Episoder
-
Inleiding op parashat Ki Tetzei
Deuteronomium 21:10 ā 25:19, Handelingen 8:23-40 en Jesaja 54:1ā55:5.
Gedurende 7 weken staan de vertroostingen van Jesaja aan zijn volk centraal.
De haftarah lezing sluit aan bij die van vorige week Jes.51:12-52:12. We zullen deze vertroosting nader bestuderen. Gods toorn duurt slechts een ogenblik maar Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, Jesaja 54. En de verzen van Jesaja 56:1 ā 8 bevatten vertroostingen voor de vreemdelingen, voor al degenen die menen buitengesloten te zijn van de beloften en Gods ontferming. De moeite van het beluisteren waard wanneer je meer wilt weten over de persoonlijke dienst in Gods huis waartoe ook de vreemdeling geroepen is.Robert Berns
Support the show
-
Support the show
-
Mangler du episoder?
-
Liederen om bij/na de studie te luisteren:
Psalm 119 - Geen woord te veel kaph en lamed
Psalm 128 - Dat zal ik vragen
Psalm 129 - Gerechtigheid bij God
Psalm 130 - Uit de diepten
Red Mij Heer (Psalm 130)
Alexis Ffrench - BluebirdSupport the show
-
LEMA' ANCHA - Zegen van de Vader, door jullie, voor hen.
Website Lema'ancha
Support the show
-
Support the show
-
Parasha Reāeh
Te lezen: Deut. 11:26 ā 16:17 / Jes. 66:1ā24 / Joh. 6:35-51
Inleidend vers:
Zie, ik houd u heden zegen en vloek voor:
de zegen, als u luistert naar de geboden van de HEERE, uw God, die ik u heden gebied;
de vloek, als u niet luistert naar de geboden van de HEERE, uw God, en van de weg afwijkt die ik u heden gebied, om achter andere goden aan te gaan, die u niet gekend hebt.Deut. 11:26 ā 28 (HSV)
Deze parasha begint met de oproep van Mozes aan het volk om āte zienā. Hij spoort hen aan, op de drempel van het beloofde land, de gevolgen van hun keuzes met eigen ogen te erkennen. De parasha legt de nadruk op de wetten en voorschriften die de IsraĆ«lieten moeten naleven bij hun aankomst in het land. Mozes onderwijst de generatie die het land zal binnentrekken over belangrijke onderwerpen, zoals de vernietiging van afgoderij, de wetten van tienden, liefdadigheid, dieetvoorschriften, de feestdagen, en de verplichting om offers uitsluitend te brengen op de door God aangewezen plaats. In deze studie zullen we enkele van deze onderwerpen in hun onderlinge samenhang bespreken.
Support the show
-
Support the show
-
Support the show
-
Support the show
-
Support the show
-
Te lezen met Parashat Devariem: Deuter. 1:1 ā 3:22, de Haftarah is Jesaja 1:1ā31. In de studie behandelen we EzechiĆ«l 36 en uit de berit Chadashah HebreeĆ«n 3:1-6 en 1 Petrus 2:4-10.
Waarom heeft de HERE zo met dit land en volk gedaan? Deut.29:24 Gideon stelde eenzelfde vraag: Och, mijn Heer, indien JaHWeH met ons is, waarom is dit alles ons dan overkomen? De eerste opdracht die Gideon dan krijgt en gehoorzaam uitvoert, staat in vers 25 ā 26a In die nacht nu zeide JaHWeH tot hem: Neem een stier van uw vader, namelijk de tweede stier van zeven jaar, haal het altaar van BaƤl, dat van uw vader is, omver en houw de gewijde paal om, die daarbij staat. Bouw dan een altaar voor JaHWeH, uw God. Die vraag waarom is aan ons dit alles geschied? werd door Yisrael Meir Lau, de Askenazische opperrabbijn in IsraĆ«l op 6 januari 2005 op de hoofdpagina van de Jeruzalem Post beantwoord met: De vloeken genoemd in Leviticus 26 en Deut.28 kwamen gedurende de Holocaust over ons. Waarom geschiedde dat alles? EzechiĆ«l 36 en Jesaja 1 noemen dan de afgoderij en bloedschulden waardoor het land verontreinigd werd en zijn inwoners verslond en uitspuwden. En dan zult gij daar JaHWeH, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. Wanneer het u bang zal zijn en in de toekomst al deze dingen u zullen overkomen, dan zult gij u bekeren tot JaHWeH, uw God, en naar Hem luisteren. Deuter.4:28ā30 De Eeuwige is echter getrouw aan Zijn onvoorwaardelijke verbond. Ik zal u weghalen uit de volken en u bijeen vergaderen uit alle landen, en Ik zal u brengen naar uw eigen land; Ik - JaHWeH - zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen; een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt. Gij zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb; gij zult Mij tot een volk zijn en Ik zal u tot een God zijn. Ik zal u van al uw onreinheden verlossen. Ezech.36:26-29 Uit deze verzen blijkt dat JaHWeH Zelf het water ter ontzondiging over Zijn volk zal sprengen. Alleen de hogepriester Melchizedek komt daarvoor in beeld, want Hij is gezeten aan de rechterhand van de Almachtige. Hij is het die een volkomen verzoening bewerkt heeft en de vloek van het verbond gedragen en de zonden weggedragen heeft. Robert Berns, 10-08-2024
Support the show
-
Support the show
-
Parshot Matot - Masei
De lezingen van de parshot Matot - Masei zijn: Numeri 30:1 ā 36:13 en Jeremia 2:4-28, 3:4, 4:1-2 en Jesaja 1:1-2. In de uitleg van deze parshot zal gefocust worden op de derde aliyot; dit zijn Numeri 31:13-24 en Numeri 33:54 - 34:15. We lezen hier dat de IsraĆ«lieten wraak genomen hebben op de Midianieten, maar dat de vrouwen en kinderen daarbij gespaard werden. Dit maakt Mozes erg boos. Waarom wordt hij hier zo boos om? We zullen zien dat dit alles te maken heeft met de ban. Ook bekijken we wat Yeshua met de ban te maken heeft. Verder zullen we zien dat de ban ook op de KanaƤnieten van toepassing was, maar niet op de buurlanden van IsraĆ«l. We lezen zelfs een bijzonder actuele en positieve profetie voor Gaza. Dit en meer in het Leerhuis van deze weekā¦!
