Bölümler

  • Deze week een lyrische tekst, een rauwe tekst, een tekst die er geen doekjes om windt. Een tekst die het volk een duidelijke boodschap wil geven en dit heel beeldend beschrijft.
    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Naakt en rauw via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, http://www.gelukkigdemens.nl/152-naakt-en-rauw of je eigen podcastapp.
    De HEER richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, je moet Jeruzalem haar gruwelijke gedrag voor de voeten werpen. Dit zegt God, de HEER, tegen haar: Van oorsprong ben je een Kanaänitische, je werd geboren uit een Amoritische vader en een Hethitische moeder. Op de dag dat je geboren werd, was er niemand om je navelstreng door te snijden of om je schoon te wassen, niemand om je met zout in te wrijven of in doeken te wikkelen. Niemand deed een van die dingen voor je, niemand keek naar je om, niemand had medelijden met je. Op de dag dat je geboren werd, werd je ergens op een akker achtergelaten, zo weinig waarde werd er aan je leven gehecht.
    Toen kwam Ik voorbij en zag hoe je in je bloed lag te spartelen. Ik zei tegen je, terwijl je onder het bloed zat: “Leef! Blijf in leven, bedekt met bloed als je bent.” Ik liet je groeien als een bloem in het veld: je groeide, je werd groot en je werd hoe langer hoe mooier. Je kreeg stevige borsten, je kreeg schaamhaar, maar je was nog naakt. Ik kwam voorbij en zag dat je rijp was voor de liefde, Ik spreidde mijn mantel over je uit om je naaktheid te bedekken. Ik zwoer je trouw, Ik sloot een verbond met je – spreekt God, de HEER – en je werd de mijne. Ik waste je met water, Ik spoelde het bloed van je af, Ik wreef je in met olie. Ik kleedde je in bonte kleuren, Ik gaf je sandalen van zacht leer, een linnen sluier en zijden doeken. Ik tooide je met sieraden, Ik deed armbanden om je polsen en een ketting om je hals, Ik deed een ringetje door je neus, Ik gaf je oorbellen en zette een prachtige kroon op je hoofd. Jij tooide je met al dat goud en zilver, je kleren waren van linnen en zijde en hadden de mooiste kleuren, je eten werd bereid met fijn meel, met honing en olie, en heel, heel mooi werd je, als een koningin. Je was bij alle volken beroemd om je schoonheid, en je schoonheid was volmaakt want ze kwam van Mij – spreekt God, de HEER.
    [...]

  • Dit is een aflevering die gevoelig kan liggen. Het is een aflevering over het volk Israël en het land wat God hen beloofd heeft. Een tekst die eeuwen oud is, maar vandaag de dag nog steeds gebruikt wordt. Maar wordt hij ook goed gelezen?
    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Standvastig en vastberaden via Spotify, Pocketcasts, Apple Podcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/151-standvastig-en-vastberaden of je eigen podcastapp.
    Jozua 1:1-9
    Na de dood van Mozes, de dienaar van de HEER, zei de HEER tegen Jozua, de zoon van Nun en de rechterhand van Mozes: ‘Nu mijn dienaar Mozes is gestorven, moet jij je gereedmaken om met heel dit volk de Jordaan over te trekken en het land binnen te gaan dat Ik het volk van Israël zal geven. Elk stuk grond dat jullie zullen betreden geef Ik jullie, zoals Ik Mozes heb beloofd. Jullie gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de grote rivier, de Eufraat, met het land van de Hethieten, tot aan de Grote Zee in het westen. Zolang je leeft zal niemand tegen je kunnen standhouden. Zoals Ik Mozes heb bijgestaan, zo zal Ik ook jou bijstaan. Ik zal niet van je zijde wijken en je niet verlaten. Wees vastberaden en standvastig, want onder jouw leiding zal dit volk het land verkrijgen dat Ik hun voorouders onder ede heb beloofd. En houd je vóór alles vastberaden en standvastig aan de wet waarin mijn dienaar Mozes je heeft onderwezen. Wijk daar op geen enkele manier van af, opdat je in alles wat je doet zult slagen. Leg dat wetboek geen moment terzijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij.’

  • Eksik bölüm mü var?

    Akışı yenilemek için buraya tıklayın.

