Episoder
-
In 1979 ontmoet Toots de onstuimige jazzbassist Jaco Pastorius. Niet lang daarna delen ze het podium en is het publiek getuige van de unieke chemie tussen beiden. Pastorius vindt in hem de stabiliteit die hij in zijn eigen leven mist, maar ook voor Toots zijn de jaren 70 en 80 op privé vlak eerder tumultueus.
Het is in deze periode dat er in het liefdesverhaal tussen Toots en Brazilië een
sleutelhoofdstuk wordt geschreven: nadat de Brazilianen het album 'Elis & Toots' (met zangeres Elis Regina) te horen krijgen, sluiten ze hem meteen in hun hart. Later maakt hij met de 'beau monde' van de Braziliaanse muziekscene het dubbelalbum The Brasil Project.
Na een fenomenale comeback in Bozar in 1986, harkt Toots de laatste decennia van zijn carrière de eerbetonen bij elkaar. Het genie van de Marollen krijgt (eindelijk)waar hij recht op heeft en blijft ook nog op hoge leeftijd verder spelen. Het is 22 augustus 2016 wanneer Jean 'Toots' Thielemans zachtjes uit het leven glijdt. -
Na Toots' doorbraak bij het brede publiek met 'Bluesette', is hij in de jaren zestig vooral een 'gun for hire'. Iedereen vindt de weg naar Toots: van aftershavefabrikant Old Spice tot de producenten van Sesame Street. Ook filmcomponisten komen bij de muzikant aankloppen. In de jaren 70 werkte Toots o.a. mee aan de muziek voor cultklassieker 'Midnight Cowboy' van John Schlesinger, Paul Verhoevens schandaalfilm 'Turks Fruit' en 'The Sugarland Express', het eerste gezamenlijke project van het legendarische duo Steven Spielberg en John Williams.
Hoewel de lijst van film- en televisiemuziek eindeloos is, blijft jazz de rode draad in zijn muzikale carrière. In 1979 nodigt Bill Evans, op dat moment een van de meest invloedrijke pianisten ter wereld, Toots uit op het album 'Affinity'. Het wordt voor beide heren een hoogtepunt uit hun carrière. -
Manglende episoder?
-
In de jaren 50 verschijnt 'The soul of Toots Thielemans', een plaat die aantoont hoe Toots zijn eigen zwarte ziel alsmaar beter begrijpt. Het is de allereerste keer dat hij tijdens het gitaar spelen ook unisono fluit: een sound die hem niet veel later beroemd zal maken. We schrijven 1964 wanneer niemand minder dan John Lennon bewonderend naar de Rickenbacker-gitaar van Toots kijkt en denkt: 'Die wil ik ook'. Het is een van de vele linken tussen de opper-Beatle en Thielemans, die elkaar dat jaar ook effectief de hand schudden. In diezelfde periode verblijft Toots een hele tijd in Zweden, waar hij achter de schermen van een goed bekeken variétéshow het zaadje van 'Bluesette' plant.
-
Een warm onthaalde Europese tournee brengt Toots tot in Zweden. Het is in Nalen, een danszaal in Stockholm en broeihaard van de Zweedse jazzscene, dat hij het podium deelt met o.a. Charlie Parker.
Terug in België maakt hij deel uit van de band rond Bobbejaan Schoepen, maar in tegenstelling tot de lichtjes van de Schelde, zijn het 'the lights over the Hudson' waar Toots van droomt. Die droom wordt werkelijkheid in 1951, wanneer Toots eindelijk een Green card bemachtigd en een vaste plaats krijgt in de band van George Shearing. -
In de nasleep van W.O. II, beluistert Jean de ene jazzplaat na de andere en ontpopt zich tot een professionele jazzmuzikant. Het is in deze periode dat hij de bijnaam ‘Toots’ krijgt en voor het eerst zelf muziek opneemt. Ondertussen doet de moderne Bepop zijn intrede. Wat volgt is een bootreis met oom Theo naar 'The Land of the Jazz'. Daar wordt het talent van Toots al heel snel gescout. Hoe beleeft Toots zijn avontuur in de Verenigde Staten? Waarom was dit een sleutelmoment in zijn carrière? Frederik Goossens vertelt je er alles over.
