Folgen
-
Voordat onze Winterreise begint, eerst uitgebreid de ruimte voor inleidende bespiegelingen. Want aan zo’n Winterreise begint men niet onvoorbereid. Wie was Schubert? Hoe kwam zijn Winterreise tot stand? Wat vonden zijn vrienden ervan? Wie schreef de tekst? En hoe uniek is het dat Thomas Oliemans Winterreise tegelijkertijd speelt en zingt? Én er breekt bijna ruzie uit over hoe ‘dramatisch’ de Winterreise nou eigenlijk is.
-
‘Goedenacht’; vaak is het een afsluiting, hier is het een begin. Het geweldige ‘openingsnummer’ van Winterreise. Waarin alle (muzikale) elementen die Winterreise kenmerken door Schubert aan de luisteraar worden gepresenteerd: de switch van majeur naar mineur, de kleine secunde, de doorgaande tred van een ‘Gehlied’...
-
Fehlende Folgen?
-
Onze held is aan zijn tocht begonnen. Vanaf het dak van het huis van zijn voormalig geliefde wordt hij, ingeruild voor een rijkere man, door de weerhaan belachelijk gemaakt. Althans, dat denkt hij in zijn wanen. Het resultaat is een lied met meer geluid dan muziek. Met een hoop frustratie: vraag me niet naar mijn gevoel als het je toch niet interesseert.
-
De hoofdpersoon lijkt zijn gevoel voor de werkelijkheid steeds meer te verliezen. Er valt een bevroren traan van zijn wang af. Maar hoe dan? Hij was toch niet aan het huilen? En hoe kan het dat een warme traan bevriest? Plus aandacht voor de verschillende toonsoorten in Winterreise. En hoe ook de stilte tussen de verschillende liederen daadwerkelijk gecomponeerd lijkt te zijn.
-
In de sneeuw zoekt de held tevergeefs naar de voetstappen van zijn geliefde. Een manische zoektocht, manisch verklankt in pianobegeleiding en zangmelodie. Bovendien betekent Erstarrung verstarring. Maar wat is er dan verstard in dit lied? Thomas Oliemans legt het uit. En Schubert sleutelt in Erstarrung aan de oorspronkelijke tekst van Müller. Waarom?
-
Het lied dat door Schuberts vrienden het meest werd gewaardeerd: Der Lindenbaum. Het eerste lied dat begint in een majeur-toonsoort. Een lied dat minder lijkt te 'zoeken’ dan de liederen hiervoor. Een lied ook dat nog altijd favoriet is bij heren-zangverenigingen. Die dan wel de verontrustende, donkere, onheilspellende delen in mineur weglaten. Want de rust die de lindenboom belooft, wat voor rust is dat eigenlijk?
-
De tranen van onze held zullen een rivier vormen die uiteindelijk het huis van zijn geliefde zal bereiken. Weer schrijft Schubert in Wasserflut niet het soort muziek dat je op basis van de titel zou verwachten. In Wasserflut geen overvloedig stromend water, maar juist een sobere, statische beweging. Een dubbelzinnigheid die in dit het hele lied terug blijft komen.
-
Nog meer (bevroren) watersymboliek in Auf dem Flusse. In het ijs op een bevroren stroompje kerft de held zijn naam, haar naam en de tijdstippen van hun ontmoeting en uiteengaan. Met daaromheen een gebroken cirkel... Een uitdagend lied om te zingen, vanwege de uitersten die van de stem gevraagd worden. Van het zachte druppelen in het begin tot de uitzinnige (Wagneriaanse) emotionele uitbarstingen in het middendeel.
-
Ondanks de kou onder zijn voeten branden de zolen van onze held. Hij ontvlucht de stad waar hij ooit zo liefdevol werd ontvangen. Waar twee meisjesogen hem verwarmden... Maar nu is hij een buitenstaander. Een lied met opvallende invloeden uit de Balkan, wat betreft toonladders en ritmiek. Is dit Schuberts manier om de buitenstaander muzikaal te schilderen? Het klassieke Wenen tegenover de ‘exotische’ muziek van de Balkan?