  • Aflevering 150! In de afgelopen jaren hebben we honderdvijftig afleveren van deze podcast gemaakt. En het is weer een mooie aflevering geworden. Een aflevering over het ultieme recht. Recht met mythische proporties. Het laatste oordeel.
    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 7 via spotify, pocketcasts, apple podcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/150-het-laatste-oordeel-recht-deel-8 of je eigen podcastapp.
    Openbaringen 20
    Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten. Ook zag ik tronen, en degenen die erop zaten mochten rechtspreken. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met Christus. De andere doden kwamen niet tot leven voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is de eerste opstanding.
    Gelukkig en heilig zijn zij die deel hebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priester van God en van Christus zijn en duizend jaar lang samen met Hem heersen.
    Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, zo veel mensen als er zand is bij de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid.
    Toen zag ik een grote witte troon en Hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van Hem weg en verdwenen in het niets. Ik zag de doden, groot en klein, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel. Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid.

  • Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen. Een van de vele bekende verzen uit de Bijbel. Maar weinig moderne Bijbellezers weten wat deze uitspraak betekent en waar het vandaan komt. En wat heeft het met recht te maken?

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 7 via spotify, pocketcasts, apple podcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/119-recht-deel-7 of je eigen podcastapp.

    Johannes 8:1-11
    Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgen was Hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar Hem toe, Hij ging zitten en gaf hun onderricht. Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt U daarvan?’ Dit zeiden ze om Hem op de proef te stellen, om te zien of ze Hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bleven aandringen, richtte Hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ Hij bukte zich weer en schreef op de grond. Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten Hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand, Heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’

  • Deel 6 in de reeks over het Recht. En deze week een verhaal met mythische proporties. Het verhaal over Salomo, twee vrouwen en een baby.

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 6 via spotify, pocketcasts, applepodcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/148-recht-deel-6 of je eigen podcastapp.

    1 Koningen 3:3-28

    Salomo zelf toonde zijn liefde voor de HEER door te handelen naar wat zijn vader David hem had voorgehouden, maar ook hij bracht zijn offers en brandde wierook op de offerplaatsen. Zo ging de koning op een keer naar Gibeon, de belangrijkste offerhoogte van het land, om er te offeren. Wel duizend dieren droeg hij daar op het altaar als brandoffer op. Die nacht verscheen de HEER hem daar in een droom. ‘Vraag wat je wilt,’ zei God, ‘Ik zal het je geven.’ Salomo antwoordde: ‘U bent uw dienaar, mijn vader David, altijd goedgezind geweest, omdat hij U trouw toegewijd was en steeds eerlijk en oprecht was tegenover U. U hebt hem een grote gunst bewezen door hem een zoon te geven die nu op zijn troon zit. U, HEER, mijn God, hebt mij als opvolger van mijn vader David als koning aangesteld. Maar ik ben nog zo jong en ik heb geen ervaring. Ik sta nu voor de taak uw uitverkoren volk te leiden, een volk zo talrijk dat het niet te tellen is. Schenk uw dienaar een opmerkzame geest, zodat ik uw volk kan besturen en onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Want hoe zou ik anders recht kunnen spreken over dit immense volk van U?’ Het beviel de Heer dat Salomo juist hierom vroeg, en Hij zei tegen hem: ‘Omdat je hierom vraagt – niet om een lang leven of grote rijkdom of de dood van je vijanden, maar om het vermogen om te luisteren en te onderscheiden tussen recht en onrecht – zal Ik je wens vervullen. Ik zal je zo veel wijsheid en onderscheidingsvermogen schenken dat je iedereen vóór jou en na jou overtreft. Ook waar je niet om gevraagd hebt zal Ik je geven: zo veel rijkdom en roem dat geen enkele andere koning je tijdens je leven zal evenaren. E n als je Mij gehoorzaamt en je houdt aan mijn bepalingen en geboden, zoals je vader David dat deed, zal Ik je een lang leven schenken.’ Toen Salomo wakker werd, besefte hij dat hij een droom had gehad. Bij zijn terugkomst in Jeruzalem ging hij naar de ark van het verbond met de Heer, waar hij brandoffers en vredeoffers bracht. Hij nodigde al zijn hovelingen voor het feestmaal uit.
    [...]

    Luister ook onze serie over David (Aflevering 113 tot en met 119).

  • Deel 5 alweer van onze reeks over het recht. Deze week een tekst van Jozua met een wijze les. Een les met grote gevolgen voor Achan en zijn nakomelingen. En een les met stenen in het landschap. Tot op de dag van vandaag.

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 5 via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, https://www.gelukkigdemens.nl/147-recht-deel-5 of je eigen podcastapp.

