Folgen
-
Voordat Frank samen met de zangers naar Westerbork reist om Ludmilla ten gehore te brengen, gaat hij naar het boekendepot van de Universiteit van Amsterdam. Want daar ligt de andere versie van Ludmilla. Trekt de mist rondom het mysterie van de opera op? Of blijft Ludmilla een muzikale schreeuw uit het verleden?
Credits
Idee, interviews en montage: Frank Kromer
Redactie: Nannette Sibinga
Dramaturgie: Simon Heijmans
Eindredactie: Marion Oskamp
Muziek Ludmilla: Merlijn Runia, Jan-Willem Baljet, Marc Pantus, Emi Ohi Resnick, Marcel Worms, Noëlle Weidmann en Punto Arte
Additionele muziek: Victor Butzelaar -
In Splendor komen de zangers en musici bijeen om de opera te repeteren en hoort Frank Ludmilla voor het eerst met zijn eigen oren. Via-via komt hij in contact met Holocaust-overlevende Eva Weyl, die ten tijde van de opera gevangen zat in Kamp Westerbork. Zij herinnert zich een avond in de schouwburg.
-
Fehlende Folgen?
-
Decennialang leek de partituur van Ludmilla van de aardbodem verdwenen, totdat een gepensioneerde vrouw nietsvermoedend op een schriftje stuitte in haar berging. Nu, tachtig jaar later, bereidt een groep zangers en muzikanten zich voor om de opera buiten de landsgrenzen te brengen met een internationale première in Dallas. Ondertussen leert Frank over duistere verwijzingen in het stuk die spreken over een naderend onheil. Ook hoort Frank over het bestaan van een mogelijk ander einde van Ludmilla.
-
Als Frank via zijn overbuurman operazanger Jan-Willem Baljet hoort over het bestaan van Ludmilla, raakt hij in de ban van deze opera, geschreven en eenmalig opgevoerd door Joodse gevangenen in Kamp Westerbork. Wat is het voor opera? En hoe componeer je muziek in het voorportaal van de hel? Frank gaat langs bij journalist en historicus Ad van Liempt om meer te weten te komen over de man die de opera mogelijk heeft gemaakt: SS’er en kampcommandant van Westerbork Albert Gemmeker.
-
Terwijl er wekelijks treinwagons vanuit Kamp Westerbork naar de gaskamers in het Oosten rijden, vindt kampcommandant Gemmeker dat de gevangenen afleiding nodig hebben. Joodse artiesten en muzikanten mogen van hem - in ruil voor uitstel van deportatie - avonden vol cabaret organiseren. Maar dan, in juni 1944, schrijven en componeren deze Joodse gevangenen een echte opera, genaamd Ludmilla. Direct na de première verbiedt Gemmeker de opera en gaan de Joodse artiesten op transport.
In de vierdelige podcast ‘Ludmilla’ ontdekt journalist Frank Kromer dat er meer achter Ludmilla schuilgaat dan gedacht. Met gewaagde verwijzingen als ‘rookpluimen in het Oosten,’ een oproep tot onderduik en een einde waarbij alle personages sterven, lijkt Ludmilla een muzikale daad van verzet tegen de nazi’s en tegen kampcommandant Gemmeker, die tijdens de première op de eerste rij zat. Moesten de Joodse artiesten hundaad bekopen met de dood?