-
Uiteindelijk gaat alles zoals het gaat. Een dwaallicht begeleidt onze held op zijn weg. Een weg waarop maar één richting mogelijk is. Waarbij het gaat om het dwalen, want wat doet het er uiteindelijk allemaal toe? Elke rivier mondt uit in de zee, en alles leidt naar het graf. Schuberts verklanking is eenvoudig, en eigenlijk laat het lied zich al samenvatten in de eerste vier maten. En het eindigt zoals het begint.
-
Wie herkent dit niet: pas nu ik even niets doe, merk ik hoe moe ik ben. Het menselijke gezicht van Winterreise. Een lied met de typisch Winterreisiaanse beweging: een ‘Gehlied’ of 'Wanderlied’. Dus echt rust vindt de held niet, laat Schubert ons voortdurend horen.
-
Dé andere tophit uit Winterreise: Frühlingstraum. Een heel andere wereld dan de liederen hiervoor. Een lied dat ons in verwarring brengt. Wat is waarheid? Wat is droom? Wat is herinnering? Wat is verzonnen? Wat is echt? Wat in íeder geval echt is, is het kraaien van de haan die de held uit zijn sluimeringen haalt. Een lied waarin we de (mislukte) operacomponist Schubert aan het werk lijken te horen.
-
Het einde van de oorspronkelijke 12-delige cyclus: Einsamkeit. Ach, als de lucht en de wereld maar niet zo helder en licht waren, dan had onze held zich niet zo ellendig gevoeld. Hier was het bij gebleven als Schubert niet had ontdekt dat Müllers Winterreise nog twaalf extra teksten bevatte. Vervolgens is de spanning aan tafel te snijden als er een conflict ontstaat over het cliché van Schubert en zijn immer ‘matige teksten’.
-
Het heerlijk frisse begin van het tweede deel van Winterreise. De posthoorn klinkt, de post arriveert! We horen de paarden van de postkoets en het schallen van de posthoorn. De post, dat betekent nieuws en hoop. Maar niet voor onze held. Want er zit geen brief voor hem bij, en zeker niet van zijn geliefde.
-
Na de opwinding van Die Post, volgt de verslagenheid van Der greise Kopf. Het is zovelen gegund om in één nacht grijze haren te krijgen. Hoe kan het dan dat het haar van onze held zwart blijft, en niet vergrijst? Terwijl hij zoveel ontberingen moet doorstaan?
-
Weer een metafoor voor depressie en de dood: een kraai. Of juist voor verlossing? Sinds het vertrek uit de stad vergezelt de kraai onze held. Wat weet de kraai dat wij niet weten? En wat zegt het dat verborgen in de noten van Die Krähe al het onontkoombare einde van Winterreise, Der Leiermann, te horen is?
-
Laatste hoop, terwijl we weten dat we nog acht liederen te gaan hebben. Onze held hangt zijn hoop op aan het laatste blaadje dat in de winter nog aan een boom hangt. Als dat blaadje valt, valt ook onze held. We horen het vallen in de pianobegeleiding, en het trillen van het blaadje. Maar we horen ook verlossing, wanneer onze held huilt op het graf van zijn hoop. En wie een hobo hoort: dat klopt, dat is 'Grote’ Thomas’ bovenbuurvrouw die studeert.
-
Onze held komt langs een dorp, tijdens zijn Winterreise. Daar slapen en dromen de mensen, ratelen de kettingen van de honden... Die bewoonde wereld horen we in de muziek. Tegelijkertijd blijft de held een buitenstaander. Hij wil niets te maken hebben met de dromen van gewone mensen, dromen doen hem niets meer.
-
Weer een orenwasmoment. Je wordt van hot naar her gegooid als luisteraar van Winterreise. Vaak herkende onze held zich niet in de omstandigheden die hem vergezelden. Maar nu wel: de stormachtige ochtend valt helemaal samen met zijn gemoed. Een ochtend helemaal naar zijn zin!
-
Op papier horen we hier weer de gezellige Schubert. In een Ländler (of een andere Tiroler muziekstijl). Wederom wordt onze held door een lichtje meegelokt. Naar een huis waar het warm, licht en liefdevol is. Maar het is allemaal bedrog, ook in de muziek. Het is allemaal een waanbeeld.
- Mehr anzeigen