Episoder
-
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is architect en stedenbouwkundige Daan Zandbelt, partner bij De Zwarte Hond en bouwmeester bij AM.
Daan Zandbelt vertelt in dit interview over zijn onderzoeken naar menging, verdichting en hoogbouw. Hij vertelt over een onderzoek naar de Nederlandse hoogbouwcultuur waarin duidelijk werd dat de keuze voor hoogbouw in Nederland vaak gebaseerd is op emotie – en niet zozeer op puur rationele argumenten, zoals je zou verwachten.
Onder de titel ‘Out There’ maakt De Zwarte Hond bookazines rond actuele opgaven. In deze serie publiceerde het bureau onlangs ‘De Toekomst is Nabij’, dat ingaat op de kansen van verdichting rond stationslocaties. In de podcast gaat Daan in op de Alexanderknoop in Rotterdam, als voorbeeld van een stationsgebied waar verdicht gaat worden, en vertelt over het verschil tussen rust, ruis en reuring in de stad, termen die hij in zijn periode als Rijksbouwmeester muntte.
In de podcast pleit Daan voor het verdichten met middelhoge gebouwen. Hij vertelt over het Parijse voorbeeld van ‘Les Habitations à Bon Marché’: betaalbare woningen in zes tot acht lagen, als alternatief voor hoogbouw. Tenslotte praten we over zijn rol als supervisor in het Arenagebied in Amsterdam. Want in die hoedanigheid neemt hij beslissingen over de rol en positie van hoge gebouwen in een complex deel van de hoofdstad. Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Lieven Heeremans en Geert VliegerMuziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected] -
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is architect Fenna Haakma Wagenaar, hoofdontwerper bij de gemeente Amsterdam.
In deze aflevering gaat Fenna in op woonkwaliteit in relatie tot de woningplattegrond. Maar we praten ook over haar jeugd in de Bijlmer; hoe het is om op te groeien in een hoog gebouw. Fenna vertelt over de invloed die dat had op haar latere werk als ontwerper en op haar afstudeerproject – dat inzette op het verder verdichten van de Bijlmermeer.
Fenna werkte jarenlang als architect in Londen. We praten over haar rol in de Architecture and Urbanism Unit van de Greater London Authority daar, en over de London Housing Design Guide waar ze aan werkte. In deze Design Guide was de inzet om te komen tot breed gedragen kwaliteitsverbetering van de woningbouw.
Ze vertelt over haar terugkomst naar Nederland en de stand van de woningbouw die ze aantrof. We hebben het over de relatie tussen stedenbouw en architectuur, en de rol van de building envelop. En we bespreken hoe je bij kleinere appartementen toch goede woningen kan maken, en hoe dat werkt in hoogbouw. Luisteren dus!
Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Lieven Heeremans
Muziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected] -
Manglende episoder?
-
Onlangs hebben Erik Moederscheim en Ruud Moonen, de oprichters van MoederscheimMoonen Architects, een tweede bureau gelanceerd dat zich richt op de initiatief- en conceptfase van projecten: Scope Spatial Strategy. Een gesprek met architect Erik Moederscheim over het hoe en waarom van dit nieuwe bureau en de eerste projecten waar het bureau aan gewerkt heeft.
De ontwikkeling van een strategische visie voor een ensemble van vier hybride stadsblokken in Amsterdam Sloterdijk, ruimtelijke onderzoeken en visies voor de politie, een quick scan van winkelcentrum De Heuvel in Eindhoven en toetsing van de radicale visie van MVRDV daarvoor, een strategische visie voor verschillende zorglandgoederen van Ipse de Bruggen, een strategische visie voor CM.com Circuit Zandvoort… allemaal projecten waar Moederscheim met zijn team van Scope Spatial Strategy in de afgelopen jaren heeft uitgevoerd.
In de podcast legt Moederscheim uit dat vanuit MoederscheimMoonen Architects al regelmatig dergelijke strategische visies ontwikkeld werden, en dat Moonen en hij deze activiteiten nu willen uitbouwen in dit nieuwe bureau. We moeten veel beter het grotere geheel in ogenschouw nemen, stelt hij, en daarbij nadrukkelijk ook voorbij het ruimtelijke domein alleen kijken: welke maatschappelijke ontwikkelingen zijn er, wat is de economische drager, welke partijen hebben hier belangen en welke kant wijzen die op… de blik op het grotere geheel moet daarbij gecombineerd worden met een blik op de lange termijn. Aan dergelijke strategische visievorming is steeds meer behoefte, ziet Moederscheim.
Een belangrijk speerpunt van Scope Spatial Strategy is om visies te ontwikkelen die ruimte laten voor voortschrijdend inzicht. In de podcast komt Moederscheim daar een aantal keer op terug. Zo was de inzet in Sloterdijk om de bouwenveloppen voor de hybride stadsblokken niet te strak te maken, zodat er letterlijk bewegingsruimte blijft om gebouwen bijvoorbeeld een draagconstructie van hout te geven. Terwijl ze aan de visie voor Ipse de Bruggen werkten, merkte hij dat de manier waarop we tegen bestaande gebouwen aankijken aan het veranderen is. Slopen willen we eigenlijk niet meer. Visies moeten enerzijds helder de ruimtelijke en programmatische kwaliteit van plekken definiëren, maar anderzijds ook ruimte bieden om in de invulling daarvan in te spelen op de nieuwste inzichten.
-
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is architect Christian Rapp, medeoprichter van bureau Rapp + Rapp, en stadsbouwmeester van Antwerpen.
Christian vertelt over zijn studie in Berlijn, en over de kritische reconstructie van die stad onder leiding van Hans Stimmann. Hij legt uit hoe hij in de jaren tachtig in Nederland terecht is gekomen. Hij gaat in op zijn ervaringen bij Rem Koolhaas en Hans Kollhoff, en de verschillen én overeenkomsten tussen beide architecten. Hij vertelt over het werken aan woongebouw Piraeus, met Hans Kollhoff, en de start van Rapp + Rapp.
Rapp + Rapp was in Den Haag verantwoordelijk voor het centrum van Ypenburg, maar ook voor woongebouw ‘De Kroon’. Christian vertelt over beide projecten, en wat de uitdagingen waren in het ontwerpproces. Hij vertelt over de inpassing van De Kroon in het stedenbouwkundig plan van Rob Krier (dat eerder al ter sprake kwam in de podcast met Jos Melchers), en over de slimme prefabricage van de gevel.
Tenslotte spreken we over de rol van Christian als stadsbouwmeester in Antwerpen. Voor welke verdichtingsopgave staat Antwerpen, en hoe wordt er daar omgegaan met hoogbouw? Luisteren dus!
Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Lieven Heeremans
Muziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected] -
De duurzaamste gebouwen van de afgelopen decennia… bij een belangrijk deel daarvan was Paul van Bergen, bouwfysisch adviseur bij DGMR, betrokken. Het begon allemaal bij het meedenken over het ontwerp voor Villa VPRO en leidde tot betrokkenheid bij innovatieve projecten als het TNT Centre in Hoofddorp en Energy Academy Europe in Groningen. Momenteel is hij bijvoorbeeld betrokken bij de vernieuwing van De Nederlandsche Bank en de Tweede Kamer.
Door het volume compact te houden, te organiseren rond een atrium, het echt te ontwerpen op de zon, het te voorzien van passieve en actieve zonwering… kunnen de installaties in een gebouw sterk verkleind worden. Maar door de hoge eisen die tegenwoordig aan het binnenklimaat gesteld worden, met minimale toegestane variaties in temperatuur, kunnen we niet meer zonder installaties, stelt Van Bergen in de podcast, ook al zou hij het zelf misschien ook liever anders zien.
De opwarming van het klimaat zet het bouwfysisch ontwerp van gebouwen daarbij verder op scherp. Gebouwen zullen sterker dan voorheen ook actief gekoeld moeten kunnen worden, bijvoorbeeld via een WKO. Iets anders dan technische oplossingen ziet hij ook niet. Wat nu in utiliteitsbouw al veel toegepast wordt, zoals gebouwbeheersystemen met automatische zonwering, zal ook zijn weg vinden naar de woningbouw, voorspelt hij.
Na 34 jaar als adviseur werkzaam te zijn geweest, waarbij hij de afgelopen 24 jaar ook een van de directeuren was van DGMR, heeft Paul van Bergen op 1 juli 2024 een stap teruggezet. Een goed moment om terug te kijken op hoe onze visie op duurzaamheid zich in de afgelopen decennia ontwikkeld heeft en hoe de verhouding tussen architecten en adviseurs is veranderd.
Waar adviseurs voorheen gevraagd werden om te reageren op een ontwerp, worden ze tegenwoordig al van tevoren om input gevraagd, constateert Van Bergen. Het ontwerpproces is daarmee veel integraler geworden, de gebouwen ook steeds beter.
Tussen al die adviseurs is de architect degene die alle kennis integreert, die er een ruimtelijk aantrekkelijk geheel van maakt. Architecten vervullen een cruciale rol en zouden zich wat hem betreft daarom ook wel wat minder bescheiden mogen opstellen. Zeker bij grote tenders ziet hij de architectonische kwaliteit steeds meer lijden onder de complexiteit van alle gestelde eisen. Pak de regie terug, moedigt hij architecten aan, en hervind de focus op de architectonische kwaliteit.
We kunnen ons momenteel nauwelijks nog voorstellen dat er een tijd is geweest dat atria nog niet standaard in utiliteitsgebouwen werden opgenomen. In de opkomst van de toepassing van atria heeft Van Bergen een sleutelrol gespeeld. In de podcast vat hij de voordelen ervan samen en deelt hij tips hoe deze het beste toegepast dienen te worden.
Enkele andere onderwerpen die in de podcast ook de revue passeren: de voordelen van de Well-certificering, de ontwikkeling van kennis binnen bureaus, hoe te strakke stedenbouwkundige kaders een goed bouwfysisch ontwerp ook in de weg kunnen zitten, de meerwaarde van geventileerde dubbele gevels, en de opkomst van carbon based design.
-
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is Ronald Huikeshoven, directievoorzitter van gebiedsontwikkelaar AM.
In de podcast vertelt Ronald over zijn geboorteplaats Amsterdam en hoe de stad dramatisch is veranderd de afgelopen decennia. Hij legt uit hoe hij vanuit zijn interesse voor renovatie eerst in de bouw en vervolgens in de projectontwikkeling terecht is gekomen. Ronald vertelt over zijn tijd als bestuurslid bij Stichting Hoogbouw en hoe de discussie over en het perspectief op hoogbouw het afgelopen decennium is veranderd.
Ronald legt uit welke rol hoogbouw inneemt binnen de portefeuille van AM en vertelt hoe hoogbouw niet los te zien is van de gebiedsontwikkeling waarin deze gerealiseerd wordt. We bespreken hoe thema’s als wellbeing en social impact zich verhouden tot hoogbouw. We bespreken of wonen in hoogbouw eigenlijk wel betaalbaar is voor iedereen en we hebben het uiteraard over de haalbaarheid van hoogbouwprojecten. Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Lieven Heeremans
Muziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected] -
Dit jaar viert EGM architecten haar 50-jarig bestaan. In deze podcast een gesprek met twee architecten en partners van het bureau, Willemineke Hammer en Roemer Pierik, over de geschiedenis van het bureau, over enkele actuele projecten, en over de toekomst.
EGM architecten ontstond in 1974 als een fusie tussen de bureaus van Gerard Gerritse en van Wout Eijkelenboom en Bram Middelhoek. Het was een fusie tussen een bureau met een meer architectonische inslag en een bureau met een meer bouwtechnische inslag, vertelt Hammer in de podcast. Het brede bureau dat zo ontstond was bij uitstek toegerust om bijvoorbeeld academische ziekenhuizen te ontwerpen, waar het ook vrijwel direct aan kon werken.
De breedte die destijds in het bureau ontstond – architectuur, projectmanagement, bouwtechniek – wordt nog altijd gekoesterd. Die breedte kan het nu bijvoorbeeld goed kwijt de total engineering opdrachte, die het bureau steeds vaker krijgt. Maar omdat opdrachten regelmatig ook beperkter zijn, stelt het bureau zijn bouwtechnische kennis en vaardigheden ook beschikbaar voor anderen, via powered by EGM. Zo heeft het bureau het ontwerp van MAD voor Fenix II helemaal uitgewerkt.
In de podcast bespreken we het ontwerp van EGM architecten voor het nieuwe hoofdgebouw van het Radboudumc in Nijmegen: een gestapeld ziekenhuis waarin bezoekers en gebruikers zich via panoramaliften en ruime trappenhuizen door het gebouw bewegen. De verzamelde kennis rond healing environment is in het ziekenhuis op alle schaalniveaus uitgewerkt: van het uitzicht op het groen en de stad daarachter via de tekeningen van dieren uit de omgeving op de muren tot de activerende inrichting van de patiëntenkamers en de verdiepingen daaromheen.
Zorg vormt nog altijd de helft van het portfolio van EGM architecten. Maar het bureau werkt dus ook aan heel veel andere opgaven. Zo werkt het momenteel aan de uitbreiding van Eindhoven Airport en heeft het in Rotterdam-Noord een woongebouw ontworpen dat een interessant perspectief biedt op de verdichting van negentiende-eeuwse buurten.