-
We schrijven 1938. De 16-jarige Jean Thielemans hoort en ziet Larry Adler mondharmonica spelen in de Hollywoodfilm 'The Sidewalks of London' en zijn fascinatie voor het instrument is geboren. De liefde voor jazz komt pas later, wanneer de familie Thielemans tijdens W.O. II vlucht van Brussel naar Frankrijk en Jeanke voor het eerst jazz hoort over de radio. Eens terug in Brussel, gaat hij op zoek naar meer. Ontdek in deze aflevering hoe Toots op het pad van de jazz terechtkwam en welke rol de gitaar daarbij speelde.
-
's Lands bekendste jazzmuzikant, Toots Thielemans, zou op 29 april 2022 honderd jaar geworden zijn. Van het 'Baantjer'-deuntje tot 'Bluesette': zijn muziek leeft voort in ons collectieve geheugen, net als zijn aanstekelijke persoonlijkheid en kenmerkende look. Frederik Goossens en Ellen Leemans duiken in het verhaal achter de jazzlegende en multi-instrumentalist. Hoe beleefde de Brusselse ket zijn jeugd in de Marollen? Waarom hield iedereen van Toots? Wat maakte hem zo bijzonder?
-
De tijd van de grote labels ligt achter ons. Iedereen met een computer kan muziek opnemen, publiceren en promoten. Door creatief om te gaan met nieuwe media worden jazzmuzikanten echte entrepreneurs en managers van hun eigen carrière.
Bassiste en zangeres Esperanza Spalding gebruikte in '17 livestreams op Facebook om de totstandkoming van haar album Exposure te laten beleven vanop de eerste rij. Multi-instrumentalist Jacob Collier wordt een YouTube hit wanneer hij aan de slag gaat met content die zijn fans hem toesturen. En ook het collectief Snarky Puppy weet zijn reputatie stevig te vestigen via social media.
Af en toe wordt het pad voor deze getalenteerde jonge muzikanten geëffend door een deus-ex-machina : David Bowie werkte voor zijn laatste album Black Star samen met Donny McCaslin en Mark Guiliana nadat hij was geïnspireerd door Kendrick Lamars plaat To Pimp a Butterfly. Hieraan werkte oa. ook Kamasi Washington mee, die dat zelfde jaar zijn album The Epic releasede. -
Waar jazz in de jaren ’20 dansmuziek was, is het nu luistermuziek geworden. Hedendaagse jazz wordt gekenmerkt door grote virtuositeit, maar ook door doordachte ernst. Jazzmuzikanten zijn niet louter goede ambachtslui, ze gaan eveneens op zoek naar het verhaal dat zich achter de noten bevindt. Pianist Brad Mehldau weet de traditie van ‘The Great American songbook’ naar de toekomst te vertalen en relevant te houden.
Net als een rits van zangeressen, zoals Diana Krall, Norah Jones en - waarom niet? - Amy Winehouse, die jazz op een heel eigen, subtiele manier opnieuw populair maken bij een groot publiek. -
In de jaren ’90 gaan zogenaamde Crate diggers aan de slag met oude jazz vinylplaten. Lekkere grooves worden door hiphoppers gerecycleerd om daaroverheen te rappen. Het is opnieuw Miles Davis die op zijn allerlaatste plaat ‘Doo-Bop’ als één van de eersten rap en jazz-improvisatie gaat combineren.
Ook Guru volgt dit spoor met zijn project Jazzmatazz, waaraan veel gereputeerde jazzmuzikanten meewerken. Us3 herwerkt Cantaloupe Island van Herbie Hancock tot Flip Fantasia en scoort daarmee een hit. Matlib gaat op ‘Shades of Blue’ aan de slag met de Blue Note archieven.
The Soulquarians, met onder andere D’Angelo, Questlove, J Dilla en Erykah Badu, herontdekken begin jaren 2000 de legendarische Electric lady opname studio’s van wijlen Jimi Hendrix in New York. Hier vindt de Neo-soul zijn oorsprong.
Robert Glasper werd in 2013 met ‘Black Radio’ onderscheiden met een Grammy award voor beste R&B album.
Al deze albums zijn voor de huidige generatie van jonge jazz-muzikanten vaak het opstapje naar de ontdekking van het genre jazz. -
Terwijl Wynton Marsalis de jazztraditie onder een kaasstolp tracht te conserveren, integreert John Zorn net zoveel mogelijk andere muziekgenres in zijn werk. Dit resulteert in eclectische muziek waarbij het citeren en combineren van genres op zich wordt gebruikt als improvisatie-methodiek. Hiermee sluiten zijn composities aan bij andere ‘mix en match’ kunstvormen uit het Post-modernisme.