    Jozua 7

    Maar Israël schond de ban. Een zekere Achan, die een zoon was van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach, en afkomstig uit de stam Juda, vergreep zich aan de goederen die onvoorwaardelijk aan de HEER gewijd waren. Hierop ontstak de HEER in woede tegen het volk van Israël.

    Jozua stuurde intussen een paar mannen van Jericho naar Ai, dat bij Bet-Awen ligt, ten oosten van Betel. Hij droeg hun op dat gebied te verkennen. De mannen verkenden Ai, en toen ze teruggekomen waren rapporteerden ze aan Jozua: ‘U hoeft niet het hele leger naar Ai te laten uitrukken. Zo’n twee- of drieduizend man is voldoende om de stad te verslaan. Het is echt niet nodig dat u het hele leger met een veldtocht vermoeit, want Ai heeft maar weinig inwoners.’

    [...]

  • Deze week een tekst van Hosea. Over recht. Wat echt rechtvaardig is. En wanneer geen mens het meer recht kan zetten.

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 4 via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, http://www.gelukkigdemens.nl/146-recht-deel-4 of je eigen podcastapp.

    Hosea 10

    Israël was een weelderige wijnstok,
    die volop vruchten voortbracht.
    Maar hoe meer vrucht de wijnstok droeg,
    hoe meer er op de altaren kwam;
    en hoe rijker het land,
    hoe rijker versierd de gewijde stenen.
    Zo bedrieglijk is dat volk! Nu zal het ervoor boeten:
    de HEER breekt hun altaren af,
    hun gewijde stenen verbrijzelt Hij.
    Dan zullen ze zeggen: ‘Wij hebben geen koning meer,
    want wij hadden geen ontzag voor de HEER.’
    Maar wat zou een koning voor ons kunnen doen?
    Koningen, ze spreken holle woorden,
    zweren valse eden, sluiten slechte verdragen.
    De rechtspraak woekert als onkruid,
    als een gifplant in de voren van een akker.
    Het volk van Samaria verkeert in zorg,
    het rouwt om dat stierkalf in Bet-Awen,
    en zijn priesters schreeuwen het uit
    omdat zijn glorie vervliegt:
    het kalf wordt naar Assyrië gesleept
    als geschenk voor koning Kemphaan.
    Wat een schande is dat voor Efraïm,
    wat een misrekening van Israël!
    Nu al komen Samaria en zijn koning ten val;
    ze zijn als wrakhout op de golven.
    De offerhoogten worden verwoest,
    die plaatsen van verderf, tekens van Israëls zonde;
    dorens en distels zullen hun altaren overwoekeren.
    Dan roepen ze de bergen toe: ‘Bedek ons!’
    en de heuvels: ‘Val op ons neer!’

    Al in Gibea gaf jij je over aan zonden, Israël,
    en sindsdien heb je daarin volhard.
    Zou dan iemand in Gibea worden ontzien
    als de strijd tegen de boosdoeners uitbreekt?
    Ik heb besloten hen te straffen:
    vreemde volken zullen tegen hen samenspannen
    om hen vast te binden en hun bronnen leeg te drinken.
    Efraïm was een afgerichte jonge koe, die gewillig dorste.
    Toen Ik haar fraaie hals zag, dacht Ik:
    Ik ga Efraïm inspannen, Ik laat Juda ploegen, Jakob eggen.
    Zaai rechtvaardig! Oogst met liefde! Ontgin nieuw land!
    Het is tijd om de HEER te smeken,
    dat Hij jullie nadert met de regen van zijn goedheid.
    Maar jullie ploegden wetteloosheid
    en oogstten onrechtvaardigheid;
    jullie moesten de vrucht van leugens eten
    omdat jullie op je eigen inspanning vertrouwden,
    op de kracht van je vele soldaten.
    Daarom zal het krijgsgeweld tegen jullie losbreken,
    al je vestingen zullen worden verwoest
    zoals destijds Bet-Arbel werd verwoest door Salman:
    moeders werden doodgeslagen, samen met hun kinderen.
    Dat heeft Betel jullie aangedaan
    om jullie eigen diepe verdorvenheid.
    Bij het aanbreken van de morgen
    komt Israëls koning voorgoed ten val.

