エピソード
-
Wat is de ware erfenis van de zussen Brontë? Waarom is het 200 jaar na Emily’s geboorte nog de moeite om Wuthering Heights te lezen? En bovenal, hoe is het mogelijk dat de zussen ondanks het feit dat ze vrouwen waren in een mannenwereld, ondanks de erbarmelijke omstandigheden waarin ze moesten overleven, toch in staat geweest zijn om boven de middelmaat uit te stijgen en ons die prachtige boeken na te laten? Voor Charlotte Brontë was het niet eens een keuze: ze kon niet anders. Dat blijkt al uit een opstel dat ze voor haar leraar Monsieur Heger schreef, toen ze hier in Brussel in een pensionaat zat.
Throughout all my youth the difference which existed between me and most of the people who surrounded me, was an embarrassing enigma to me which I did not know how to resolve; I thought myself inferior to everyone and it distressed me. I thought it my duty to follow the example set by the majority of my acquaintances, an example sanctioned by the approbation of prudent and legitimate mediocrity and yet I felt myself incapable of as that majority felt and behaved… there was always excess in what I did; I was either too excited or despondent; without wanting too I allowed everything that passed through my heart to be seen and sometimes there were storms passing through it; in vain I tried to imitate the sweet gaiety, the serene and equable spirits which I saw in the faces of my companions and which I found so worthy of admiration; all my efforts were useless; I could not restrain the ebb and flow in my arteries and that ebb and flow always showed itself in my face and in my hard and unattractive features. I wept in secret.
(uit een van de opstellen die Charlotte Brontë in opdracht van Monsieur Heger schreef) -
Charlotte Brontë klaagde in haar romans over de ongelijkheid tussen man en vrouw. Over die andere belangrijke sociale kwestie, de grote breuk tussen arm en rijk, hield ze er verassend genoeg een minder vooruitstrevende visie op na.
“For, after all, if political incendiaries come here to kindle conflagration in the neighbourhood, and my property is attacked, I shall defend it like a tigress - I know I shall. Let me listen to Mercy as long as she is near me. Her voice once drowned by the shout of ruffian defiance, and I shall be full of impulses to resist and quell. If once the poor gather and rise in the form of the mob, I shall turn against them as an aristocrat; if they bully me, I must defy: if they attack, I must resist, and I will. “
(uit Shirley van Charlotte Brontë) -
エピソードを見逃しましたか?
-
Wie zich het leven van de zussen Brontë voorstelt, stelt zich daarbij misschien het wilde romantische moorland van Yorkshire bij voor, het decor van Wuthering Heights. Echter, wanneer ze uit het raam van hun pastorijwoning keken, zagen ze uit op het kerkhof en in de verte de schoorstenen van de fabrieken. De levensomstandigheden in hun dorpje Haworth waren bijna vergelijkbaar met die van de Londense slums.
“This is an autumn evening, wet and wild. There is only one cloud in the sky, but it curtains it from pole to pole. The wind cannot rest; it hurries sobbing over hills of sullen outline, colourless with twilight and mist. Rain has beat all day on that church tower. It rises dark from the stony enclosure of its graveyard. The nettles, the long grass, and the tombs all drip with wet. “
(uit Shirley van Charlotte Brontë) -
De 3 zussen Brontë hadden ook een broer: Branwell. Ook hij had literaire ambities maar wist die nooit waar te maken. Het was vooral zijn alcoholverslaving die daar een stokje voor stak. En ook wel mislukte affaire een zekere Mrs Robinson. Wanneer Anne Brontë in haar beroemde boek ‘The Tenant of Wildfell Hall’ een drinkgelag beschrijft, weet ze dus heel goed waar ze het over heeft.
“At last he came, slowly and stumblingly, ascending the stairs, supported by Grimsby and Hattersley, who neither of them walked quite steadily themselves, but were both laughing and joking at him, and making noise enough for all the servants to hear. He himself was no longer laughing now, but sick and stupid – I will write no more about that.”
(uit ‘The Tenant of Wildfell Hall’ van Anne Brontë) -
Wellicht de bekendste quote uit Emily Brontës meesterwerk ‘Wuthering Heigts’ komt uit de mond van de getormenteerde Heathcliff. Een leven zonder zijn grote liefde Catherine Earnshaw is onmogelijk. Het enige wat hij nog kan, is uit alle macht haar geest aanroepen.
“Catherine Earnshaw, may you not rest as long as I am living; you said I killed you – haunt me, then! The murdered do haunt their murderers, I believe. I know that ghosts have wandered on earth. Be with me always – take any form – drive me mad! only do not leave me in this abyss, where I cannot find you! Oh, God! it is unutterable! I cannot live without my life! I cannot live without my soul! “
(uit Wuthering Heights van Emily Brontë) -
Charlotte had voor haar tijd een verbazend moderne blik op man-vrouw relaties. De rol die de vrouw kreeg toegemeten zinde haar allerminst. In die zin is Jane Eyre misschien ook wel te lezen als een feministisch pamflet avant la lettre.
Women are supposed to be very calm generally: but women feel just as men feel; they need exercise for their faculties, and a field for their efforts, as much as their brothers do; they suffer from too rigid a restraint, too absolute a stagnation, precisely as men would suffer; and it is narrow-minded in their more privileged fellow-creatures to say that they ought to confine themselves to making puddings and knitting stockings, to playing on the piano and embroidering bags. It is thoughtless to condemn them, or laugh at them, if they seek to do more or learn more than custom has pronounced necessary for their sex.’