Support the show
-
Support the show
-
Parasha Pinchas
Te lezen: Num. 25:10 ā 29:40 (30:1) ; 1 Kon. 18:46 ā 19:21; Joh. 2:13-25
Inleidend vers:
Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester AƤron, heeft Mijn grimmigheid over de Israƫlieten afgewend, doordat hij zich in hun midden met ijver voor Mij heeft ingezet, zodat Ik de Israƫlieten niet in Mijn na-ijver vernietigd heb. Zeg daarom: Zie, Ik geef hem Mijn verbond van vrede: hij, en zijn nageslacht na hem, zullen het verbond van het eeuwige priesterschap hebben, omdat hij zich voor zijn God heeft ingezet en verzoening voor de Israƫlieten heeft gedaan.
Num. 25:11-13 (HSV)
De parasha van deze Shabbat sluit aan op de vorige, waarin Pinchas uiteindelijk een belangrijke rol speelt. Het volk van Israƫl werd verleid tot afgoderij en immoraliteit door de vrouwen van Moab, wat resulteerde in een plaag die duizenden levens eiste. Deze rebellie vond plaats in het hart van de gemeenschap, zelfs voor de ogen van Mozes, op de plek waar hij de goddelijke openbaringen ontving. Op dat moment grijpt Pinchas in en doodt Zimri, een leider van de stam Simeon, en Kozbi, de dochter van een Midianitische koning, vanwege hun openlijke overspel. De plaag stopt onmiddellijk en de Eeuwige biedt Pinchas een verbond van vrede aan.
In deze studie zullen we niet alleen uitgebreid stilstaan bij dit verbond van vrede, maar ook nadenken over de ijver van Pinchas en wat wij hiervan kunnen leren. We zullen dit verder verbinden met andere elementen uit deze parasha: de aankondiging van Jozua als nieuwe leider, de verdeling van het land, en de vastgestelde tijden.
Support the show
-
Inleiding op Parashat Balak Numeri 22:2 ā 25:9 , Micha 5:6(7)ā6:8 en Johannes 18:29-19:22
Balak huurt de ziener Bileam in om IsraĆ«l te vervloeken. Het was alom bekend dat Bileamās woorden iets uitwerkte. Bileam spreekt recht omdat hij als priester optreedt tussen strijdende partijen. Balak meent een rechtsgeding met IsraĆ«l te hebben. Bilieam laat hem tot driemaal toe 7 altaren oprichten. God antwoordt hem door Bileam drie keer in dezelfde zin: Num. 24:9b Gezegend, die Jakob zegent; en die IsraĆ«l vervloeken, vervloekt! Het is niet goed wanneer zegen en vloek uit dezelfde mond komt. Wat we belijden werkt voor nu en later wat uit. Onze belijdenis doet ertoe. Hebr.3:1 ā 6 Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de apostel en hogepriester van onze belijdenis, Jesjoea de Gezalfde, die getrouw is jegens Hem, die Hem heeft aangesteld, evenals ook Mozes getrouw was in zijn huis. Heilige broeders zijn geroepen om een koninklijk priesterschap te vormen. In de Messias heeft Gods voornemen voortgang gevonden. Daarom bespreken wat de belijdenis en het vernieuwde priesterschap in het nieuwe verbond voor gelovigen inhoudt.
Robert Berns, 21-07-2024Support the show
-
Support the show
-
Beste luisteraars de schrift gedeelten op deze sabbat Choekat, Num 19:1-22:1; Richt 11:1-33; Joh 3:1-21 en Hebr. 10:22 openen een aantal themaās, maar wat is de samenhang?
Chuqat , chet en qof, afgeleid van chaqaq ā voorschrijven van de wet, in steen beitelen of graveren in goud, zilver, koper e.d. Wat schrijft de Koning en Rechter, onze wetgever door Zijn Geest op onze harten van vlees.