  • En we zijn weer terug! Na een kerstvakantiepauze gaan we weer verder waar we gebleven waren. En dat was bij het recht. Deze week een schitterende mozaïektekst met heel veel verschillende wetten en regels. En in het hart zit een pareltje.
    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 2 via \#spotify, \#pocketcasts, \#applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/145-recht-deel-3 of je eigen podcastapp.
    Leviticus 19:
    De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want Ik, de HEER, jullie God, ben heilig.
    Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God.
    Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God.
    Wanneer je de HEER een vredeoffer aanbiedt, moet je, wil het offer aanvaard worden, het vlees eten op de dag dat het dier wordt geslacht, of op de volgende dag. Wat er op de derde dag nog over is, moet worden verbrand. Als er op de derde dag nog van het offervlees gegeten wordt, is dat verwerpelijk en zal het offer niet worden aanvaard. Wie ervan eet moet de gevolgen van zijn zonde dragen. Hij heeft ontwijd wat de HEER toebehoort en wordt uit de gemeenschap gestoten.
    Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God.
    Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER.
    Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER.
    Wees niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten. Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de HEER.
    Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je. Blijf geen wraakzucht of wrok koesteren, maar heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER.
    Leef mijn bepalingen na. Laat je vee niet paren met dieren van een andere soort. Zaai je akker niet in met verschillende soorten gewassen. Draag geen kleren die zijn geweven uit twee soorten garen.
    Als een man seksuele omgang heeft met een slavin die voor een andere man bestemd was, en ze was nog niet vrijgekocht of vrijgelaten, moet hij een schadeloosstelling betalen. Ze hoeven niet ter dood gebracht te worden, want de vrouw was nog niet vrij. De man moet als hersteloffer voor de HEER een ram naar de ingang van de ontmoetingstent brengen. Door de ram ten overstaan van de HEER te offeren, voltrekt de priester voor de man in kwestie de verzoeningsrite voor datgene waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt, en hij krijgt vergeving voor zijn zonde.
    Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat Ik je zal geven en je daar vruchtbomen plant, moet je de jonge vruchten weghalen. De eerste drie jaar moet je die vruchten weghalen en mag je er niet van eten. In het vierde jaar moeten jullie alle vruchten tijdens een dankfeest aan de HEER afstaan. In het vijfde jaar mag je de vruchten eten. De opbrengst zal des te groter zijn. Ik ben de HEER, jullie God.
    [...]

  • En we zijn aangekomen bij deel 2 van onze reeks over recht in de bijbel. En deze week een tekst uit Numeri. Over hoe oog om oog, tand om tand toch wat meer nuance kreeg en het verschil tussen moord en doodslag anders beoordeelt dient te worden.

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht deel 2 via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/144-recht-deel-2 of je eigen podcastapp.


    Numeri 35:9-34

    De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie de Jordaan oversteken naar Kanaän, moeten jullie een aantal steden uitkiezen die als vrijplaats kunnen dienen; dan kan iemand die zonder opzet een ander heeft gedood daarheen uitwijken. Die steden dienen als vrijplaats tegen bloedwrekers, zodat voorkomen wordt dat iemand die een ander gedood heeft, sterft voordat hij voor de gemeenschap heeft terechtgestaan. Van de steden die jullie afstaan, moeten er zes een vrijplaats zijn: drie steden aan de overkant van de Jordaan en drie in Kanaän. Deze zes steden moeten een vrijplaats zijn voor zowel de Israëlieten als de vreemdelingen die bij jullie wonen of tijdelijk bij je verblijven, zodat iedereen die zonder opzet een ander heeft gedood, daarheen kan vluchten.

    Wie een ander echter met een ijzeren voorwerp zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. Ook wie een ander met een steen waarmee je iemand kunt doden zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. En ook wie een ander met een houten voorwerp waarmee je iemand kunt doden zo hard slaat dat deze sterft, is een moordenaar en moet ter dood gebracht worden. De bloedwreker moet hem doden zodra hij hem aantreft. Als iemand een ander uit haat een duw geeft of met opzet iets naar hem gooit en de ander sterft daardoor, of als iemand een ander uit vijandschap zo’n vuistslag geeft dat hij sterft, dan moet de dader ter dood gebracht worden. Hij is een moordenaar en de bloedwreker moet hem doden zodra hij hem vindt.

    [...]

  • Wiebe was deze week bij een rechtszaak. En toen dachten Wieteke en Wiebe, hier zou wel eens een podcast in kunnen zitten. Daarom beginnen we een reeks over recht in de Bijbel. En deze week is het een tekst uit Genesis over Abarham, God, Sodom en Gemorra.

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Recht via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/143-Recht of je eigen podcastapp.

