Episoder
-
De haagwinde, wie heeft er niet op gevloekt. Dat kleine slingerplantje dat zich om al je planten windt en dat je er maar moeilijk uit kan halen met die bijna elastieken steeltjes. Maar, het moet gezegd, hij heeft een prachtig wit bloempje. Geert noemt die bloemetjes 'pispotjes' en heeft een tip hoe je er het beste vanaf komt! En wilde eend. Wie kent hem niet. Maar wist je dat de mannetjes er in de winter bijna net zo onopvallend uitzien als de vrouwtjes? En dat ze in het voorjaar fluiten? We laten het allemaal horen.
-
Manglende episoder?
-
't Is net een mus, maar 't is een gors. Een rietgors. Zoals de naam als zegt kun je hem zien en horen in moerassig gebied. Hij heeft een heel bescheiden roepje, en daar moet ie het mee doen. En wij ook. Maar ach, wat bouwen ze hun nestjes toch onverantwoord laag op de grond....
En de vlier. Klopt het nou wat Bart zegt dat ie de stammetjes vroeger naar amandelspijs vond ruiken? En als je sneller bent dan de vogels kun je van de besjes nog jam maken. Of iets anders.
En Bart en Geert komen erachter waar het woord flierefluiten vandaan komt! -
In het voorjaar en nog later zie je er de bermen mee vol staan. Het fluitenkruid. Hij doet het goed omdat ie er vroeg bij is, in ieder geval vóórdat de maaimachines voorbijkomen. En omdat we nog steeds veel stikstof de lucht in blazen. Maar wist je dat je hem ook kan eten? Maar stop! Voordat je je tanden erin zet; controleer even of je niet een verwant plantje in de pan doet. Socrates heeft geweten wat er dan met je gebeurt.
En de zwaluwen, de vrolijke luchtacrobaten. De huiszwaluw, boerenzwaluw en oeverzwaluw als zomeraanbieding alledrie besproken in één aflevering! En de huiszwaluw broedt dus niet in je huis of in je garage. Dat is de boerenzwaluw. De huiszwaluw bouwt z'n nest onder de goot. -
De klimop -en mensen die daar geen genoegen mee nemen, noemen hem hedera- heeft een gecompliceerd leven. Hij kan kruipen en klimmen, het blad verandert van vorm als ie gaat klimmen en bloemen krijgt, en kan niet meer klimmen als je hem op een bepaalde manier laat wortelen. Enfin, Geert legt het je hier allemaal uit. Maar wat een geweldige biotoop voor vlinders, rupsen, bijen en vogels is deze gevelbestormer die wel 30 meter hoog kan klimmen!
En de veldleeuwerik. Wat is hij schaars geworden en wat horen we dat iconische geluid daardoor nog maar zo weinig. Dus bedankt boeren voor jullie onverschilligheid voor alles wat geen geld opbrengt. -
Gewone vuilboom, bloedboom, pijlhout, sprokkel, duvelskeersj, houtjeshout, buskruithout, stinkboom. Het zijn de bijnamen van de sporkehout. Geert vindt dit een bijzondere struik omdat ie veel vlinders aantrekt die er eitjes op leggen en de rupsen die eruit komen van voedsel voorziet. En de fuut, tot in de jaren zestig van de 20e eeuw een zeldzame verschijning. Maar moet je ze nu zien paraderen over de grachten en vijvers. Maar heb je deze snelle jager op vis wel eens op de wal gezien? Of vliegend?
-
Een vliegende aflevering van Vos & Lommer. Luister naar het tragische verhaal van de scholekster. Wat voor leven vol gevaren hun kuikens tegemoetgaan als die ermee moeten dealen wanneer zij erachter komen dat zij tussen het grind van een plat dak uit hun ei gekropen zijn. En het volgende dier met vleugels is de citroenvlinder. Een vlinder die een zomerrust én een winterrust houdt. Misschien is het daarom dat de citroenvlinder één van de langst levende vlinders van ons land is. Hij wordt wel één jaar oud!