(Uit de roman Jane Eyre van Charlotte Bronte) -
Haar verblijf in België heeft Charlotte Brontë het decor verschaft voor haar romans The Professor en Villette. In The Professor wordt België expliciet genoemd, in Villette heet België Labassecour, la basse cour, een boerenerf, en Brussel is Villette, petite ville. We mogen trots zijn dat ons land zo’n prominente plaats inneemt in het oeuvre van één van de belangrijkste schrijvers van de 19de eeuw. Helaas is het beeld dat ze schept van de Belgen niet zo fraai.
‘A great selfish city like Brussels’
(Uit een brief van Charlotte Brontë aan haar vriendin Ellens Nussey) -
Tijdens haar verblijf in Brussel leerde Charlotte Brontë dat er vervelende verschillen bestaan tussen protestanten en katholieken. Daar zat haar eigen protestantse opvoeding natuurlijk voor iets tussen. Maar er was toch meer aan de hand. Haar nare ervaringen met de katholieke gewoonten vonden een weerslag in haar roman ‘The Professor’.
‘Besides, Monsieur, I long to live once more among Protestants; they are more honest than Catholics; a Romish school is a building with porous walls, a hollow floor, a false ceiling; every room in this house, Monsieur, has eye-holes and ear-holes, and what the house is, the inhabitants are, very treacherous; they all think it lawful to tell lies, they all call it politeness to profess friendship where they feel hatred.
(Uit de roman ‘The Professor’ van Charlotte Brontë) -
Dat Charlotte Brönte niet mooi was, heeft haar haar hele leven parten gespeeld. Zelfs in de personages uit haar romans lijken soms haar eigen frustraties door te schemeren.
‘Do you think, because I am poor, obscure, plain and little, I am soulless and heartless? You think wrong! - I have as much soul as you, - and full as much heart! And if God had gifted me with some beauty and much wealth, I should have made it as hard for you to leave me, as it is now for me to leave you!’
(Uit de roman Jane Eyre van Charlotte Brontë) -
Uit haar werk blijkt dat Charlotte Brontë veel nagedacht heeft over de liefde en over relaties; ze heeft veel ongelukkige huwelijken gezien, veel huiselijk geweld; ze vindt het bizar dat in bepaalde kringen voor het geld wordt getrouwd. Toch beschouwde ze het als haar lot om ook te trouwen. Al was het niet met de man van haar dromen.
I think those married women who indiscriminately urge their acquaintances to marry – much to blame. For my part – I can only say with deeper sincerity and fuller significance – what I always said in theory – Wait God’s will. Indeed – indeed Nell - it is a solemn, strange and perilous thing for a woman to become a wife. Man’s lot is far far different.
(Uit een brief van Charlotte Brontë aan haar vriendin Ellen Nussey, kort na haar eigen huwelijk.) -
Hoe was het dagelijkse leven in Haworth? De paar overgebleven dagboekfragmenten van Emily en Anne geven een mooie inkijk.
November the 24, 1834
Monday Emily Jane Bronte Anne Brontë (…)
Branwell went down to Mr Drivers and brought news that Sir Robert peel was going to be invited to stand for Leeds Anne and I have been peeling Apples for Charlotte to make an apple pudding (…) papa opened the parlour Door and gave Branwell a Letter saying here Branwell read this and show it to your Aunt and Charlotte – The Gondals are discovering the interior of Gaaldine Sally mosley is washing in her back-Kitchin
(…) Anne and I have not Done our music exercise which consists of b majer Taby said on my putting a pen in her face Ya pitter pottering there instead of pilling a potate (…) Anne and I say I wonder what we shall be like and where we shall be and where we shall be if all goes on well in the year 1874 – in which year I shall be in my 57th year Anne will be going in her 55th year Branwell will be going in his 58th year And Charlotte in her 59th year hoping we shall all be well at that time we close our paper. -
Tijdens haar verblijf in een Brussels pensionaat werd Charlotte Brontë verliefd op haar leraar Monsieur Heger. Toen ze weer in Engeland was, bleef ze hem hartstochtelijke brieven schrijven.
Monsieur, the poor do not need much to live – they only ask for the crumbs of bread which fall from the rich man’s table – but if one refuses them these crumbs of bread – they die of hunger – Nor do I need much affection from those I love – I would not know what to do with an absolute and complete friendship – I am not used to such a thing – but you once showed me a little interest when I was your pupil in Brussels – and I cling on to preserving that little interest – I cling on to it as I cling on to life… -
De zusjes Bronte konden niet van hun pen leven. Er zat niets anders op dan gouvernante te worden of lerares. Vooral voor Charlotte was dat een grote frustratie. En dat klonk zo:
The thought came over me am I to spend the best part of my life in this wretched bondage, forcibly suppressing my rage at the idleness the apathy and the hyperbolical and most asinine stupidity of these fatheaded oafs and on compulsion assuming an air of kindness, patience and assiduity? -
De vader van de zusjes Brontë had maar weinig belangstelling voor de literaire aspiraties van zijn dochters. Nochtans was hij er zelf onrechtstreeks de oorzaak van. Dat brengt ons meteen bij het citaat dat hoort bij de allereerste aflevering van deze podcast 'The Brontës':
‘Papa, I’ve been writing a book.’
‘Have you my dear?’ and he went on reading.
‘But Papa I want you to look at it.’
‘I can’t be troubled to read MS.’
‘But it is printed.’
‘I hope you have not been involving yourself in any such silly expense.’
‘I think I shall gain some money by it. May I read you some reviews.’