    Genesis 18:16-33

    Toen de mannen weer verdergingen, lieten ze hun blik op Sodom rusten. Abraham liep met hen mee om hun uitgeleide te doen. De HEER dacht: Waarom zou Ik voor Abraham geheimhouden wat Ik van plan ben? Uit Abraham zal immers een groot en machtig volk voortkomen, en in hem zullen alle volken op aarde gezegend worden. Want Ik heb hem uitgekozen, hij moet zijn zonen en zijn verdere nakomelingen voorhouden de weg te volgen die Ik wijs, door rechtvaardig en goed te handelen. Alleen dan zal Ik verwezenlijken wat Ik Abraham heb toegezegd. Daarom zei de HEER: ‘Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot. Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die Ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil Ik weten.’

    Toen gingen de mannen weg, naar Sodom, maar Abraham bleef voor de HEER staan. Abraham ging dichter naar Hem toe en vroeg: ‘Wilt U dan behalve de schuldigen ook de onschuldigen het leven benemen? Misschien dat er in die stad vijftig onschuldigen zijn. Zou U die dan ook uit het leven wegrukken en niet de hele stad vergeving schenken omwille van die vijftig onschuldige inwoners? Zoiets kunt U toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren. Dat kunt U toch niet doen! Hij die rechter is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen?’ De HEER antwoordde: ‘Als Ik in Sodom vijftig onschuldigen aantref, zal Ik omwille van hen de hele stad vergeving schenken.’ Hierop zei Abraham: ‘Nu ik eenmaal zo vrij ben geweest de Heer aan te spreken, hoewel ik niets dan stof ben: stel dat er aan die vijftig onschuldigen vijf ontbreken, zou U dan toch vanwege die vijf de hele stad verwoesten?’ ‘Nee,’ antwoordde Hij, ‘Ik zal haar niet verwoesten als Ik er vijfenveertig aantref.’ Opnieuw sprak Abraham Hem aan: ‘En stel dat het er maar veertig zijn.’ ‘Dan zal Ik het niet doen omwille van die veertig.’ Toen zei hij: ‘Ik hoop dat U niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het waag door te gaan: stel dat het er maar dertig zijn.’ ‘Ik zal het niet doen als Ik er dertig aantref.’ Hierop zei hij: ‘Ik ben zo vrij de Heer opnieuw aan te spreken: stel dat het er maar twintig zijn.’ ‘Dan zal Ik de stad niet verwoesten omwille van die twintig.’ Abraham zei: ‘Ik hoop dat U niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één keer waag iets te zeggen: stel dat het er maar tien zijn.’ ‘Dan zal Ik haar niet verwoesten omwille van die tien.’

    Zodra de HEER zijn gesprek met Abraham had beëindigd, ging Hij weg. En Abraham keerde terug naar de plaats waar hij woonde.

  • Rommelig. Bij elkaar geraapt. Dat is de tekst van deze week. Het lijken stukken te zijn die niet bij elkaar horen, maar wel bij elkaar gezet. Interessant…

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: De doop via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/142-rommelig of je eigen podcastapp.

    Matteüs 11

    Dit waren de instructies die Jezus aan de twaalf leerlingen gaf. Toen Hij zijn rede beëindigd had, vertrok Hij om zijn verkondiging voort te zetten en onderricht te geven in de steden.

    Toen Johannes in de gevangenis over het optreden van de messias hoorde, stuurde hij enkele van zijn leerlingen naar Hem toe met de vraag: ‘Bent U degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?’ Jezus antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden zien en verlamden lopen, mensen die onrein zijn door een huidziekte worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.’

    Toen ze weer vertrokken, begon Jezus met de mensen over Johannes te spreken: ‘Waar zijn jullie in de woestijn naar gaan kijken? Naar het wuiven van het riet in de wind? Wat zijn jullie dan gaan zien? Een mens die rijk gekleed ging? Welnee, wie rijk gekleed is verkeert in koninklijke kringen. Maar wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker, zeg Ik jullie, en zelfs meer dan een profeet. Hij is degene over wie geschreven staat: “Let op, Ik zend mijn bode voor Je uit, hij zal een weg voor Je banen.” Ik verzeker jullie: onder allen die uit een vrouw geboren zijn is nooit iemand verschenen die groter was dan Johannes de Doper; maar in het koninkrijk van de hemel is de kleinste nog groter dan hij. Sinds de dagen van Johannes de Doper wordt het koninkrijk van de hemel door geweld bedreigd en proberen geweldenaars het aan zich te onderwerpen. Want alle profetieën van de Profeten en de Wet reiken tot de dagen van Johannes. En voor wie het wil aannemen: hij is Elia, die komen zou.