-
Wat een dapper beestje, die wezel. En toch vraag je je af hoe het komt dat we iemand 'wezelachtig' noemen als die zich bangig gedraagt. Misschien omdat ie zich schichtig beweegt? En hij komt ook nog gewoon voor in grotere parken in de stad!
Het klein hoefblad heeft Bart ooit per ongeluk verward met een paardebloem. Deze aflevering is bedoeld als een goedmakertje voor deze dappere plant die vaak de eerste is die op de kale grond wortel durft te schieten. -
Je gaat er niet dood aan maar vervelend is het wel als een brandnetel je te grazen neemt. Toch is het een bijzondere plant. Er zijn weinig mensen die hem niet kennen. Op de plek waar ze staan voelen veel vlinders en vogels zich thuis, hij heeft prachtige, kleine bloemetjes en je kunt hem eten en drinken. Wat wil je nog meer! De tjiftjaf bijvoorbeeld scharrelt er graag tussen rond en nestelt er graag. De vogel die z'n eigen naam zingt, maar Bart kwam erachter dat hij óók nog een andere, heel bekende, song op z'n repertoire heeft...
-
Laat Bart nou altijd mensen met een spinnenfobie gerustgesteld hebben met te zeggen dat Nederlandse spinnen nooit bijten. Is daar opeens de valse wolfspin! Geert vond er eens eentje in z'n boekenkast. De valse wolfspinnenbeet is vergelijkbaar met die van een bij. Maar Bart had wel een beetje gelijk want deze spin is geen Nederlandse spin. En dan is het nog maar een kleine stap naar het puttertje. Bart zag hem ooit wel in Frankrijk, maar nog nooit in Nederland. En dat is best raar, want het zijn er heel veel, het hele jaar door, ook in de stad! Maar waarom heet ie nou 'puttertje'?
-
De sijs is dus een echte vogel. Niet de stadse merknaam waarmee alle vogels konden worden aangeduid als 'sijsie' of 'drijfsijsie'. Dat is merkwaardig want de sijs is helemaal geen algemene vogel en zeker niet in de stad. Ook vroeger niet. De mus is veel bekender maar we hebben het niet over het 'mussie en het drijfmussie'. In de winter kan de sijs wel talrijk langstrekken richting het zuiden want 's zomers broedt ie in Scandinavië. Tussen de talrijke berken waar hij graag van eet. En laat die prachtige berk het andere onderwerp zijn van deze aflevering! De berk met de miljoenen irritante zaadjes maar ook met een zoet sap dat uit de bast gewonnen kan worden.
-
Vijf gram schoon aan de haak en acht centimeters lang. Dat is het formaat van de goudhaan. Oftewel één suikerklontje en de lengte van een bankpas. Het is het kleinste vogeltje dat je in Nederland kunt zien. Kijk vooral goed rond bij naaldbomen, coniferen etc. Of in groepjes mezen. Daar kun je hem, met z'n gele hanekam, nog wel eens zien. En een ander gevleugeld dier zul je vooral binnen aantreffen. Het fruitvliegje is een irritante bewoner van je fruitschaal. Hij is dol op een beetje gistend fruit. Of bier! Legt vele eieren in de schil van je appel. Smakelijk!
-
Hoewel het een tijdje slecht ging met de kerkuil, is ie weer helemaal terug. De terugdringing van het gebruik van pesticiden, heeft daar aan bijgedragen. De kerkuil is een cultuurvolger, of eigenlijk een muizenvolger, want ze broeden graag in de buurt van boerderijen. Plekken waar veel muizen rondlopen. Ook in de winter. En in de herfst zien we de vliegenzwam overal opkomen. De cliché-paddenstoel die in geen herfststukje mag ontbreken. Maar wisten we ook dat hij hallucinerende eigenschappen heeft?