Als het om de digitalisering van het architectenvak gaat, was EGM architecten er vroeg bij. Het bureau had al in 1975 een eerste computer, zo groot als een kamer, waarin de financiele administratie, projectkosten en urenadministratie werd geautomatiseerd. Momenteel experimenteert het bureau volop met parametrische ontwerpen en generative design, wat toch ook aan AI grenst. Het bureau was er ook al vroeg bij als het om de integratie van VR in ontwerpproecessen gaat. Dat gebruikt het bureau nog steeds. Maar het bureau merkt dat het dat niet altijd in hoeft te zetten. In een vergadering op een groot scherm met elkaar door een real-time gerenderd project bewegen is vaak voldoende. Dan ziet iedereen aan tafel waar het om gaat.
Al die techniek maakt heel veel mogelijk, maar levert nog geen compleet ontwerp op. Daarvoor is ook vormgeving nodig, architectonische vormgeving, die inspeelt op de menselijke beleving van het gebouw. -
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is Francine Houben, founding partner en creative director van Mecanoo.
Francine vertelt over de start van Mecanoo begin jaren tachtig met de winst van de competitie voor het Kruisplein in Rotterdam – een plan waarmee ingezet werd op een diversiteit aan woningtypen. In 1989 volgde een plan voor de eerste woontoren van het bureau: de Hillekop in Rotterdam Zuid, met een waaiervormige plattegrond geïnspireerd door Aalto’s Neue Vahr.
Francine gaat vervolgens in op de eerste plannen voor de Wilhelminapier in Rotterdam en over het ontstaan van woontoren Montevideo. Ze vertelt over de inspiratiereis naar de Verenigde Staten met de opdrachtgevers en welke ideeën de groep mee terug naar Nederland nam.
Ze pleit voor goede sociale woningbouw en hoe die volgens haar ook in hoogbouw een plek kan krijgen. Met haar bureau realiseerde ze onlangs in Kaohsiung, Taiwan, een torencomplex met sociale woningbouw waarin de bewoners een heel aantal ruimtes binnen en buiten met elkaar delen.
Francine vertelt ook over de vernieuwing van De Nederlandsche Bank in Amsterdam en de uitdagingen die daarbij komen kijken. Tenslotte hebben we het over poetry: een onderwerp dat in het nieuwe boek van Mecanoo People Place Purpose Poetry nadrukkelijk aan de orde komt.
Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Lieven Heeremans
Muziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected]
De foto's bij de podcast tonen de hoogbouw met sociale woningbouw die Mecanoo in Taiwan heeft ontworpen. De foto's zijn gemaakt door architectuurfotograaf Ethan Lee. -
Een duinlandschap bovenop een dak in Amsterdam, een buitenplaats aan de rand van de Veluwe, een herontwikkeld landgoed in Arnhem en twee nieuwe eilanden in de uiterwaarden van de Rijn… landschapsarchitect Harro de Jong werkt met zijn Buro Harro aan een grote diversiteit aan opgaven. Het gaat wel steeds om het delen van het landschap door een groep bewoners of gebruikers en om het ontwerp van een écht landschap: een stuk boslandschap, een stuk duinlandschap, een stuk heidelandschap, enzovoorts.
Als Harro dan ziet dat mensen in een van de door hem en zijn team ontworpen landschappen gaan zitten en zich ontspannen, of teruggeven dat het voelt alsof ze permanent op vakantie zijn… daar doet hij het voor!
Zijn ultieme doel omschrijft hij als een echt landschap met wat lekkers erin. Dat lekkers kan dan de vorm hebben van kunst of architectuur. In het tijdelijke Bartokpark tegenover cultuurverzamelgebouw Rozet in Arnhem werd een stuk heidelandschap uit de Veluwe gecombineerd met een enorm beeld van een liggend aardvarken. Zoiets dus. Op Buitenplaats Koningsweg, aan de rand van de Veluwe, zijn tien architectonische buitenhuisjes gerealiseerd die zich verstoppen in het bos: verdiept in de grond, vermomd als iets anders, of opgetild tussen de boomkruinen. Zoiets dus ook.
Samen met kunstenaar Hans Jungerius stond Harro aan de basis van de ontwikkeling van Buitenplaats Koningsweg. Het oude kazerneterrein net ten noorden van Arnhem is in de afgelopen vijftien jaar omgevormd tot een culturele enclave / landschappelijke woonbuurt / architectonisch vakantiepark. Alle hekken rond de buitenplaats zijn weg, er is een openbaar landschap ontstaan – precies wat de initiatiefnemers voor ogen hadden.
In de TV-serie Van Bunker tot Buitenhuis worden de verschillende lagen van de buitenplaats besproken: de geschiedenis als Nazi-vliegveld, de verschillende kunstzinnige gebruikers nu, het ontwerp en de bouw van de buitenhuisjes, het landschap van de Veluwe, enzovoorts. Een aanrader. Buitenplaats Koningsweg is ontwikkeld door Kondor Wessels Projecten. Voor het masterplan ervan heeft Buro Harro samengewerkt met MVRDV, dat ook 21 woningen bij de entree van de buitenplaats heeft ontworpen.
De meeste mensen willen helemaal geen eigen tuin, stelt Harro in de podcast: ze willen ruimte en uitzicht. In plaats van eigen tuinen te realiseren, is het wat hem betreft veel interessanter om een stuk landschap met elkaar te delen. Dan kun je het beheer ervan uitbesteden. Bovendien kun je met elkaar ook al snel wat extra’s doen. Het stukje duinlandschap dat hij bovenop een woongebouw aan de Groenmarkt in Amsterdam ontwierp, is voorzien van een gezamenlijk zwembad. Voor het herontwikkelde Landgoed Klingelbeek geldt hetzelfde, dat heeft een natuurzwembad op de oever van de Rijn. Als je de kosten daarvan met vijftig huishoudens deelt, zoals bij Landgoed Klingelbeek het geval is, is zoiets al snel haalbaar.
Als je dan aan een echt landschap woont of werkt, dan wil je dat landschap ook tot de gevel laten komen. Dat vraagt om een architectuur die helder omkadert is. Bij de gebouwen op Landgoed Klingelbeek vallen de buitenruimtes en balkons binnen de architectonische volumes. Dat werkt daar heel goed. Op Buitenplaats Koningsweg is bij de buitenhuisjes voor eenzelfde harde omkadering gekozen, maar is bij de permanente woningen ingezet op helder begrensde terrassen. Dat werkt in die context ook goed.