    [...]

  • Groot nieuws! Wiebe laat zich dopen. Op de zondag dat deze podcast uitkomt spreekt hij zijn belijdenis uit en wordt hij gedoopt. We zullen zijn belijdenis in de toekomst nog een keer als podcast opnemen zodat jullie hem ook kunnen luisteren. Deze doop is de aanleiding van de tekst van deze week. Een tekst over de doop. En hoe toevallig, hij sluit ook mooi aan op de reeks over de Zondvloed (luister dit mensen).

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: De doop via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/141-de-doop of je eigen podcastapp.

    Petrus 3:13-22

    Overigens, wie zou u kwaad doen als u zich volledig inzet voor het goede? Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen; erken Christus als Heer en eer Hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. Doe dat dan vooral zachtmoedig en met respect, houd uw geweten zuiver; dan zullen de mensen die zich honend uitlaten over uw goede levenswandel in eenheid met Christus, zich over hun laster schamen. Het is beter te lijden – indien God dat wil – omdat men goeddoet dan omdat men kwaad doet.

    Ook Christus immers heeft, terwijl Hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd , om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd Hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt. Hij is naar de geesten gegaan die gevangenzaten, om dit alles aan hen te verkondigen. Ten tijde van Noach weigerden zij te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, door de watervloed heen gered, en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus, die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.

  • Deze week een klaaglied. Wat anders dan een klaaglied? Zing! Zing een klaaglied.

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Zing een klaaglied via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/140-zing-een-klaaglied of je eigen podcastapp.

    Klaagliederen 2:11-22

    Mijn ogen zijn door tranen verteerd, mijn ingewanden staan in brand,
    mijn maag keert zich om – vanwege de wonden van mijn volk,
    omdat kind en zuigeling versmachten op de pleinen van de stad.
    Ze blijven hun moeders vragen: ‘Is er geen brood en wijn?’,
    versmachtend op de pleinen van de stad, als gewonden op het slagveld;
    in de armen van hun moeders stroomt het leven uit hen weg.

    Waarmee zal ik je vergelijken, welk voorbeeld kan ik je tonen?
    Waaraan zal ik je gelijkstellen, mijn stad? Hoe kan ik je troosten?
    Wijd als de zee gapen je wonden – wie kan je genezen?
    Je profeten hebben je bedrogen met valse visioenen –
    hadden ze maar je wandaden onthuld om je lot nog te keren!
    Ze hebben je valse orakels verkondigd om je te misleiden.
    Allen die voorbijgaan wringen de handen als ze jou zien;
    ze sissen van afschuw, schudden meewarig het hoofd.

    Al je vijanden sperren hun mond naar je open;
    ze fluiten, grijnzen en spotten: ‘We hebben haar verwoest!
    Ja, dit is de dag waarop we hoopten, hiernaar hebben wij uitgezien!’

    Het hart van het volk schreeuwt tot de Heer. – O muur van mijn stad ,
    laat je tranen stromen als een rivier, dag en nacht,
    aan één stuk door; gun je ogen geen rust.
    Weeklaag in de nacht, jammer tot aan de ochtend,
    stort je hart uit als water, ten overstaan van jouw God.
    Hef je handen naar Hem op, voor het leven van je kinderen,
    die op elke straathoek van honger versmachten.

    Moeten vrouwen de kinderen eten die ze zelf hebben gebaard?
    Moeten priester en profeet worden gedood in het heiligdom?
    Op straat liggen de lijken van mannen, jong en oud,
    mijn meisjes en mijn jongemannen zijn gevallen door het zwaard;
    de kinderen die ik baarde en grootbracht, worden door mijn vijand gedood.

    Op de dag van de toorn kan niemand ontkomen, niemand overleeft;

  • Wees alert! Dat is de boodschap in deze aflevering. De tekst van deze week is in het verleden gruwelijk misbruikt. Er zijn dingen ingelezen die er niet staan. Het is een waarschuwing voor ons allemaal. Wees alert.

    Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: De zondvloed - deel 5 via #spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/139-de-zondvloed-deel-5 of je eigen podcastapp.

