Episoder

  • Terwijl Apollos in Korinte verbleef, kwam Paulus na zijn reis door het binnenland in Efeze aan. Hij ontmoette daar enkele leerlingen, aan wie hij vroeg: ‘Hebben jullie de heilige Geest ontvangen toen jullie tot geloof kwamen?’ Ze antwoordden: ‘Nee, we hebben zelfs niet gehoord van het bestaan van een heilige Geest.’ Hij vroeg: ‘Hoe zijn jullie dan gedoopt?’ ‘Met de doop van Johannes,’ antwoordden ze. Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte de mensen die tot inkeer kwamen en zei tegen hen dat ze moesten geloven in degene die na hem kwam, in Jezus.’ Toen ze dat gehoord hadden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus.

    Lees verder in Handelingen 19

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Pas toen we veilig en wel aan land waren gekomen, hoorden we dat het eiland Malta heette. De plaatselijke bevolking gedroeg zich buitengewoon vriendelijk: ze verwelkomden ons en staken een vuur aan omdat het was gaan regenen en koud was. Paulus sprokkelde een grote bos dor hout en legde die op het vuur, maar door de hitte kwam er een gifslang uit kruipen, die zich in zijn hand vastbeet. Toen de Maltezers het beest aan zijn hand zagen hangen, zeiden ze tegen elkaar: ‘Die man is vast een moordenaar. Hij is aan de zee ontsnapt, maar Dikè wil niet dat hij blijft leven.’ Paulus schudde de slang echter van zich af in het vuur en bleef volstrekt ongedeerd.

    Lees verder in Handelingen 28

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Manglende episoder?

    Klik her for at forny feed.

  • Toen het besluit gevallen was dat wij naar Italië zouden gaan, werden Paulus en enkele andere gevangenen overgedragen aan Julius, een centurio van een van de keizerlijke cohorten. We gingen aan boord van een schip uit Adramyttium, dat de havens langs de kust van Asia zou aandoen, en voeren weg. Aristarchus, de Macedoniër uit Tessalonica, reisde met ons mee. De volgende dag liepen we de haven van Sidon binnen, en Julius, die Paulus heel voorkomend behandelde, vond het goed dat hij naar zijn vrienden ging om door hen verzorgd te worden. Nadat we uit Sidon vertrokken waren, hadden we met veel tegenwind te kampen, en daarom voeren we om Cyprus heen. We doorkruisten de zee bezuiden Cilicië en Pamfylië en liepen Myra in Lycië binnen.

    Lees verder in Handelingen 27

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Agrippa zei tegen Paulus: ‘U mag uw zaak bepleiten.’ Paulus hief zijn hand op en verdedigde zich als volgt: ‘Ik prijs me gelukkig, koning Agrippa, dat ik me vandaag juist in uw bijzijn mag verdedigen tegen alle aanklachten die door de Joden tegen me zijn ingediend, vooral omdat u zo goed op de hoogte bent van al hun gebruiken en onderlinge geschillen; daarom verzoek ik u om welwillend naar me te luisteren.
    Het is alle Joden bekend welk leven ik sinds mijn vroegste jeugd te midden van mijn volk en in Jeruzalem heb geleid; ze kennen me lang genoeg om te kunnen bevestigen dat ik als farizeeër volgens de strengste richting van onze godsdienst heb geleefd.

    Lees verder in Handelingen 26

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Drie dagen nadat Festus zijn intrede in de provincie had gedaan, ging hij van Caesarea naar Jeruzalem. Daar dienden de hogepriesters en de andere Joodse leiders een klacht tegen Paulus bij hem in. Bovendien vroegen ze hem of hij hun een gunst wilde bewijzen door Paulus naar Jeruzalem te laten overbrengen, want ze hadden het plan opgevat hem onderweg te vermoorden. Festus antwoordde dat Paulus in Caesarea in hechtenis zou blijven, maar dat hijzelf daar binnenkort weer heen zou gaan. ‘Laten degenen onder u die bevoegd zijn meegaan,’ zei hij, ‘en laten ze deze man aanklagen als hij iets heeft gedaan dat ontoelaatbaar is.’

    Lees verder in Handelingen 25

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Vijf dagen later arriveerde Ananias, de hogepriester, samen met enkele oudsten en met Tertullus, een advocaat. Ze dienden hun klacht tegen Paulus in bij de procurator. Toen hij voor het gerecht geroepen was, begon Tertullus zijn requisitoir als volgt: ‘Excellentie, dat wij dankzij u in duurzame vrede leven en dat door uw vooruitziend beleid hervormingen ten gunste van het Joodse volk tot stand komen, erkennen we van ganser harte, en we zijn u daarvoor veel dank verschuldigd. Ik wil u echter niet langer ophouden dan nodig is, en daarom doe ik een beroep op uw welwillendheid om een ogenblik naar ons te luisteren. Het is ons gebleken dat deze man een ware pest is en dat hij in het hele rijk onlusten onder de Joden veroorzaakt. Als een van de voornaamste leiders van de sekte van de Nazoreeërs