Aan het eind van de podcast gaat het gesprek ook nog over Meinerswijk in Arnhem. In de uiterwaarden van de Rijn worden daar nu twee eilanden gerealiseerd waar 400 woningen op worden gebouwd. Ook aan deze ontwikkeling stond Harro weer aan de basis. In samenwerking met opnieuw Kondor Wessels worden hier op de eilanden verschillende buurten gerealiseerd.
-
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is Jos Melchers, directeur gebiedsontwikkeling bij de gemeente Rotterdam en bestuurslid van Stichting Hoogbouw.
Voordat hij bij de gemeente Rotterdam aan de slag ging, werkte Jos jarenlang bij ontwikkelaar MAB aan binnenstedelijke ontwikkelingsprojecten. We praten onder meer over de ontwikkeling van De Resident en het Wijnhavenkwartier in Den Haag. We bespreken de opzet van het stedenbouwkundige plan door Rob Krier en hebben het over het perspectief van de gebruiker in dit soort ontwikkelingen.
En we praten over de verdichting van de Wilhelminapier in Rotterdam, en specifiek het gebouw De Rotterdam dat Jos vanuit MAB ontwikkelde. Hij vertelt over het ontstaan van het concept voor De Rotterdam, de samenwerking met OMA en over de lange ontwikkeltijd van dit zeer grote en complexe gebouw. Maar ook over de lessen die er uit de ontwikkeling van dit gebouw getrokken kunnen worden.
En uiteraard kijken we vanuit Jos’ huidige functie in Rotterdam naar de ambities van de stad. We hebben het over de betekenis van ‘goede groei’ en over de verdichtingsopgave in de stad. En over de rol die hoogbouw daarin speelt. Luisteren dus!Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Lieven Heeremans
Muziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected]
De foto bij de podcast is gemaakt door Guido Pijper. -
Onlangs maakte architect Felix Claus bekend dat hij afscheid heeft genomen van het architectenvak. In een gesprek blikken we terug op zijn werk, van de start van Claus en Kaan Architecten, via de productieve jaren negentig en jaren nul, en de splitsing van het bureau, tot de focus op integrale, complexe projecten in de afgelopen periode.
Het werk van Felix Claus is zo veelzijdig en omvangrijk dat het onmogelijk is om het in een gesprek van een uur volledig te bespreken. Daarom beperken we ons tot een aantal aspecten ervan en een selectie van projecten.
We spreken over zijn leermeester Rudy Uytenhaak, over de samenwerkingen met eerst Kees Kaan en later Dick van Wageningen, over zijn manier van ontwerpen, hoe je je binnen de Nederlandse context bij ieder project maar één ding kunt doen en over het lesgeven aan bijvoorbeeld de ETH Zürich.
In het gesprek gaan we op een drietal projecten nader in. De eerste is het kerkje dat Claus heeft ontworpen aan een dijkweggetje vlakbij Schiphol, in Rijsenhout. Het is kerkje dat volledig opgetrokken is uit in het werk gestort beton, met een elegante kerktoren en sculpturale spuwers. Vanwege een uitbreiding van Schiphol moest er een nieuw kerkgebouw komen. Doordat Schiphol Real Estate de opdrachtgever was, had Claus grote vrijheid om er een bijzonder gebouw van te maken.
Op IJburg heeft Claus een kantoorgebouw ontworpen met extra grote verdiepingshoogte, een riant trappenhuis en XXXL-ramen gevat in de grootste prefab betonnen kaders die over de weg vervoerd konden worden. Met extra diepe negges in die betonnen kaders om het echt goed te krijgen. Het gebouw was bedoeld als huisvesting van de Amsterdamse vestiging van Claus en Kaan Architecten, maar kon dankzij zijn opzet als multi-tenant gebouw tijdens de kredietcrisis eenvoudig per verdieping aan andere bedrijven verhuurd worden. De bovenste verdieping is op een gegeven moment omgevormd tot appartement voor Claus zelf, de podcast hebben we er opgenomen.
We spreken tenslotte ook over het ontwerp voor de nieuwe huisvesting voor het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) op Utrecht Science Park, wat nu bijna af is. Het is een enorm gebouw, meer dan 70.000 vierkante meter groot, waarvan een derde ingericht is als laboratorium. Een gebouwhoog atrium dat aftakkingen heeft naar de verschillende gevels verbindt alles en iedereen met elkaar.
Claus woont afwisselend in Amsterdam, Parijs en Tokyo. Aan het eind van de podcast spreken we over zijn liefde voor die laatste twee steden. In Tokyo heeft hij met zijn vrouw ook een woning ontworpen – niet in beton maar volledig in staal.
Een bloemlezing van Felix’ werk is te vinden op zijn eigen website: felixclaus.com
TC heeft een goed boek gemaakt over zijn werk, dat is een aanrader.
De bij de podcast gebruikte foto van het door Claus ontworpen kantoor op IJburg is gemaakt door fotograaf Christian Richters. -
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is Carolien Schippers, oprichter van CAS.
Carolien is een absolute ervaringsdeskundige op gebied van hoogbouw. Ze werkte bij Foster & Partners, OMA en BIG aan (zeer) hoge gebouwen over de hele wereld. Ze woonde jarenlang in New York, waar ze voor BIG aan superhoogbouw werkte. We praten over een aantal van deze opmerkelijke gebouwen, hoe ze tot stand kwamen, en hoeveel ruimte er voor architectuur is in deze gebouwtypologie.
Daarbij hebben we het ook over de New York Zoning Law, die al deze hoogbouw mogelijk maakt. Hoe werkt de zoning law in vergelijking met de Nederlandse hoogbouw regelgeving? Wat is de rol van air rights, hoe werken incentives? Carolien pleitte eerder al voor het gebruik van zoning in Nederland en gaat in de podcast verder in op wat we ervan kunnen leren.
Tenslotte vertelt Carolien over haar nieuwe hoogbouwonderzoek Core Issues, waarin ze pleit voor hoogbouw als culturele en architectonische opgave. Luisteren dus!
Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Geert Vlieger
Muziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected]
De bij de podcast getoonde foto van The Spiral in New York is gemaakt door Carolien Schippers. -
Weinig ontwikkelaars zijn zo ambitieus als Synchroon. In 2030 wil de project- en gebiedsontwikkelaar de CO2-uitstoot van zijn bouwprojecten gehalveerd hebben en zo Paris Proof zijn. Daarbij zet Synchroon ook stevig in op circulair en natuurinclusief bouwen, en stuurt het op schoonheid. Afgelopen jaar is het ontwikkelteam van Synchroon gegroeid, want het bedrijf wil blijven bouwen. “Dat zijn we verplicht aan al die woningzoekenden.”