Het oeuvre van altsaxofonist John Zorn is zeer divers. Zijn Joodse roots inspireren hem voor zijn album ‘Kristallnacht’ en zijn Masada-boeken, waarin hij honderden op Klezmer gebaseerde composities schrijft.
In zijn slipstream vinden we muzikanten als Bill Frisell, die zich evenmin in het hokje ‘jazz’ laten duwen. -
In de jaren ’80 is jazz een echt lappendeken geworden. Zowel de avantgardisten als de legendes uit de gouden jaren zijn actief. Labels als Verve en Pablo spelen in op de swing en bouwen verder op de reputatie van sterren als Count Basie en Ella Fitzgerald. Het label Concorde biedt eveneens ruimte voor mainstream jazz, waarin overduidelijk wordt gerefereerd naar oude jazz-stijlen. In het saxofoongeluid van Scott Hamilton horen we echo's van Lester Young.
Wynton Marsalis groeit op in New Orleans, jazz wordt hem met de paplepel ingegoten door zijn muzikale vader. Hij maakt snel naam bij The Jazz Messengers, maar is net zo goed klassiek onderlegd. Wynton grijpt steeds meer terug naar de wortels van de jazz en keert hierbij de vernieuwers de rug toe. Zijn overtuiging staat haaks op het principe dat jazz zichzelf steeds heruitvindt.
In de slipstream van Wynton Marsalis, wordt het neo-traditionalisme heel populair en duiken nieuwe namen op zoals Harry Connick Jr. die onder meer de muziek vertolkt voor de immens populaire film ‘When Harry met Sally’. -
Tussen de avantgardistische free jazz en de elektronische fusion, ontstaat in de jaren ’70 een platenlabel met een heel eigen, heldere sound : ECM (Edition of Contemporary Music), opgericht door Manfred Eicher. Het is bij dit label dat ‘The Koln Concert’ van Keith Jarrett wordt uitgegeven. Jarrett speelt er lange solo improvisaties, die nog weinig refereren naar de pure jazztraditie met swingende ritmes en blue notes. Zo maakt hij ruimte vrij voor nieuwe klankwerelden en andere inspiratiebronnen.
In het Europees kwartet van Keith Jarrett speelt oa. de Noorse sopraansaxofonist Jan Garbarek. Zijn glasheldere toon en invloeden uit de Scandinavische volksmuziek worden typerend voor het ECM label. -
Tegen het einde van de jaren ’60 wordt pop- en rockmuziek volwassen. Festivals als Woodstock boomen, maar jazzclubs lopen leeg. Platenlabel Columbia zet zijn jazzlegendes aan de deur omdat de verkoopcijfers kelderen, maar volgens de nieuwe platenbaas van dit label heeft Miles Davis wel potentieel om te veranderen. Hij mag blijven.
Via zijn nieuwe vrouw Betty Mabry, komt Miles in contact met Jimi Hendrix, Sly Stone etc. Ook Miles gaat elektrisch versterkte instrumenten en funkritmes integreren in zijn muziek. In 1969 neemt hij de dubbel lp ‘Bitches Brew’ op. Het wordt zijn eerste gouden plaat.
Muzikanten die met Miles hebben meegespeeld, gaan verder op ditzelfde pad. Gitarist John McLaughlin richt zijn Mahavishnu Orchestra op, pianist Herbie Hancock en zijn Headhunters spelen funky grooves en Weather Report (met oa saxofonist Wayne shorter en bassist Jaco Pastorius) scoort een hit met Birdland. -
Miles Davis rekruteert voor het eerst talent uit een jonge generatie: drummer Tony Williams, pianist Herbie Hancock en bassist Ron Carter. Op de opnames van een benefietconcert in The New York Philharmonic Hall, horen we hoe perfect deze bandleden op elkaar zijn ingespeeld, ondanks weinig repetitie vooraf.
Wanneer wat later tenorsaxofonist George Coleman wordt vervangen door Wayne Shorter, afkomstig uit The Jazz Messengers, is ‘The second Great Quintet’ van Miles Davis een feit.
In 1965 moet Miles een heupoperatie ondergaan, waardoor hij voor langere tijd out is. Zijn bandleden zitten inmiddels niet stil en worden geïnspireerd door de avant-garde. Ze leggen Miles bij zijn terugkeer het vuur aan de schenen. Tijdens de concerten in The Plugged Nickel gaat ook Miles impressionistisch improviseren over een vertrouwd repertoire. De nieuwe stijl wordt Post-Bop genoemd. -
De allereerste “free jazz” opname waarin werd geïmproviseerd zonder vooraf bepaalde structuur, werd reeds gerealiseerd in 1949 door Lennie Tristano en zijn school van muzikanten.