    Lees verder in Handelingen 24

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Paulus vestigde zijn blik op de leden van het Sanhedrin en zei: ‘Broeders, ik heb tot op de dag van vandaag mijn leven geleid met een volkomen zuiver geweten voor God.’ Ananias, de hogepriester, gaf de mannen die naast Paulus stonden opdracht hem op zijn mond te slaan. Daarop zei Paulus tegen hem: ‘God zal ú slaan, huichelaar! U zit daar om volgens de wet recht over mij te spreken, en toch overtreedt u zelf de wet door bevel te geven mij te slaan?’ De omstanders zeiden: ‘Scheld je de hogepriester van God uit?’ Toen zei Paulus: ‘Ik wist niet, broeders, dat hij de hogepriester is. Er staat inderdaad geschreven: “Een leider van je volk mag je niet verwensen.”’

    Lees verder in Handelingen 23

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • ‘U, broeders, en u, vaders van ons volk, luister naar wat ik tot mijn verdediging heb aan te voeren.’ Toen de menigte hoorde dat hij hen in het Hebreeuws toesprak, werd het nog stiller. Paulus vervolgde: ‘Ik ben een Jood, geboren in Tarsus in Cilicië, maar opgegroeid in deze stad. Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten en ben strikt volgens de voorschriften van de wet van onze voorouders opgevoed. Ik ben een vurig dienaar van God, en u allen geeft vandaag blijk van hetzelfde. Ik heb de aanhangers van de Weg tot de dood toe vervolgd. Mannen en vrouwen heb ik gevangengenomen en laten opsluiten, iets dat de hogepriester en de hele raad van oudsten kunnen bevestigen. Ik heb van hen zelfs aanbevelingsbrieven gekregen voor onze broeders in Damascus, toen ik daarheen ging om ook daar mensen gevangen te nemen en hen naar Jeruzalem te brengen, waar ze hun straf moesten ondergaan.

    Lees verder in Handelingen 22

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Nadat we ons met moeite van hen hadden losgemaakt, kozen we zee en zetten rechtstreeks koers naar Kos. De dag daarop bereikten we Rhodos, en van daar voeren we naar Patara. Daar vonden we een schip dat de oversteek naar Fenicië zou maken. We gingen aan boord en voeren weg. We kregen Cyprus in zicht, maar lieten het links liggen en zeilden verder naar Syrië, waar we de haven van Tyrus binnenliepen. Daar moest het schip zijn lading lossen. We gingen op zoek naar de leerlingen en bleven een week bij hen. Sprekend door de Geest ontraadden ze Paulus naar Jeruzalem door te reizen. Maar toen ons oponthoud ten einde liep, vertrokken we weer, uitgeleide gedaan door alle leerlingen met hun vrouwen en kinderen. We gingen de stad uit en knielden samen neer op het strand om te bidden.

    Lees verder in Handelingen 21

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Toen het tumult bedaard was, riep Paulus de leerlingen bij zich om hun moed in te spreken. Daarna nam hij afscheid en vertrok naar Macedonië. Op zijn reis door dat gebied bemoedigde hij de gelovigen op velerlei wijze. Ten slotte kwam hij in Griekenland aan, waar hij drie maanden bleef. Kort voordat hij per schip naar Syrië wilde afreizen, bleek dat de Joden een aanslag op hem beraamden, zodat hij besloot terug te keren via Macedonië. Hij werd vergezeld door Sopatrus, de zoon van Pyrrhus, uit Berea, door Aristarchus en Secundus uit Tessalonica, Gajus uit Derbe en Timoteüs, Tychikus en Trofimus uit Asia. Zij reisden naar Troas en bleven daar op ons wachten.

    Lees verder in Handelingen 20

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Na deze gebeurtenissen verliet hij Athene en ging naar Korinte. Daar leerde hij Aquila kennen, een Jood uit Pontus, die kort daarvoor met zijn vrouw Priscilla uit Italië was gekomen omdat Claudius had bevolen dat alle Joden Rome moesten verlaten. Paulus bracht hun een bezoek, en omdat ze hetzelfde ambacht uitoefenden als hij – ze waren leerbewerker van beroep – trok hij bij hen in en ging bij hen werken.
    Elke sabbat sprak Paulus in de synagoge en trachtte hij Joden en Grieken te overtuigen. Nadat Silas en Timoteüs uit Macedonië waren aangekomen, richtte Paulus zich volledig op de verkondiging en getuigde ten overstaan van de Joden dat Jezus de messias is.