    Genesis 9:18-28

    De zonen van Noach, die samen met hem uit de ark waren gekomen, heetten Sem, Cham en Jafet; Cham was de vader van Kanaän. Met de drie zonen van Noach begon de verspreiding van de mensheid over de hele aarde.
    Noach was landbouwer en legde als eerste een wijngaard aan. Hij dronk van de wijn, werd dronken en ging in zijn tent liggen, zonder kleren aan. Toen Cham, de vader van Kanaän, zag dat zijn vader naakt was, vertelde hij dat aan zijn twee broers, die buiten waren. Daarop namen Sem en Jafet een mantel, legden die over hun schouders, liepen achteruit de tent binnen en bedekten het naakte lichaam van hun vader, met afgewend gelaat, zodat zij hem niet naakt zagen. Toen Noach uit zijn roes ontwaakte en te weten kwam wat zijn jongste zoon hem had aangedaan, zei hij:

    ‘Vervloekt zij Kanaän,
    knecht van zijn broers zal Kanaän zijn,
    de minste van alle knechten.
    Geprezen zij de HEER, de God van Sem;
    knecht van Sem zal Kanaän zijn.
    Moge God ruimte geven aan Jafet,
    hem laten wonen in de tenten van Sem;
    knecht van Jafet zal Kanaän zijn.’
    Noach leefde na de zondvloed nog driehonderdvijftig jaar. In totaal leefde Noach negenhonderdvijftig jaar. Daarna stierf hij.

  • Deel vier van de zondvloed reeks. Het luik is op. Dieren eruit en een offer voor de heer. En dan… Even de schepping overnieuw doen.

    Genesis 8:20-22

    Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. De geur van de offers behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan.

    Genesis 9:1-17

    Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen – ze zijn in jullie macht. Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven. Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten. En ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; ik eis daarvoor genoegdoening van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt. Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de hele aarde.’

    Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: ‘Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde. Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde. Wanneer ik wolken samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, zal ik denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft, en nooit weer zal het water aanzwellen tot een vloed die alles en iedereen vernietigt. Als ik de boog in de wolken zie verschijnen, zal ik denken aan het eeuwigdurende verbond tussen God en al wat op aarde leeft. Dit,’ zei God tegen Noach, ‘is het teken van het verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb.’

  • Deel 3 in de zondvloed reeks. Overgeleverd zijn. Overgeleverd aan het water en aan de tijd. Deze tekst roept veel vragen op, maar het doet precies wat het moet doen.

    Genesis 8:1-19

    Maar God dacht aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. ` Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar.

    Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was. Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water op het land verder gedaald was. Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. Tegen de avond kwam ze bij hem terug – met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug. In het zeshonderdeerste jaar, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond – de aarde was drooggevallen. Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog.

    Toen zei God tegen Noach: ‘Ga de ark uit, samen met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen. Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan: vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt. Ze moeten vruchtbaar zijn en talrijk worden, en zich over de hele aarde verspreiden.’ Hierop ging Noach naar buiten, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. Ook alle dieren gingen de ark uit, soort bij soort, alle vogels, en alles wat op de aarde rondkruipt.

  • Regen. Heel veel regen. Een heel veel dieren op een ark. Twee van elk. Toch? Luister en duik verder in het verhaal van Noach, de ark en de dieren.

    Genesis 7

    Toen zei de HEER tegen Noach: ‘Ga de ark in, samen met je hele gezin, want ik heb gezien dat jij als enige van deze generatie rechtschapen bent. Van alle reine dieren moet je zeven mannetjes en hun wijfjes meenemen, van de onreine dieren moet je er twee meenemen, een mannetje en zijn wijfje, en van de vogels weer zeven mannetjes en wijfjes, om hun voortbestaan op aarde veilig te stellen. Want over zeven dagen zal ik het veertig dagen en veertig nachten op de aarde laten regenen; dan zal ik alles wat er bestaat van de aardbodem wegvagen, alles wat ik heb gemaakt.’ Noach deed alles zoals de HEER het hem had opgedragen.