-
Om maar meteen een misverstand uit de wereld te helpen. Spinnen zijn geen insecten! De kruisspin dus ook niet. Kasia stuurde een foto van deze spin die voor haar raam hing. Pas na twee jaar is de kruisspin volwassen. En dat volwassen leven van een mannetje bestaat uit het vinden van een vrouwtje. Met haar paren en vervolgens er als een speer vandoor gaan met gevaar voor eigen leven...
En nog een foto. Van een palm. De Chinese waaierpalm. Je ziet deze vrolijkerd steeds vaker in het stadsbeeld. Deze gast is winterhard en wordt zelfs in Zwitserland als invasieve soort gezien. Zoals bij ons de Japanse duizendknoop. Maar zo ver is het bij ons nog niet. -
Een luisteraar stuurde een foto op van twee, uit de gracht opgeviste scooters. Die zaten volgeplakt met een raar soort mossel. Het bleek de quaggamossel te zijn. Die slurpen met z'n allen in drie dagen het hele IJsselmeer op! (En spugen het ook weer uit. Gelukkig...)
Ook aandacht voor de boomvalk. Een luchtacrobaat die het vooral voorzien heeft op zwaluwen die hij op grote hoogte vangt. En voor de gezelligheid trekt hij met hen mee naar Afrika aan het eind van de zomer. -
Het is gek maar de kwak is een uiterst zeldzame vogel in Nederland maar in de stad weet ie zich in en rond dierentuinen goed te handhaven. In het wild komt hij wel eens in veenplassengebieden voor en trekt in de winter naar het zuiden. In de dierentuinen blijft ie in de winter en mag hij vrij in en uit vliegen. Een vrije uitloop kwak eigenlijk. En we hebben ook de vijg op het menu staan deze aflevering. Mét pitjes en zonder pitjes. Vijgen mét pitjes komen uit Zuid Europa. Vijgen zonder pitjes komen uit je tuin. Dat ze in Nederland ook in het wild voorkomen is een mooi verhaal van zwervende pitjes. Vrije uitloop vijgen dus eigenlijk.
-
Een zomerse aflevering met een vreemd insect dat opeens in Amsterdam opdook. Bleek meegelift met een boomkluit uit Frankrijk... de cicade. De Amstel leek opeens aan de Middellandse Zee te liggen! Maar die cicade leeft jarenlang als larf onder de grond, om vervolgens slechts enkele weken als volwassene bovengronds te leven. En een andere zomerse verschijning is de stokroos. "Het blije ei in de straat", volgens Bart. Het is ook een uitbundig bloeiend feestnummer in vele straten in de stad. Een omgeving waar hij zich beter voelt dan buiten de bebouwde kom.
-
Waarin blijkt dat de gewone dwergvleermuis een heel bijzonder beestje is en bijzonder klein. Hij past in een lucifersdoosje! En waarin Bart zich probeert voor te stellen hoe het eraan toegaat in de vleermuizenkraamkamer.
En het boomblauwtje komt ter sprake. De meest voorkomende vlinder van Nederland. Wisten we dat? Mieren verzorgen er kuddes rupsen van. -
De groene specht schijnt een algemene broedvogel te zijn waar het ook nog eens heel goed mee gaat. Maar Bart heeft hem nog nooit gezien. Heeft hem wel vaak in de verte horen lachen. Deze specht leeft voornamelijk van de wat grotere mieren die hij uit de grond haalt met zijn 10 cm lange tong. Waar laat hij die als hij aan het roffelen is?
En de klaproos is een plant waar veel meer verhalen over te vertellen zijn dan je denkt. Leden van deze papaverfamilie vindt je op je maanzaadbolletje én in bolletjesslikkers.... -
Wat een fantastisch beest is de mier toch eigenlijk, daar komt Bart achter in deze aflevering. Een mier is zo sterk als een mens die 40 kratten bier kan tillen en beschermt en melkt zijn kudde luizen. Maar ook onthullen wij de ultieme manier om van miern af te komen als ze te opdringerig worden. Verder in de aflevering de fascinerende ransuil. Kwetsbaar voor bosuil, strenge winters en een tekort aan veldmuizen...
- Vis mere