    Lees verder in Handelingen 18

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Via Amfipolis en Apollonia reisden ze naar Tessalonica, waar de Joden een synagoge hadden. Zoals gewoonlijk ging Paulus naar hen toe, en drie sabbatdagen achtereen debatteerde hij met hen. Aan de hand van teksten uit de Schrift toonde hij aan dat de messias moest lijden en sterven en daarna uit de dood moest opstaan. ‘Deze messias,’ zo zei hij, ‘is Jezus, die ik u nu verkondig.’ Sommigen lieten zich overtuigen en sloten zich aan bij Paulus en Silas, evenals veel Grieken die God vereerden, en een groot aantal vrouwen uit de hogere kringen. Maar de andere Joden werden vervuld van jaloezie en riepen enkele raddraaiers te hulp, die een volksoploop veroorzaakten en grote beroering in de stad teweegbrachten. Ze trokken naar het huis van Jason om Paulus en Silas aan een volksgericht te onderwerpen,

    Lees verder in Handelingen 17

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Hij kwam ook in Derbe en Lystra. In Lystra ontmoette hij een leerling die Timoteüs heette, de zoon van een gelovig geworden Joodse vrouw en een Griekse vader. Timoteüs stond goed aangeschreven bij de gelovigen in Lystra en Ikonium, en Paulus wilde hem met zich meenemen op reis. Hij liet hem eerst besnijden ter wille van de Joden in Lystra en Ikonium, die immers allen wisten dat Timoteüs een Griekse vader had. Op hun tocht langs de steden stelden ze de gemeenteleden op de hoogte van de besluiten die door de apostelen en de oudsten in Jeruzalem waren genomen en droegen hun op zich daaraan te houden. De gemeenten werden steeds sterker in het geloof en het aantal leerlingen nam dagelijks toe.

    Lees verder in Handelingen 16

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Er kwamen enkele leerlingen uit Judea, die betoogden dat de broeders zich moesten laten besnijden, overeenkomstig het door Mozes overgeleverde gebruik, omdat ze anders niet konden worden gered. Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie voor te leggen aan de apostelen en de oudsten. Nadat de gemeente hun uitgeleide had gedaan, gingen ze op weg en trokken ze door Fenicië en Samaria. Daar verhaalden ze uitvoerig van de bekering van de heidense volken, iets dat bij alle gelovigen grote vreugde wekte. Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de apostelen en de oudsten en door de rest van de gemeente. Ze brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. Enkele gelovigen die tot de partij van de farizeeën behoorden, gaven echter te verstaan dat ook de niet-Joodse gelovigen dienden te worden besneden en opdracht moesten krijgen zich aan de wet van Mozes te houden.

    Lees verder in Handelingen 15

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Ook in Ikonium bezochten ze de synagoge van de Joden, en ook daar kwam een groot aantal mensen, Joden zowel als Grieken, door hun verkondiging tot geloof. Maar er waren ook Joden die niets van hun boodschap wilden weten; zij deden hun best om bij de niet-Joden een vijandige stemming jegens de gelovigen te kweken. Paulus en Barnabas bleven geruime tijd in de stad en spraken vrijmoedig over Gods woord, vol vertrouwen in de Heer, die de verkondiging van zijn genade kracht bijzette door hen tekenen en wonderen te laten verrichten.

    Lees verder in Handelingen 14

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas, Simeon, die Niger werd genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus. Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een samenkomst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel Mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die Ik hun heb toebedeeld.’ Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken.

    Lees verder in Handelingen 13

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Omstreeks die tijd nam koning Herodes enkele leden van de gemeente gevangen en mishandelde hen. Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen. Toen hij zag dat de Joden hier gunstig op reageerden, liet hij ook Petrus aanhouden – dat was tijdens het feest van het Ongedesemde brood.

    Lees verder in Handelingen 12

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • De apostelen en de gemeenteleden in Judea hoorden dat ook niet-Joden Gods woord hadden aanvaard. Toen Petrus terugkwam in Jeruzalem, spraken de Joodse gelovigen hem hierover aan en verweten hem dat hij onbesnedenen had bezocht en samen met hen had gegeten.

    Lees verder in Handelingen 11

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Een van de inwoners van Caesarea was een centurio van de Italiaanse cohort, die Cornelius heette. Hij was een vroom man die, samen met zijn huisgenoten, God vereerde. Hij gaf uit barmhartigheid veel geld aan het volk en bad veelvuldig tot God. Op een dag kreeg hij omstreeks het negende uur een visioen, waarin hij duidelijk zag hoe een engel van God zijn huis binnenkwam. Hij hoorde hem zeggen: ‘Cornelius!’

    Lees verder in Handelingen 10

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app

  • Intussen bedreigde Saulus de leerlingen van de Heer nog steeds met de dood. Hij ging naar de hogepriester met het verzoek hem aanbevelingsbrieven mee te geven voor de synagogen in Damascus, opdat hij de aanhangers van de Weg die hij daar zou aantreffen, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en kon meevoeren naar Jeruzalem. Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel.

    Lees verder in Handelingen 9

    Luister de volledige Bijbel in Mijn Bijbel app