Ter compensatie van de CO2-uitstoot van zijn eigen projecten is Synchroon enkele jaren geleden gestart met het planten van bomen in Nederland, Bolivia, Ethiopië en Oeganda. Dat was wel even schrikken, vertelt Tobias Verhoeven van Synchroon: hoeveel CO2 er uitgestoten werd en hoeveel bomen er daarom aangeplant moest worden. Ondertussen staat de teller op meer dan 500.000 aangeplante bomen.
In een eerste reactie hierop wilde Synchroon in 2030 klimaatneutraal zijn. Maar na de eerste doorrekeningen daarvan bleek dat te ambitieus. Nu werkt het hard om in 2030 de CO2-uitstoot gehalveerd te hebben en dan Paris Proof te zijn. Ieder project binnen Synchroon krijgt daarom nu naast financiële kaders ook een CO2-budget mee.
Vanuit de overheid zou er actief op CO2-uitstoot gestuurd moeten gaan worden en zou er een eenduidige rekenmethode voor vastgelegd moeten worden, stelt Verhoeven in de podcast. De huidige onduidelijkheid bemoeilijkt het gesprek in de branche over bijvoorbeeld de materiaalgebonden CO2-uitstoot en werkt daardoor remmend. Terwijl we juist moeten versnellen en innoveren. Vanuit TBI, waar Synchroon onderdeel van is, is voor de innovaties de Klimaattrein gelanceerd. In dit programma worden innovaties en initiatieven ondersteund die helpen om de CO2-uitstoot van onze gebouwde omgeving te verminderen.
Verhoeven ziet dat architecten ook beginnen te rekenen aan de CO2-uitstoot van hun projecten, maar vindt dat de architectenbranche daarin wel moet versnellen. Architecten moeten daar meer kennis over in huis hebben, stelt hij.
Binnen Synchroon wordt ook steeds meer gesproken over de schoonheid van de gebouwde omgeving. Want pas als iets echt mooi is, willen we het behouden, en is iets pas echt duurzaam, benadrukt Verhoeven. Binnen projecten wordt bij Synchroon daarom aan het begin vastgelegd wat voor schoonheid er gerealiseerd moet gaan worden. Gedurende het ontwerp- en bouwproces wordt die ambitie er steeds bijgepakt. Die schoonheid hoeft niet per se meer te kosten, denkt Verhoeven, het gaat wat hem betreft vooral om aandacht.
Synchroon werkt met allerlei architectenbureaus samen. Hoe worden die geselecteerd? In de podcast legt Verhoeven uit dat bij ieder project steeds een passende architect gezocht wordt. Ieder project is anders en kent een andere afweging daarin. Bij sommige projecten worden de ontwerpen op een bepaald moment overgenomen door een uitwerkbureau, bij andere projecten dienen architecten het project zover uit te kunnen werken dat de aannemer er direct mee verder.
Alweer acht jaar geleden is Synchroon samen met de BNA het Next Step Program gestart om jonge architectenbureaus in hun groei een volgende stap aan te bieden. Naast een geldprijs ontvangen de winnaars ook een opdracht van Synchroon. Van de vier winnaars tot nu toe werken er ondertussen drie aan een opdracht voor Synchroon.
Het beeld bij de podcast is een impressie van het concept dat Synchroon heeft ontwikkeld om de stadsranden te verdichten. Dit concept is ‘Gangen’ genoemd en is samen met &Bogdan en Flux Landscape ontwikkeld. De inzet van het concept is om het landschap rond de steden te versterken, en de verrommeling ervan te stoppen, door de stadsranden daaraan echt te ontwerpen. Een deel van de opbrengst van die stedelijke ontwikkeling kan geïnvesteerd worden in de verbetering en bescherming van het landschap. Synchroon is momenteel aan het kijken of het een eerste stadsrand volgens dit concept kan realiseren. -
Voor de Olympische Spelen in Parijs, komende zomer, wordt één nieuw stadion gerealiseerd en dat is ontworpen door VenhoevenCS en Ateliers 2/3/4. In deze podcast gaat Michiel van Raaij, hoofdredacteur van Architectenweb, in gesprek met Cécilia Gross, architect en partner van VenhoevenCS, over het ontwerp voor het Olympisch zwembad en de spectaculaire houten overkapping die daar deel van uitmaakt. Met balken van maar 55 cm hoog wordt een overspanning van 90 meter gehaald – door het hout op trek te belasten.
Het leek uit het niets te komen, de winst van VenhoevenCS in de aanbesteding voor het Olympisch zwembad in Parijs. Maar het Amsterdamse bureau had al tien jaar eerder besloten om de Franse markt te betreden en had al aan meerdere aanbestedingen van sportcentra meegedaan – tot dan zonder succes. Of beter gezegd: zonder winst, want door de aanbestedingen had het bureau wel een netwerk opgebouwd in Frankrijk en was het in beeld bij opdrachtgevers van sportcentra.
Hoe lukte het om deze aanbesteding te winnen? “Je moet het beste team zijn”, vertelt architect Cécilia Gross in de podcast. In Ateliers 2/3/4 had VenhoevenCS een co-architect gevonden die op dezelfde manier werkt en vergelijkbare doelen nastreeft. Verder waren een goede bouwer, goede adviseurs en een goede exploitant aan boord. Want het ging bij het Olympisch zwembad om een DBFMO: Design, Build, Finance, Maintain & Operate. Na de bouw houdt het consortium het Olympisch zwembad nog 20 jaar in beheer.
Het belangrijkste doel van het ontwerpteam was daarom om een sportcentrum te ontwerpen dat de komende 20, nee zelfs 100 jaar, goed gebruikt zou worden. Gewoon een heel goed sportcentrum dat ook geschikt zou zijn om er een paar weken Olympische zwemwedstrijden in te organiseren waar 6.000 mensen naar komen kijken. Zo omschrijft Gross het in de podcast.
Het gebouw moest daarom in de eerste plaats een goed sportcentrum worden dat de komevan betekenis zou zijn voor Saint-Denis, de voorstad in het noorden van Parijs waar het ligt. Een gebouw dat daarbij ook geschikt zou zijn om een paar weken te gebruiken als Olympisch zwemstadion. Zo omschrijft Gross het in de podcast.
Na de Olympische Spelen zal het zwembad gebruikt blijven worden als officiële trainingslocatie van bijvoorbeeld de duikers. In de twee lagen onder het zwembad is ruimte gemaakt voor een oefenzwembad, wellness, fitness en bouldering (klimmen zonder touwen). Een centrale entree met restaurant betrekt de verschillende programmaonderdelen tot elkaar en stimuleert onderlinge interactie.