Deze jazzstroming waarin complete vrijheid geldt en afstand wordt genomen van allerlei muzikale conventies, dankt zijn naam aan een album uit 1960 van Ornette Coleman.
Voor sommige muzikanten, zoals Sun Ra, sluit de improvisatie wars van ritme, tonaliteit en harmonie aan bij een spirituele zoektocht. Waar anderen dan weer een politiek statement willen maken met hun klank-explosies en live performances.
De muziek is weinig toegankelijk en bijgevolg niet erg populair. Ook muzikanten als Miles Davis zijn kritisch. -
Het Miles Davis Quintet met tenor saxofonist John Coltrane tourt in 1960 voor het laatst doorheen Europa. Tijdens het concert in L’Olympia - Parijs, polariseren de solo’s van Coltrane het publiek. Het wordt pijnlijk duidelijk dat de 2 zwaargewichten niet langer samen op één podium passen.
Daarop gaat Coltrane op eigen benen verder en richt The Classic Quartet op met o.m. Elvin Jones (drums) en McCoy Tyner (piano). In 1961 neemt de band ‘My Favourite things’ op, dit thema uit de musical ‘The Sound of music’ wordt herleid tot een meditatief mantra waarop Coltrane op bezwerende wijze modaal improviseert op sopraan sax. Het wordt een enorme hit.
Coltrane gaat verder op dit spiritueel elan met de opnames van ‘A Love Supreme’, een 4-delig werk voor label Impulse!, waarmee hij zijn liefde uit voor het allerhoogste. -
Ook na ’59 bestendigt Miles zijn reputatie als vernieuwer. Hij laat zich inspireren door de volksmuziek uit Spanje en schrijft samen met Gil Evans ‘Sketches of Spain’. Op dit album staat oa. een interpretatie van het ‘Concerto de Aranjuez’ van Joaquin Rodrigo, waarmee deze compositie voor altijd in ons collectief geheugen wordt gegrift. Zo ontstaat de ‘third stream’: muziek die tussen klassieke genres en muziek in valt.
De interesse in exotische muziek hangt in de lucht tijdens de jaren ‘50: Harry Belafonte introduceert muziek uit de Caraïben met de ‘Banana boat song’ en Stan Getz gaat samenwerken met Carlos Jobim en Joao Gilberto. De kruisbestuiving tussen Braziliaanse samba en jazz resulteert in populaire Bossa Nova. -
In het jaar ’59 worden 3 baanbrekende, totaal verschillende platen opgenomen :
Miles Davis neemt ‘Kind of blue’ op, de best verkochte jazz-plaat allertijden. Na een eerder muzikaal experiment voor de soundtrack van de film ‘L’ascenceur pour l’échafaud’, gaat Miles verder op het modale pad waar akkoorden-cycli worden vervangen door toonaarden die veel langer worden aangehouden. Hierdoor zit de solist minder in een strak harmonisch keurslijf.
John Coltrane, die eveneens mee soleerde op ‘Kind of Blue’, daagt zichzelf uit op zijn album ‘Giant Steps’, een soort vervolg op de hardbop maar dan met ontzettend snelle solo’s over bijzonder complexe muzikale progressies.
En Ornette Coleman kiest voor ‘pure’ expressie door harmonische, ritmische en melodische vrijheid op zijn album ‘The shape of jazz to come’. Hier wordt elke conventie overboord gegooid, wat leidt tot complete desoriëntatie bij de luisteraar.
En daarmee is de jazz aan de vooravond van de sixties totaal versplinterd… -
In de jaren ’50 doet de Rock ’n roll zijn intrede. Net als de jazz, vindt deze immens populaire nieuwe muziekstijl zijn oorsprong in de Blues van de Mississippi.
Zwarte jazzmuzikanten zoals Horace Silver en Art Blakey die samen de ‘Jazz Messengers’ vormen, bieden een tegenreactie op de fragiele Cool jazz van blanke muzikanten: de hardbop. Ook zij grijpen opnieuw naar de roots van de jazz : de blues. Thema’s worden minder complex dan in de Bebop en doen meteen denken aan muziek uit de Gospel Churches. Door de herkenningspunten, repetitieve licks en eenvoudige melodieën slaat deze muziek meteen aan bij een jong zwart publiek.
Sonny Rollins verenigt, net als Dizzy Gillespie enkele jaren eerder, Cubaanse muziek met de jazz in nummers zoals ‘St. Thomas’. - Vis mere