    Noach was zeshonderd jaar toen de zondvloed kwam, een watermassa die de aarde overspoelde. Om aan het water te ontkomen ging Noach de ark in, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. Van de reine en de onreine dieren, van de vogels en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, kwamen er telkens twee bij Noach in de ark, een mannetje en een wijfje, in overeenstemming met wat God hem had opgedragen. Toen de zeven dagen voorbij waren, kwam het water van de vloed over de aarde. In het zeshonderdste jaar van Noachs leven, op de zeventiende dag van de tweede maand, braken alle bronnen van de machtige oervloed open en werden de sluizen van de hemel opengezet. Veertig dagen en veertig nachten lang zou het op de aarde stortregenen. Diezelfde dag gingen Noach, zijn zonen Sem, Cham en Jafet, zijn vrouw en de drie vrouwen van zijn zonen de ark in, samen met alle soorten wilde dieren, vee en kruipende dieren, en ook met alle soorten vogels en wat er verder maar vleugels heeft. Van alle wezens waarin levensadem was, kwamen er telkens twee bij Noach in de ark: er kwamen van alle dieren een mannetje en een wijfje, in overeenstemming met wat God hem had opgedragen. Toen sloot de HEER de deur achter hem.

    De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de ark werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam. Het water op aarde nam steeds maar toe, hoger en hoger steeg het, en de ark dreef op het water. Het water bleef voortdurend toenemen, zelfs de hoogste bergen kwamen onder te staan. Tot vijftien el daarboven reikte het water, de bergen stonden helemaal onder. Alles wat op aarde leefde kwam om, alles wat er rondwemelde: vogels, vee, wilde dieren, en ook alle mensen. Alles wat op het land leefde en ademde vond de dood. Alles wat op aarde bestond werd weggevaagd: de mensen, het vee, de kruipende dieren en de vogels, ze werden van de aarde weggevaagd. Alleen Noach bleef over, met alles wat bij hem in de ark was. Honderdvijftig dagen lang was de aarde helemaal met water bedekt.

  • We zijn terug! We hebben genoten van een lang zomer. En we gaan weer beginnen. Deze week beginnen we met een van de bekendste bijbelverhalen; het verhaal van de Zondvloed. De ark van Noach (en ja, er is zelfs een playmobilset van). Het verhaal lijkt wellicht bekend, maar als je beter leest blijkt er toch weer veel meer achter te zitten.

    Genesis 5:25-29

    Toen Lamech 182 jaar was, verwekte hij een zoon, die hij Noach noemde. ‘Deze zoon,’ zei hij, ‘zal ons troost geven voor het werken en zwoegen dat ons deel is omdat de HEER het akkerland heeft vervloekt.’

    Genesis 5:32
    Toen Noach 500 jaar oud was, verwekte hij Sem, Cham en Jafet.

    Genesis 6
    Zo kwamen er steeds meer mensen op aarde, en zij kregen dochters. De zonen van de goden zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden. Toen dacht de HEER: Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven. In die tijd en ook daarna nog, zolang de zonen van de goden gemeenschap hadden met de dochters van de mensen en kinderen bij hen kregen, leefden de giganten op aarde. Dat zijn de befaamde helden uit het verre verleden.

    De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt. Alleen Noach vond bij de HEER genade.

    Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet.

    In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek. Maak hem driehonderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog. Je moet er een lichtopening in aanbrengen en aan de bovenkant één el openlaten; de ingang moet je in de zijkant maken. De ark moet een benedenverdieping krijgen en daarboven nog twee verdiepingen. Ik laat een grote vloed over de aarde komen, een watermassa die haar zal overspoelen, om alles onder de hemel waarin levensadem is te vernietigen; alles op aarde zal omkomen. Maar met jou zal ik een verbond sluiten. Jij moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. En van alle dieren moet je er twee in de ark brengen, om ervoor te zorgen dat die met jou in leven blijven. Een mannetje en een wijfje moeten het zijn. Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, zullen er twee naar je toe komen; die zullen in leven blijven. Leg ook een voorraad aan van alles wat eetbaar is, zodat jullie allemaal te eten hebben.’ Noach deed dit; hij deed alles zoals God het hem had opgedragen.

    Benieuwd naar de playmobilset, kijk hier: https://www.playmobil.nl/meeneem-ark-van-noach/6765.html

  • Tijd. Het lijkt absoluut, maar in de bijbel is dat zeker niet het geval. Het is vloeibaar, relatief en heeft een functie. Deze aflevering van Gelukkig de mens heet Een tijd zonder tijd.

    Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/134-een-tijd-zonder-tijd of je eigen podcastapp.

  • Deze week een tekst uit Lucas 10. Een vrij korte tekst, met ogenschijnlijk een wat platte uitleg. Maar als je verder terug leest, dan zit er toch meer achter.

    Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/133-marta-of-maria of je eigen podcastapp

    Lucas 10:38-42

    Toen ze verder trokken ging hij een dorp in, waar hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Marta heette. Haar zuster, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het u niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’