Terug naar het grote zwembad. In het ontwerp van de houten overkapping daar hebben VenhoevenCS en Ateliers 2/3/4 een aantal hele slimme ingrepen gedaan waardoor “een bloedmooie ruimte” is ontstaan die tegelijkertijd enorm duurzaam is. De meeste energie in een zwembad gaat naar de lucht boven het zwemwater, legt Gross in de podcast uit, waardoor het zaak was die ruimte te verkleinen. Het ontworpen hangende dak doet precies dat, terwijl vanaf de tribunes aan de zijkant nog steeds goed zicht is op het water. Door de houten dakconstructie op trek te belasten bleek die maar 55 cm hoog te hoeven zijn. Met die beperkte hoogte wordt maar liefst 90 meter overspannen. -
Het gemiddelde uurtarief van architecten in België ligt ongeveer half zo hoog als het gemiddelde uurtarief in Nederland. Dat maakt het vakgebied in België weinig aantrekkelijk om in te werken, stelt architect Oana Bogdan (&Bogdan). In Nederland liggen de uurtarieven nu nog op een goed niveau doordat de lonen van architecten vastgelegd zijn in een algemeen geldende cao. Maar om die algemeen geldigheid te behouden, dient de BNA meer dan zestig procent van alle architecten te vertegenwoordigen. En daar dreigt het nu mis te gaan, waarschuwt Wingender. Zonder cao kunnen we volgens hem qua uurtarieven zo in de situatie van België belanden.
Het uurtarief van architecten in België behoort tot de laagste van West-Europa. Daarom werken architecten in België veel meer uren dan architecten in de omringende landen, significant meer dan architecten in Nederland. Dat is gebleken uit eerder onderzoek door de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA) en de Architect’s Council of Europe.
Waar het gemiddelde uurtarief in Nederland richting de 120 euro per uur gaat, blijft die in België regelmatig steken onder de 60 euro per uur, vertelt Bogdan in de Architectenweb Podcast. Dat staat een gezonde bedrijfsvoering van architectenbureaus in de weg en maakt het vakgebied voor werknemers weinig aantrekkelijk om in te werken. Talentvolle ontwerpers ziet ze dan ook massaal vertrekken naar andere vakgebieden.
Waar een startend architect in Nederland bij een fulltime werkweek nu zo’n 2.700 euro bruto verdient, zit een startend architect in België maar net boven het minimumloon. Door als (schijn)zelfstandigen te werken, houden startende architecten in België er nog iets aan over. Maar het is te weinig om goed van te kunnen leven, verklaart Bogdan. Jonge architecten in België zijn genoodzaakt om bij hun ouders te blijven wonen of op hun studentenkamer, want een eigen woning kunnen ze niet betalen.
De lage honoraria in België hebben volgens Bogdan meerdere oorzaken. Het begint erbij dat architecten hun werk te graag doen. Verder kent België relatief lage vastgoedprijzen. Dat drukt de honoraria van architecten. Daarbij komt een grote concurrentie tussen architectenbureaus, ook op tarieven. Er is altijd wel een jong bureau dat het voor minder wil doen.
‘Zonder cao gaan we ook in Nederland op uurtarief concurreren’
In Nederland is er nu nog een algemeen geldende cao voor de architectenbranche. Doordat alle architectenbureaus zich aan die cao moet houden, liggen de uurtarieven voor architecten in Nederland nog op een goed niveau, stelt Wingender. In Nederland concurreren bureaus maar voor een klein deel op arbeidskosten; ze concurreren voor het grootste deel op hun visie, hun aanpak, hun diensten, en dergelijke. Op prijs-kwaliteit dus in plaats van enkel op prijs.
De cao wordt uitonderhandeld door de BNA en de vakbonden. De BNA consulteert daarbij eerst haar leden. Hoewel de BNA in basis ook alle werknemers in de branche vertegenwoordigt, onderhandelt de cao-delegatie van de BNA in dat proces formeel namens de werkgevers in de branche. Zolang het percentage architect-werknemers van BNA-bureaus meer dan zestig procent bedraagt van alle architecten die in loondienst werken kan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de cao algemeen verbindend verklaren. Maar bij de BNA is die zestig procent in gevaar, mede als gevolg van de uitdagende markt momenteel. Het is op het randje, waarschuwt Wingender. Veel architectenbureaus zijn zich niet van dat risico bewust.
Zonder cao zullen architectenbureaus ook in Nederland op uurtarief gaan concurreren, waarschuwt hij. Een situatie als in België, met echt te lage uurtarieven, is dan ook denkbaar in Nederland. -
Aan de Oostflank van Rotterdam komen 30.000 woningen, met alle voorzieningen die daarbij horen, plus ruimte voor makers, een rivierpark, een nieuwe sneltram, een nieuwe brug, en nog veel meer. Jeroen Zuidgeest is architect, stedenbouwkundige en oprichter van Studio for New Realities en werkte met zijn team de afgelopen jaren samen met de gemeente Rotterdam aan de overkoepelende visie voor de Oostflank. In de podcast vertelt hij uitgebreid over de plannen, maar gaat hij daarnaast ook in op de benadering van zijn bureau, dat door alle schalen werkt: van strategische visies voor stadsdelen, via masterplannen voor gebieden, tot aan gebouwen.
De overkoepelende visie voor de Oostflank betreft de gebieden tussen Prins Alexander en Zuidplein. Het gaat dan om Alexanderknoop, Boszoom / Lage Land / Prinsenland, Kralingse Zoom, De Esch, Feyenoord City, Bloemhof / Hillesluis en Hart van Zuid. De visie voor de Oostflank is onlangs goedgekeurd door de gemeente Rotterdam en wordt nu vastgelegd als een gedeeltelijke herziening van de Omgevingsvisie voor deze gebieden.
Samen met de gemeente Rotterdam heeft Studio for New Realities de afgelopen jaren gewerkt aan de visie. In de podcast vertelt Jeroen over de uitdagingen in de Oostflank en de ambitie die nu is geformuleerd. Zo vertelt hij dat er rond de OV-knooppunten ruimte is voor verdichting in de vorm van hoogbouw, maar dat in de tussenliggende gebieden gedacht wordt aan een ‘intense stedelijkheid’ in de vorm van lagere bebouwing. Denk aan de dichtheid van bijvoorbeeld Rotterdam Noord. Hij hamert daarbij op openbare ruimte als verblijfsruimte, in plaats van als verkeersruimte, en vertelt dat er in de plinten en binnengebieden ruimte komt voor voorzieningen en kleinschaliger retail, maar zeker ook voor makers.
In de plannen voor de Oostflank gaat logischerwijs veel aandacht uit naar de brugverbinding over de Maas die er zal komen. Vanuit de politiek wordt de mogelijkheid opengehouden dat er ook auto’s overheen komen te rijden. Wat Jeroen betreft wordt het een brug enkel voor wandelaars, fietsers en de nieuwe sneltram. Op die manier kan de brug ook een verblijfsplek worden; een brug die op de oevers ‘als een octopus’ verbindingen legt, en onderdeel wordt van het rivierpark dat hier aan beide zijden van de Maas komt.
