’on couche avec les Allemands, fallait pas les laisser entrer!”
    “C’est de not’ faute alors?”
    “Bèn, en tout cas, la chute de la France n’était pas mon idée!”
    De verbale mokerslagen volgen mekaar op. De mannen van de Milice Patriotique, aan de andere kant van de tafel, worden woedend. Arletty doet er nog een schepje bovenop – eentje te veel. Iemand springt overeind en richt zijn mitrailleur. In een tel ziet ze de zesenveertig jaren van haar wervelende leven voorbijflitsen. Nochtans was het goed begonnen.

    Het wielrennen verliest aan de Oktoberrevolutie een talentrijke coureur. Want Lenin, zo bleek tijdens zijn ballingschap in Parijs, had een bijzondere voorliefde voor de fiets. Met gespierde benen, stalen hart en gevreesd doorzettingsvermogen heeft de toekomstige Voorzitter van de Raad der Volkscommissarissen van de Unie der Socialistische Sovjetrepublieken het profiel van een Tour de France-winnaar. Maar neen. In plaats van op de gele trui werpt hij zich op de rode vlag, op de verheffing van het proletariaat.

    In Venetië, halfweg tussen het San Marcoplein en de Galleria dell’ Accademia, ligt de San Moisèkerk. Wie vanuit het felle licht van de lagune het donkere portaal betreedt, riskeert onbewust op een graf te gaan staan. Een kleine ruitvormige steen bij de ingang draagt de inscriptie Honori et memorial Joannis Law Edinburgensis Regii Galliarum Aerarii Prefecti Clarissima – vrij vertaald: ‘Ter herinnering aan John Law van Edinburgh, de meest onderscheiden controleur van financiën der Franse koningen.’1 Hoe komt de eerste centraal bankier van Frankrijk, tegelijk ondernemer van een internationale handelsmaatschappij, terecht onder een tegel van een Italiaanse kerk in plaats van in een Parijs praalgraf?

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'I'm a Fool for Loving you', E.A 1727, Fletcher Henderson, 1936'Coeur de Parisienne', Arletty'Voulez-vous Jouer avec Moa', Arletty'Thy Hand Belinda, Dido and Aeneas', Henry Purcell'Les Indes Galantes - Menuets I & II', Rameau'Prelude and Fugue in C Major - BWV 545 - Prelude', J.S. Bach'Cello Suite No 5 in C Minor BWV 1011-IV-216', J.S. Bach

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • Hier begint het, de grote tocht door en naar De ziel van Parijs. Voor wie het boek las, zorgde dit alleen maar voor honger naar meer. Wie het boek nog niet las, kan hier beginnen te proeven. Vandaag op het menu: het verhaal van Rose Valland, een vrouw voor wie de kunstwereld een standbeeld zou mogen oprichten, Coco Chanel, een icoon dat het liefst een deel van haar eigen leven zou uitwissen en Napoleon III, een keizer met een minuscuul pleintje voor de Gare du Nord.

    Op Allerheiligen 1940 brengt Rose Valland, assistent-conservator
    van het Musée du Jeu de Paume, geen chrysanten naar overleden
    familieleden. Nee, de droefheid die ze voelt, is van een heel andere
    orde. Uitgerekend ‘haar’ museum is door de nazi’s aangeduid als
    triagecentrum van waaruit ze de buit van hun massale kunstroof
    doorsturen naar het Derde Rijk. Rose leeft voor haar passie, en
    kiest ervoor een belangrijke taak te volbrengen: het repertoriëren
    van de gestolen werken, zodat ze – wie weet – ooit aan hun rechtmatige
    eigenaars kunnen worden teruggeven. Al snel ondervindt
    ze hoe riskant haar onderneming is. De kleinste fout kan haar het
    leven kosten.

    Roos, sandelhout en jasmijn zijn de toonaangevende aroma’s van het
    iconische parfum Chanel N°5. Maar in het succesvolste flesje ter wereld
    zitten ook minder florissante toetsen zoals afgunst, hebzucht en een
    vleug collaboratie. Het is een pagina die vaak uit het leven van de grote
    couturière-parfumière wordt gewist. Nochtans voerde de ‘Iron Lady
    van het parfum’ vanuit haar hoofdkwartier in de rue Cambon 31 een
    jarenlange, onwelriekende strijd tegen de Joodse ondernemersfamilie
    Wertheimer. Die is sinds het prille begin hoofdaandeelhouder van Les
    Parfums Chanel, en vandaag de enige eigenaar van het wereldwijde
    Chanel-imperium. Het scheelde echter niets of de familie was tijdens de
    Tweede Wereldoorlog haar bedrijf kwijtgespeeld aan mademoiselle. Met
    dank aan de nazi’s.

    “De industrie is een machine die draait zonder regelaar. Het maakt haar
    niet uit op welke drijfkracht. Als een echte Saturnus van de arbeid verslindt
    ze haar eigen kinderen en leeft slechts van hun dood.” Het had een
    citaat van Karl Marx of Friedrich Engels kunnen zijn. Aan het woord
    is de gefortuneerde 36-jarige prins Louis-Napoleon Bonaparte, neef van
    Napoleon, in zijn essay Extinction du paupérisme. Hij pent het in 1844
    neer in de gevangenis, nadat hij veroordeeld is tot levenslang. Niemand
    ziet in deze dromer-avonturier de komeet die zich in zes jaar tijd pijlsnel
    zal opwerken van gevangene tot volksvertegenwoordiger, president van
    de republiek en keizer van Frankrijk. Maar eerst moet de bezieler van het
    Second Empire zien te ontsnappen uit het zwaarbewaakte Fort van Ham.

    Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck

    Scenario en regie: Karel Dierickx

    Montage: Stef Lenaerts

    Mix en muziek: Jordan Hudson

    Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.

    In deze aflevering horen we ook fragmenten uit:

    'I'm a Fool for Loving you', E.A 1727, Fletcher Henderson, 1936'Singin' the Blues', A 500.389, Fletcher Henderson, 1932'Blue Lou', A 500.389, Fletcher Henderson, 1932'We'll meet again', Jack Hylton & His Orchestra, vocal by Dolly Elsie'S Blues#1', Buddy Bolden'Suite Bergamasque, L.75_III_Clair De Lune', Debussy'When You’re Smiling', King Oliver

    See omnystudio.com/listener for privacy information.

  • De langverwachte podcast bij het gelijknamige boek. Auteur Dirk Velghe en meesterverteller Rik Van Puymbroeck nemen u mee op een onvergetelijke reis langs bijzondere mensen, plekken en geschiedenissen. De ideale podcast om bij weg te dromen naar de Lichtstad of als compagnon de route op bezoek in Parijs. De tien afleveringen zijn beschikbaar vanaf 17 augustus.

    Parijs, dat is de metro. Haltes, gierende remmen, openslaande deuren, stappen, gedrom. Parijs is een metropool, en daarom dus de metro als soundtrack voor Parijs, de ondergrondse als metronoom voor haar ziel. Dirk en ik nemen u mee op een trip door de lichtstad en in de tijd – elke halte is een nieuw verhaal, elke locatie een onwaarschijnlijke ontmoeting. - Rik Van Puymbroeck

    See omnystudio.com/listener for privacy information.