Dat wat de HEERE met de mens afgesproken heeft om te doen, opdat wij Hem, onze hemelse Vader vreugde bereiden. Zo stelt Hij: Op die tijd ben jij er omdat Ik er ben. Op die plaats ben je omdat Ik daar met jou heb afgesproken. Deze opdracht geef Ik jou, vervul het in gehoorzaamheid wat het je ook mag kosten.Dit is wat Ik je vraag om Mij te geven. Je nadert op de tijd en de plaats, maar ook op de wijze die Ik met je heb afgesproken. Je zonden moeten bedekt Zijn door bloed en je leven moet met het water ter ontzondiging gereinigd zijn van de doorwerking van de dood. Dat kan slechts op grond van de as van een volkomen zondoffer, dat in zijn geheel, met een volkomen rode huid en haar, met ingewanden, vet en bloed op het altaar buiten de legerplaats, geofferd is.
Samen met water uit een stromende bron, waarvan hier gezongen wordt, zal de as van de rode koe, het water tot ontzondiging zijn, waarmee Ik de ongerechtigheden van de dode drekgoden van Mijn volk zal wegnemen, Ezech.36:25. Door Zijn dood heeft de Messias hem overwonnen, die de macht had over de dood. Hij, de volmaakte Mensenzoon, daarvan spreekt het cederhout, de Hysop en de wol in karmozijn geverfd, heeft de dood en de angst voor de dood overwonnen.
Daarom zien wij nu in geloof op Hem, die ons redt van de wet van de zonde en de wet van de dood, Rom.8:2. Zoals Mozes in de woestijn, voor al degene die stervende waren omdat zij gebeten waren, de koperen slang, een vurige seraf oprichtte. Wie erkende dat hij gezondigd had en zijn hart en oog richtte op dat wat zijn oordeel wegnam. vond genade, vergeving, herstel en leven.
Wie Zijn heilzaam woord, dat hem in eerste instantie veroordeelde, echter niet ter harte nam bleef in het oordeel van de dood, en kwam in zijn ongehoorzaamheid aan Gods bevel om. Myriam komt te overlijden nadat zij genade en genezing en reiniging gevonden had van haar dodelijke huidvraat. Aaron vond vergeving van de ontheiliging van de Naam al werd de straf vanwege zijn ongehoorzaamheid niet weggenomen. Hij miste daardoor in dit leven een deel van de beloning op zijn dienst aan de Eeuwige.
Shalom,
Presentator: Robert Berns
Support the show
-
Support the show
-
Inleiding op Parashat Korach
Numeri 16:1 ā 18: 22, 28:9 ā 15 , 1 Sam.11:14 ā 12:22 , Jesaja 66:1 ā 24 en 1 Petrus 2:4 ā 10Mozes en Aaron waren priesters voor Gods aangezicht omdat JHWH hen daartoe geroepen had. Niemand matigt zich die bevoegdheid aan. Korach een Leviet die de hogepriester in het heiligdom mocht naderen en de heilige voorwerpen mocht dragen betwistten echter uit naijver en zelfzucht het gezag en de positie van Aaron en Mozes. Het ontging hem dat hij mocht dienen in de nabijheid van JHWH. Het is altijd al Gods plan geweest dat allen eens als priesters Hem zouden dienen, dat lezen we bij de verbondssluiting Exodus 19:6 en in dezelfde bewoording bij het vernieuwde verbond 1 Petrus 2:9 āGij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendomā. Ook de apostel Johannes verkondigt hetzelfde in Openbaring 1:6 Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader gemaakt, en in Openbaring 20:6 Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van de Moshiach zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, duizend jaren. De profeet Jesaja noemt in Jesaja 61:6 dat tijdens het Millenium āGij zult priesters des HEREN heten, dienaars van onze God genoemd wordenā. In de wedergeboorte heeft Jesjoea u en mij een nieuwe identiteit gegeven, wij zijn Zijn priesters. De werken die Hij tevoren voor ons bereid heeft vloeien o.a. voort uit onze identiteit als priesters. Staan wij in de dienst van de gebeden voor het land en volk, van verootmoediging en schuldbelijden, in de dienst van de verzoening en vergeving aanzeggen. Hij bereid ons nu al voor op die taak in het Millennium, het is een deel van onze erfenis. Laten we er ernst mee maken zoals een SamuĆ«l die zijn volksgenoten bemoedigt met deze woorden: Want de HERE zal zijn volk niet verstoten, om der wille van zijn grote naam. De HERE heeft immers verkozen u tot zijn volk te maken. Wat mij betreft, het zij verre van mij, dat ik tegen de HERE zou zondigen door op te houden voor u te bidden; ik zal u de goede en rechte weg leren. Vreest slechts de HERE en dient Hem trouw met uw ganse hart, want ziet, welke grote dingen Hij onder u gedaan heeft. 1 SamuĆ«l 12:22-24 Robert Berns, 6-7-2024
Support the show
- Se mer