Met zijn bureau, Studio for New Realities, werkt Jeroen aan meer strategische visies voor stadsdelen, maar werkt hij ook aan masterplannen voor gebieden en ook aan gebouwen. Het bureau werkt dus echt door de schalen heen. Daarbij vertelt Jeroen dat hij met zijn bureau sterk gericht is op de strategie en op de programmering om tot fijne, levendige buurten te komen.
Naast de visie voor de Oostflank, illustreert Jeroen deze benadering aan de hand van het masterplan voor District U in Vlaardingen. Het gebied, waar Unilever lang een groot onderzoekscentrum had, wordt getransformeerd tot gemengd stedelijk gebied. In aansluiting op de havenactiviteiten ten westen van het gebied komt aan die zijde ruimte voor schone bedrijvigheid. In aansluiting op de woonbuurt ten oosten van het gebied komt aan die zijde ruimte voor woningbouw.
Vlaardingen ligt op de noordoever van de Maas, maar op die oever ligt vooral havenbedrijvigheid. De stad ligt daarbij ook nog eens achter een combinatie van dijk, metrolijn en autoweg. Met de ontwikkeling van District U zal de stad nu echt met de rivier verbonden worden. Daarvoor heeft Jeroen zich met zijn team hard gemaakt voor een extra verbinding van de stad het gebied in. En die gaat er komen.
In het gebied ontwerpt Studio for New Realities nu ook verschillende gebouwen. Het eerste betreft de strategische renovatie van het bestaande auditorium, dat het hart van de buurt moet gaan vormen. De tweede betreft sociale woningbouw voor een lokale woningcorporatie. Op dit voormalige industrieterrein mag de architectuur van die gebouwen stoer zijn, vertelt Jeroen. -
Robert Winkel is ontwikkelaar bij Nice developers en architect bij Mei architects and planners. In de tandem van ontwikkelaar-architect heeft hij zijn nek uitgestoken met het uiterst duurzame, houten woongebouw Sawa in Rotterdam, dat nu in aanbouw is. Als ontwikkelaar en architect wil hij nu verder. Geen massieve betonbouw meer, alleen nog gebouwen die even duurzaam en sociaal zijn als Sawa, of beter. Enkel nog Paris Proof projecten dus.
De Architectenweb Podcast wordt mede mogelijk gemaakt door AGC.
Het was van tevoren niet zo bedacht, legt Winkel in de podcast uit, maar de bouwkundige structuur van Sawa blijkt ook goed bruikbaar voor andere gebouwtypen: gesloten bouwblokken, kubusvormige blokken, scholen, of woontorens tot wel 100 meter hoogte. Het bouwkundige concept dat hij met zijn team voor Sawa ontwikkeld heeft, vindt hij zo interessant dat hij op allerlei plekken in Nederland aan het kijken is of een plan à la Sawa haalbaar is. Daarbovenop trekt hij er komend jaar Europa mee in om te kijken of er in Duitsland, Noord-Italië, Noord-Spanje en Frankrijk interesse voor is. Een investering van Focus Real Estate in Nice Developers maakt dit mede mogelijk.
Wat maakt Sawa dan zo bijzonder? In de podcast gaat Winkel daar uitgebreid op in. De basis is een houten draagconstructie bestaande uit kolommen en balken. Voor de galerij op het noorden en de diepe balkons op het zuiden zijn de balken naar buiten toe verlengd. Op de balken liggen massieve houten vloerplaten waarop als massa gerecycled dakgrind gelegd is. Om ervoor te zorgen dat het hout altijd weer als schoon hout hergebruikt kan worden, en daarmee dus te kunnen claimen dat de CO2 in het hout opgeslagen blijft, vond Winkel het cruciaal dat de noodzakelijke massa op de vloeren droog zou zijn. Zo kwam hij met zijn team uit op recycled dakgrind. Dat schep je er zo weer af.
Het verhaal gaat verder in het groen dat rondom op de balkons aangebracht wordt. Dat groen heeft hij uitgewerkt in samenwerking met zijn vriend Piet Vollaard, die onlangs de tweede editie van zijn gids voor natuurinclusief bouwen presenteerde. Dat groen moet “aardig zijn om naar te kijken” maar is vooral dienstbaar aan insecten en vogels. Weer een heel ander verhaal betreft het ventilatiesysteem in het gebouw, waarin CO2-gestuurd buitenlucht binnengehaald wordt. Dat gebeurt zonder buizen en zonder voorverwarming of -koeling. “Vergelijkbaar met wanneer je een raampje open zou zetten.”
In het gebouw is de toepassing van beton geminimaliseerd. De fundering, begane grond en liftkern is ervan gemaakt. Meer niet. En dat beton is nu gerealiseerd. De volgende fase is de houtbouw, die tegen de zomer van 2024 klaar moet zijn. Na oplevering blijft Winkel met zijn team trouwens nog vijf jaar betrokken bij Sawa om te leren hoe alles in het gebouw zich houdt. Werkt alles zoals bedacht?
Naast de bouwkundige duurzaamheid heeft Winkel zich bij Sawa ook nadrukkelijk gericht op sociale duurzaamheid. Bijna de helft van de woningen valt onder de middenhuur. Ook zijn er verschillende gemeenschappelijke ruimtes voor de bewoners. Als ontwikkelaar neemt hij genoegen met een beperkte winst van 4-5%. Daardoor blijft er meer geld over om in het gebouw te investeren. Ook zijn zo meer betaalbare woningen mogelijk. En daar is het hem om te doen; een werkelijk duurzame en sociale architectuur te realiseren. -
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is architect Evert Klinkenberg, mede-oprichter van BETA.
Evert vertelt over zijn ervaring in Zwitserland, waar hij studeerde aan de ETH, en bij kantoor Herzog & de Meuron meewerkte aan het ontwerp van de hoogste toren van Basel.
Hij vertelt over zijn terugkeer naar Amsterdam, en de start van BETA, het architectenbureau dat hij samen met Auguste van Oppen begon. BETA heeft een systematische manier van werken ontwikkeld, waarbij onderzoek en ontwerp zich parallel ontwikkelen. Dat komt onder andere naar voren in het onderzoek dat het bureau deed naar beweeglogica in opdracht van de Gemeente Amsterdam. De ideeën uit dat onderzoek werden vervolgens realiteit in het gebouw De Draaier op Oostenburg in Amsterdam, dat recent werd opgeleverd.
In het onderwerp drie generatie wonen was de volgorde andersom: het realiseren van een woning voor drie generaties zette het bureau op het spoor van een onderzoek, dat leidde tot een inspirerend boek in samenwerking met gebiedsontwikkelaar AM. We bespreken bovendien de kansen voor het wonen met meerdere generaties in hoogbouw.
Tenslotte praten we over de fascinatie die Evert uit Zwitserland heeft meegenomen: mid-rise gebouwen als kans voor verdichting en als alternatief voor hoogbouw.
Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Lieven Heeremans
Muziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected] -
Op één van de oostelijke eilanden in Amsterdam, Oostenburg, is de afgelopen jaren een stedelijke buurt verrezen die nagenoeg autovrij is en waarvan de hoge kwaliteit van de openbare ruimte en de architectuur in het oog springt. De gerealiseerde gebouwen in de buurt hebben een wisselende breedte en hoogte, een wisselend programma en uitstraling, en zijn door allerlei verschillende architecten ontworpen. In gesprek met stedenbouwkundige Tess Broekmans van Urhahn over het ontwerp voor de buurt die ze zelf typeert als een ‘pandenstad’.
Een stedelijk gebied dat in staat is om continu te veranderen, dat met en door haar bewoners gemaakt wordt; dat is een duurzame en aantrekkelijke plek om te wonen en te werken. Dat is de overtuiging van Urhahn dat in die context spreek over de Spontane Stad: een stad die werkelijk ruimte biedt voor initiatieven van bewoners, van collectieven en van bedrijven. Veel oude binnensteden konden zo spontaan groeien. En hier en daar zijn er gebieden met een vergelijkbare potentie. Zoals bedrijventerreinen met een versnipperd bezit die nu van kleur verschieten.
Op Oostenburg ontwierp Urhahn in 2011 de basis voor zo’n spontane stadsontwikkeling. Tussen de grote gebouwen op het schiereiland – Van Gendthallen, INIT en Werkspoorhal – ontwierp het bureau een pandenstad met een veel kleinere korrelgrootte. Om ruimte te bieden aan een diversiteit aan initiatieven en programma’s, was deze pandenstad opgebouwd uit kavels van verschillende groottes, waarop kleine en grote gebouwen gerealiseerd konden worden.
In Amsterdam werd er in 2011 bijna niet meer gebouwd. De kleinschalige verkaveling die Urhahn voorstelde, bood Stadgenoot – dat de meeste grond op Oostenburg bezat – de mogelijkheid om het gebied pand voor pand te ontwikkelen. Bottom-up.
Het liep echter anders. Toen de markt aantrok meldden zich al snel ontwikkelaars die verschillende velden in het gebied wilden ontwikkelen. Als een van de weinige gebieden in Amsterdam had Oostenburg een uitgewerkt stedenbouwkundig plan. Hier konden ontwikkelaars direct aan de slag. Daarop heeft Stadgenoot verschillende velden aan verschillende ontwikkelaars gegund. Het gaat om onder andere VORM, AM en Being. De onderlegger van de pandenstad is daarbij wel gebleven.
Ieder gebouw op Oostenburg heeft zijn eigen structuur en ontsluiting. Hoewel de buurt dus in grotere delen ontwikkeld is, kan het in de toekomst wel in kleinere eenheden doorontwikkeld worden, benadrukt Broekmans in de podcast.
Binnen het concept van de pandenstad paste geen ondergrondse parkeergarage die onder de verschillende panden zou doorlopen. Ook was de grond van het voormalige industriegebied vervuild. Het parkeren is daarom ondergebracht in een apart parkeergebouw, dichtbij de uitvalswegen. Broekmans geeft aan dat, mocht er in de toekomst minder behoefte zijn aan parkeerruimte, dat gebouw getransformeerd kan worden.
Tijdens de ontwikkeling van Oostenburg ging de stijging van de bouwprijzen gelijk op met de stijging van de woningprijzen. Dat is hier een geluk geweest, beaamt Broekmans. Daardoor is de ambitie wat betreft de architectuur overeind gebleven.
In de formulering van de maximale bouwenveloppen was ruimte gelaten om daar open gangen en trappenhuizen aan toe te voegen. Dat is ook bijna overal gebeurd. En dat vertaalt zich bijvoorbeeld in passages die van de straat naar de binnentuinen lopen, waar dan de hoofdentrees tot de gebouwen aan liggen, net als de fietsparkeergarages. Als gevolg daarvan zijn de bouwblokken in het gebied heel permeabel geworden. Overal kun je van de straat doorsteken naar de binnentuinen.
Deze podcast is mede mogelijk gemaakt door AGC. -
Toren van Babel is een maandelijkse serie binnen de Architectenweb Podcast. Hierin praat architect Daan Roggeveen (MORE Architecture) met ontwerpers, ontwikkelaars en andere experts die allemaal hun eigen perspectief hebben op hoogbouw. Doel is het antwoord vinden op de vraag: hoe maak je nu een echt goed hoog gebouw? De gast deze maand is Frank Suurenbroek, lector Bouwtransformatie aan de Hogeschool van Amsterdam.
Frank vertelt over zijn boek ‘Neuroarchitectuur, het ontwerpen van Hoogbouwbouwsteden op Ooghoogte’, dat hij samen met collega Gideon Spanjar schreef, en dat is verschenen bij uitgeverij NAi010. We praten over de verdichtingsopgaven waar de Nederlandse steden voor staan, en over de ontwerpoplossingen voor hoogstedelijk gebied die Frank en Gideon in het boek in beeld hebben gebracht. Frank legt uit hoe ze daarbij gebruik hebben gemaakt van kennis uit de neurowetenschappen om te begrijpen wat voor effect bepaalde ontwerpoplossingen hebben op mensen.
Daarnaast vertelt hij over zijn nieuwste onderzoek ‘Building for Wellbeing’, met daarin een parallelle analyse van de belangrijkste verdichtingslocaties in Nederland. We bespreken hoe je de essenties van zo’n verdichtingsopgave scherp kan krijgen, en hoe je de belangrijkste elementen in een plan houdt.
En we spreken over zijn passie voor stedelijke transformatie, en hoe zijn promotieonderzoek naar de stadsranden van Haarlem hem op dat spoor hebben gezet.
Het beeld bij de podcast toont een straatbeeld in Vancouver waarin door middel van een heatmap in beeld is gebracht waar mensen in zo'n straatbeeld precies naar kijken. Dat blijkt vooral te zijn waar ze andere mensen verwachten, dus op straat en in de plinten van gebouwen, maar er wordt zeker ook omhoog gekeken, naar de torens die boven de plinten uitstijgen.
Toren van Babel wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Hoogbouw.
Idee & Presentatie: Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Productie & Techniek: Lieven Heeremans
Muziek: Job Roggeveen
Reacties: [email protected] - Vis mere